De geüpdatete resultaten van de gerandomiseerde fase 3-ENZAMET-studie bevestigen dat enzalutamide plus androgeendeprivatietherapie versus behandeling met een niet-steroïdale androgeenreceptorantagonist plus androgeendeprivatietherapie geassocieerd is met een betere algehele overleving bij patiënten met nieuw-gediagnosticeerd, gemetastaseerd, hormoongevoelig prostaatcarcinoom. Dit voordeel was in meer of mindere mate aanwezig in alle subgroepen, zo bleek tijdens de 2022 ASCO Annual Meeting uit de presentatie van dr. Ian Davis (Box Hill, Australië).
In de internationale, open-label, gerandomiseerde fase 3-ENZAMET-studie wordt de werkzaamheid en veiligheid onderzocht van enzalutamide plus androgeendeprivatietherapie (ADT) versus standaardbehandeling met een niet-steroïdale androgeenreceptorantagonist (NSAA) plus ADT bij patiënten met nieuw-gediagnosticeerd, gemetastaseerd, hormoongevoelig prostaatcarcinoom (mHSPC). De primaire uitkomstmaat was de algehele overleving (OS). Belangrijke secundaire uitkomstmaten waren de PSA-progressievrije overleving (PFS), de klinische PFS en de veiligheid.
Eerdere resultaten van de ENZAMET-studie lieten zien dat na een mediane follow-up van 34 maanden enzalutamide plus ADT versus standaardbehandeling geassocieerd was met een significant betere OS, en PSA- en klinische PFS.1 Het OS-voordeel van enzalutamide plus ADT was aanwezig in de meeste subgroepen, maar was beperkter bij patiënten met een groot ziektevolume en bij patiënten die in een vroeg stadium met docetaxel behandeld waren. Sommige bijwerkingen kwamen vaker voor met enzalutamide plus ADT dan met de standaardbehandeling, met name na vroege behandeling met docetaxel.
Update
Na een mediane follow-up van 68 maanden bevestigen de geüpdatete resultaten dat behandeling met enzalutamide plus ADT versus standaardbehandeling in de totale populatie geassocieerd is met een significant OS-voordeel, maar in beperktere mate bij patiënten met een groot ziektevolume en na vroege behandeling met docetaxel.2 Daarnaast was enzalutamide plus ADT met of zonder docetaxel geassocieerd met een betere PSA-PFS bij patiënten met synchrone of metachrone metastasen in combinatie met hoog- dan wel laag-volumeziekte.
Interpretatie
“De kracht van de ENZAMET-studie is het gebruik van een actieve controlearm, die vergelijking met hedendaagse studies mogelijk maakt, de mogelijkheid van gelijktijdige behandeling met docetaxel, de inclusie van verschillende prognostische groepen en het hanteren van de OS als primaire uitkomstmaat. Beperkingen waren dat docetaxel niet gerandomiseerd was en dat de studie niet ontworpen was voor een robuuste analyse van subgroepen. De klinische implicaties van de huidige resultaten zijn dat enzalutamide over het algemeen geassocieerd was met een betere werkzaamheid in alle subgroepen en dat ze het klinische voordeel van enzalutamide bij mHSPC bevestigen, met name bij patiënten met laag-volumeziekte”, aldus Ian Davis.
Referenties
1. Davis ID, et al. N Engl J Med 2019;381:121-31.
2. Davis ID, et al. J Clin Oncol 2022;40(suppl 17): abstr LBA5004.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer
Congres Up-to-date 2022 vol 7 nummer 2
Commentaar dr. Debbie Robbrecht, internist-oncoloog, Erasmus MC Kankerinstituut, Rotterdam
Tijdens de 2022 ASCO Annual Meeting werden veelbelovende resultaten gepresenteerd van studies naar nieuwe behandelingen voor prostaat- en blaascarcinoom. Bijvoorbeeld van de fase 2/3-QUILT-3.032-studie waarin men de werkzaamheid en veiligheid onderzocht van het T- en natural-killercel-activerende IL-15-fusie-eiwit N-803 plus Bacillus Calmette-Guerin (BCG) bij 160 patiënten met BCG-refractair, niet-spierinvasief blaascarcinoom. Hiervan hadden 83 patiënten carcinoma in situ (CIS; cohort A) en 77 patiënten een papillair urotheelcelcarcinoom (cohort B).1 De resultaten lieten zien dat behandeling met N-803 plus BCG geassocieerd was met een veelbelovend percentage complete respons (CR) van 71% bij patiënten met CIS en een mediane CR-duur van 24,1 maanden. Na twee jaar had 96% van de patiënten nog geen progressie naar spierinvasieve blaaskanker. Bij patiënten met een papillair urotheelcelcarcinoom was de ziektevrije overleving na twee jaar 48%. Daarnaast bleek na twee jaar cystectomie nog steeds niet nodig te zijn bij meer dan 90% van de patiënten in beide cohorten. De behandeling werd bovendien goed verdragen en was geassocieerd met weinig systemische bijwerkingen, zoals we die bijvoorbeeld kennen van immunotherapie.
Een tweede studie betrof de gerandomiseerde fase 3-TheraP-studie waarin men de werkzaamheid en veiligheid bepaalde van 177Lu-PSMA-617 vergeleken met cabazitaxel bij patiënten met progressief, PSMA-positief, gemetastaseerd, castratieresistent prostaatcarcinoom (mCRPC) na eerdere behandeling met ten minste docetaxel. Uit de gepresenteerde resultaten bleek echter dat de twee behandelingen geassocieerd waren met een vergelijkbare algehele overleving (OS).2 Wel is de mediane OS met beide behandelingen ongeveer negentien à twintig maanden, wat langer is dan je verwacht bij een derdelijnsbehandeling. Mogelijk heeft dit te maken met de mogelijkheid van cross-over naar de andere behandelarm. In ieder geval bevestigen de resultaten dat patiënten met PSMA-positief mCRPC baat hebben bij behandeling met 177Lu-PSMA-617 in de latere lijn, zoals ook in Nederland voor deze therapie geïndiceerd is en tijdens het ASCO-congres ook naar voren kwam op basis van een post-hoc subgroepanalyse van de gerandomiseerde fase 3-VISION-studie.3 Hierin werd getoond dat 177Lu-PSMA effectiviteit behoudt ook bij patiënten die eerder behandeld zijn met cabazitaxel.
Verder waren er nieuwe resultaten van de ENZAMET-studie. In deze gerandomiseerde fase 3-studie wordt de werkzaamheid en veiligheid onderzocht van enzalutamide plus androgeendeprivatietherapie (ADT) versus standaardbehandeling met een niet-steroïdale androgeenreceptorantagonist (NSAA) plus ADT bij patiënten met nieuw-gediagnosticeerd, gemetastaseerd, hormoongevoelig prostaatcarcinoom (mHSPC). De geüpdatete analyse bevestigde de eerdere bevinding dat behandeling met enzalutamide plus ADT versus standaardbehandeling geassocieerd is met een significant OS-voordeel.4 Verder viel op dat 45% van de patiënten naast enzalutamide en ADT ook met docetaxel behandeld werd. De combinatie heeft geen betekenisvolle waarde ten opzichte van enkel enzalutamide toegevoegd aan ADT. Al met al bevestigen de resultaten van de ENZAMET-studie dat patiënten met mHSPC baat hebben bij een eerstelijnsbehandeling met ADT en een remmer van de androgeenreceptorpathway.
Referenties
1. Chamie K, et al. J Clin Oncol 2022;40(suppl 16): abstr 4508.
2. Hofman MS, et al. J Clin Oncol 2022;40(suppl 16): abstr 5000.
3. Vaishampayan N, et al. J Clin Oncol 2022;40(suppl 16): abstr 5001.
4. Davis ID, et al. J Clin Oncol 2022;40(suppl 17): abstr LBA5004.
In een podcast met prof. dr. ir. Koos van der Hoeven bespreekt dr. Debbie Robbrecht naast bovenstaande studies onder andere ook resultaten van de AURA-studie waarin men de uitkomst onderzocht van neoadjuvante behandeling met avelumab met of zonder chemotherapie bij patiënten met spierinvasief blaascarcinoom, en de rol van (gemethyleerd) circulerend tumor-DNA als mogelijke biomarker bij blaaskanker. Daarnaast bespreekt Robbrecht de waarde van cabozantinib als onderhoudsbehandeling bij gemetastaseerd blaascarcinoom en de mogelijkheid om genetische afwijkingen in FGFR3 op te sporen aan de hand van HE-kleuringen van blaascarcinomen. Deze podcast is te beluisteren op oncologie.nu/podcasts