De combinatie van ipilimumab met nivolumab in tweede lijn of verder voor het mesothelioom geeft een ziektecontrole van 74%. Dit blijkt uit een fase 2-studie waarvan prof. dr. Paul Baas (Antoni van Leeuwenhoek, Amsterdam) de resultaten presenteerde tijdens de 18e World Conference on Lung Cancer van de IASLC in Yokohama, Japan. Ook ging de combinatie van de CTLA-4-remmer met de PD-1-remmer gepaard met een gunstig veiligheidsprofiel.
Voor mesothelioompatiënten die progressief zijn na een behandeling met platinumhoudende chemotherapie plus pemetrexed, is er geen standaard tweede- of derdelijnsbehandeling. In een enkelarms fase 2-studie is onderzocht of de combinatie van de CTLA-4-remmer ipilimumab (1 mg/kg op week 1, 7, 13 en 19) en de PD-1-remmer nivolumab (240 mg elke twee weken) tot een verbetering van de ziektecontrole leidt na twaalf weken behandelen (de primaire uitkomstmaat).1 “Daarnaast is in deze studie gekeken naar de toxiciteit van de combinatie, de progressievrije overleving (PFS) en algehele overleving (OS)”, vertelde Paul Baas.
Onderdeel van de studie is translationeel onderzoek. Hiervoor werden biopten genomen bij de start van de studie en na zes weken behandeling. Analyse van deze biopten moet de onderzoekers meer vertellen over de correlatie van de uitkomsten met PD-L1-expressie en veranderingen in het micromilieu van de tumor.
De geïncludeerde patiënten hadden allen een histologisch bewezen mesothelioom en moesten in ieder geval behandeld zijn met platinumhoudende chemotherapie plus pemetrexed. In totaal werden 38 patiënten geïncludeerd en van de eerste 27 patiënten werden tijdens dit congres de responspercentages gepresenteerd.
Translationeel onderzoek
In totaal behaalden zeven patiënten een partiële respons en dertien patiënten stabiele ziekte. “Dit telt op tot een percentage ziektecontrole van 74%”, aldus Baas. “En dit is nog maar voor driekwart van de patiënten in de studie. Het percentage kan dus nog veranderen, maar we verwachten dat het rond de 75% blijft.” De PFS was ongeveer 4,6 maanden. “Wanneer we kijken naar bijwerkingen van graad 2, 3 en 4, zien we vooral infusiereacties, pruritus, pleurale effusie en dyspneu. De toxiciteit was goed behandelbaar.”
Baas concludeerde dat de combinatie van ipilimumab plus nivolumab een goede ziektecontrole geeft van 74%, op basis van driekwart van de geïncludeerde patiënten. “Ik denk dat immunotherapie de behandeling van het mesothelioom echt veranderd heeft en dat dit zeker in tweede lijn aan patiënten aangeboden moet worden. Uiteraard is het translationele onderzoek nodig om te kijken welke patiënten echt voordeel hebben van deze behandeling en welke patiënten niet. Resultaten hiervan hopen we in 2018 te presenteren.”
Referentie
1. Baas P, et al. WCLC 2017; abstr OA 02.02.
Drs. Bianca Hagenaars, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2017 vol 8 nummer 6