Sinds begin dit jaar is de Horizonscan Geneesmiddelen op elk gewenst moment te raadplegen via de website www.horizonscangeneesmiddelen.nl. De scan toont alle nieuwe geneesmiddelen die de komende twee jaar (naar verwachting) op de markt zullen komen. Compleet met (verwachte) prijzen en (verwachte) patiëntvolumes. Zo kunnen beleidsmakers, zorgverzekeraars, ziekenhuizen, zorgverleners en patiënten zich op de komst van deze geneesmiddelen voorbereiden. Dr. Niels Speksnijder, coördinator Horizonscan Geneesmiddelen bij het Zorginstituut Nederland, en dr. Haiko Bloemendal, internist-oncoloog in het Meander Medisch Centrum te Amersfoort en voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Medische Oncologie (NVMO), vertellen over de totstandkoming van de lijst.
Het begon allemaal met een paar excelsheets, vertelt Niels Speksnijder. “Om enig zicht te krijgen op de te verwachten uitgaven aan nieuwe, dure geneesmiddelen maakten ambtenaren van het ministerie van VWS enkele jaren geleden een overzicht van de oncologische geneesmiddelen die op het punt stonden de markt te betreden. VWS nam daarmee een initiatief over van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers, die voor haar leden zo’n lijst had gemaakt op basis van onder andere informatie van de EMA. Maar er zijn natuurlijk nog meer partijen voor wie het handig en zinvol is te weten wat er zoal staat te gebeuren op het gebied van nieuwe geneesmiddelen, zoals zorgverzekeraars, maar ook patiëntenorganisaties. Eind 2015 stelde het ministerie daarom dat het wenselijk was om te komen tot een openbaar en actueel overzicht van alle geneesmiddelen die op korte termijn beschikbaar zouden komen voor de reguliere patiëntenzorg. Nadat het ministerie hiertoe zelf de eerste stappen had gezet, nam het Zorginstituut Nederland die taak per 1 januari 2017 over. Wij hebben de Horizonscan vervolgens uitgebreid naar alle medische vakgebieden en ook nieuwe indicaties van reeds toegelaten geneesmiddelen erin opgenomen. Compleet met de verwachte prijzen, patiëntvolumes en impact op de Nederlandse gezondheidszorg. We kijken daarbij in principe twee jaar vooruit. Vanaf eind dit jaar gaan we ook nieuwe biosimilars en generieke medicijnen in de scan opnemen.” Sinds begin dit jaar is de Horizonscan Geneesmiddelen digitaal te raadplegen via de website www.horizonscangeneesmiddelen.nl.
Werkgroepen
De Horizonscan komt tot stand op basis van informatie uit tal van openbare bronnen, legt Speksnijder uit. “Denk daarbij aan informatie van de EMA en het CBG, gepubliceerde resultaten van klinische studies en pijplijnoverzichten. Ook vragen we de farmaceutische industrie om informatie over nieuwe geneesmiddelen of uitbreiding van indicaties in een zo vroeg mogelijk stadium met ons te delen. Daarbij geldt overigens dat alle informatie die de farmabedrijven aanlevert automatisch openbaar is. Op grond van deze bronnen stellen we een concept-Horizonscan op. Vervolgens buigen zeven verschillende werkgroepen zich over dit concept, waarbij elke werkgroep een eigen aandachtsgebied heeft.”
Een van die werkgroepen is de werkgroep Oncologie & Hematologie, onder voorzitterschap van Haiko Bloemendal. Bloemendal: “De werkgroep bestaat uit medisch specialisten, ziekenhuisapothekers en vertegenwoordigers van zorgverzekeraars, patiëntenorganisaties, het ministerie van VWS en het IKNL. Vanuit de medische oncologie is ook dr. Ferry Eskens, voorzitter van de commissie BOM van de NVMO, lid van deze werkgroep. Het is de taak van de werkgroep zo goed mogelijk in te schatten welke impact de komst van de medicijnen op de lijst van de Horizonscan zal hebben op de Nederlandse gezondheidszorg. Concreet betekent dit dat we zo nauwkeurig mogelijk proberen te voorspellen wat de precieze plaats van het medicijn in het behandeltraject zal worden en hoeveel patiënten er per jaar in aanmerking zullen komen voor een behandeling met dit medicijn. Voor de impact op de gezondheidszorg maakt het bovendien uit of het gaat om een geheel nieuw type medicijn of een me-too-middel. In het eerste geval zal de komst van het medicijn waarschijnlijk de kosten verhogen, in het tweede geval leidt het waarschijnlijk tot meer concurrentie en dus mogelijk lagere kosten voor de gezondheidszorg. Waar nodig raadplegen de leden uit de werkgroep experts uit het eigen netwerk om onze taak zo goed mogelijk te vervullen. Zo zijn Ferry Eskens en ik natuurlijk niet op alle oncologische gebieden expert. We raadplegen waar nodig mensen die op die gebieden wel expert zijn.”
Momentopname
Nadat de werkgroepen hun licht hebben laten schijnen over de concept-Horizonscan maakt het Zorginstituut een definitieve versie van de lijst. Zodra die door achtereenvolgens de regiegroep en de Raad van Bestuur van het Zorginstituut is bekrachtigd, wordt de scan openbaar gemaakt. Speksnijder: “Daarbij moet je altijd in het achterhoofd houden dat de scan een momentopname is. De lijst berust op inschattingen en aannames op grond van informatie die beschikbaar is tijdens het opstellen van de scan. Het kan best zo zijn dat een bepaald medicijn dat in de lijst staat sneller, of juist langzamer of uiteindelijk helemaal niet op de markt komt doordat uitkomsten van de studies onvoldoende blijken voor registratie door de EMA.” Bloemendal: “En na de EMA-registratie moet nog de vergoeding van het middel zijn geregeld - en als het om oncologische middelen gaat ook een positief advies van de Commissie BOM verkregen zijn - voordat het middel daadwerkelijk in de klinische praktijk kan worden ingezet.”
Anticiperen
De Horizonscan heeft als doel iedereen in de gezondheidszorg de gelegenheid te bieden zich vroegtijdig op de hoogte te stellen van de ontwikkelingen op korte termijn op het gebied van de farmacotherapie. Oftewel: (met de hierboven genoemde slagen om de arm) inzicht te geven in de vraag ‘Welke nieuwe geneesmiddelen komen binnenkort ter beschikking voor welke patiënten en wat zijn de verwachte effecten daarvan voor de Nederlandse gezondheidzorg?’.
“Daarmee is de Horizonscan in eerste instantie vooral een belangrijke informatiebron voor allerlei beleidsmakers in de gezondheidszorg”, stelt Bloemendal. “Zoals verzekeraars en inkopers bij ziekenhuizen die hierdoor in hun onderhandelingen kunnen anticiperen op de komst van een nieuw geneesmiddel. Maar ook apothekers kunnen aan de hand van de Horizonscan anticiperen op de vraag vanuit de behandelaars naar het nieuwe geneesmiddel. Voor de clinicus is de Horizonscan niet van direct belang in de spreekkamer. De medicijnen in de scan zijn immers nog niet voor te schrijven. Wel biedt de scan de geïnteresseerde clinicus die niet zelf bij het klinisch onderzoek is betrokken, een mogelijkheid om te zien wat er in de nabije toekomst voor de patiënt in een bepaald indicatiegebied zit aan te komen.”
“Ook voor specialisten die betrokken zijn bij het opstellen van richtlijnen en voor patiëntenverenigingen - of zelfs individuele patiënten - kan de Horizonscan een handig hulpmiddel zijn om een indruk te krijgen van de farmacotherapeutische ontwikkelingen in de nabije toekomst”, vult Speksnijder aan. “Eerder zicht hebben op welke nieuwe medicijnen er op korte termijn op de markt komen kan ook bijdragen aan het betaalbaar en toegankelijk houden van de gezondheidszorg in Nederland. Als je als inkoper bijvoorbeeld al weet dat er volgend jaar een me-too-middelof een biosimilar van een duur geneesmiddel op de markt komt, kun je besluiten met de fabrikant een kortlopend contract af te sluiten. Of alvast een lagere prijs bedingen.”
Dr. Marten Dooper, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date2018 vol 9 nummer 5