In veel gevallen is de uitkomst van intensievere therapieën bij oudere kankerpatiënten onbekend. De gerandomiseerde, niet-vergelijkende fase 2-PANDA-studie onderzocht bij oudere patiënten met RAS/BRAF-wildtype, gemetastaseerd coloncarcinoom de uitkomst van twee eerstelijnsbehandelingen: panitumumab plus FOLFOX dan wel 5-FU/leucovorine. Beide therapieën bleken geassocieerd met een aanzienlijke en vergelijkbare werkzaamheid, alleen had 5-FU/leucovorine plus panitumumab een gunstiger toxiciteitsprofiel, zo liet dr. Sara Lonardi (Padua, Italië) zien tijdens ASCO20 Virtual.1
Doubletchemotherapie plus een EGFR-remmer is een standaardeerstelijnsbehandeling voor patiënten met RAS/BRAF-wildtype (wt) mCRC. Van deze behandeling is de uitkomst bij patiënten van 70 jaar en ouder echter onbekend. Richtlijnen adviseren meestal om oudere mCRC-patiënten met fluoropyrimidine te behandelen.
De gerandomiseerde, niet-vergelijkende fase-2-PANDA-studie onderzocht de werkzaamheid en toxiciteit van eerstelijnsbehandeling met vereenvoudigde FOLFOX plus panitumumab, en 5-FU/leucovorine (LV) plus panitumumab gevolgd door panitumumab-onderhoudstherapie bij oudere patiënten met niet-resectabel, RAS/BRAF-wt mCRC. Belangrijke inclusiecriteria waren een ECOG performance status van 1 tot 2 voor patiënten van 70 tot 75 jaar, en van 0 tot 1 voor oudere patiënten. De primaire uitkomstmaat was de progressievrije overleving (PFS). Hierbij werd als nulhypothese een mediane PFS van maximaal zes maanden gehanteerd. Secundaire uitkomstmaten waren onder andere het objectieve responspercentage (ORR), de algehele overleving en de veiligheid.
Positief
Sara Lonardi vertelt dat, na een mediane follow-up van 20,5 maanden, in beide studiearmen de primaire uitkomstmaat werd gehaald. “De mediane PFS was 9,6 maanden in de FOLFOX-panitumumabarm (n=92) en 9,1 maanden in de 5-FU/LV-panitumumabarm (n=91). Een statistisch significant resultaat volgens de Brookmeyer-Crowley-test en een mediane PFS die niet veel verschilt van die geobserveerd in de algehele populatie. De ORR was 65% na behandeling met FOLFOX-panitumumab en 57% na 5-FU/LV-panitumumab. Het ziektecontrolepercentage was respectievelijk 88% en 86%. Verder werden beide behandelingen over het algemeen goed verdragen, met een verwachte hogere toxiciteit in de FOLFOX-panitumumabarm. Graad 3- tot 4-bijwerkingen die in deze arm beduidend vaker voorkwamen waren diarree (16,3% versus 1,1%), neutropenie (9,8% versus 1,1%), stomatitis (9,8% versus 4,4%) en neurotoxiciteit (3,3% versus 0%).”
Volgens Lonardi ondersteunen de resultaten van de PANDA-studie verder onderzoek naar 5-FU/LV-panitumumab als optie bij oudere mCRC-patiënten. “Ons inziens zou dit bij voorkeur moeten gebeuren in de context van een fase 3-non-inferioriteitstudie naar 5-FU/LV-panitumumab versus FOLFOX-panitumumab. Omdat het waarschijnlijk jaren duurt om hiervoor voldoende patiënten te includeren, lijkt het verstandiger om real-worldgegevens te verzamelen uit de dagelijkse praktijk.”
Referentie
1. Lonardi S, et al. J Clin Oncol 2020;38(suppl): abstr 4002.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer