De mogelijkheden van het tegen PD-L1 gerichte humane antilichaam avelumab worden momenteel bij een groot aantal verschillende vormen van kanker onderzocht. Dr. Luc Dirix rapporteerde in San Antonio over de resultaten van een fase 1-studie onder een ongeselecteerde groep van 168 patiënten met gemetastaseerde borstkanker.1
Dirix, medisch oncoloog in het Antwerpse Sint-Augustinus Ziekenhuis, vertelde zijn gehoor dat de studie uitwijst dat het veiligheidsniveau van avelumab aanvaardbaar genoemd mag worden. “De respons op de therapie in deze ongeselecteerde groep was echter bescheiden”, vervolgde hij. “De meeste baat bij de behandeling hebben patiënten met tripelnegatieve borstkanker bij wie ook immuuncellen werden gevonden waarin PD-L1 tot expressie komt. De aanwezigheid van dergelijke cellen is ook bij andere vormen een positief signaal.”
Aan de studie namen 168 patiënten deel met een zeer gevarieerd palet van mogelijke borsttumoren. De gemiddelde leeftijd was 55 jaar en hun ECOG-score was goed. Ze hadden voor inclusie minstens driemaal chemotherapie gehad. Ze werden om de week behandeld met 10 mg/kg avelumab zolang de tumorgroei en/of toxische effecten binnen de perken bleven. De mediane behandelduur was acht weken. Aan de behandeling gerelateerde bijwerkingen traden op bij 120 patiënten. Bij 24 patiënten waren die ernstig (TEAE ≥3). Zij kampten met vermoeidheid, bloedarmoede, verhoogd GGT, auto-immune hepatitis en artralgie. Twee patiënten stierven door therapiegerelateerde aandoeningen. Remissie werd gezien bij negen patiënten, bij 40 stabiliseerde de ziekte zich. Respons kwam in alle biomarkersubgroepen voor, maar nog het meest bij patiënten met tripelnegatieve tumoren.
Referentie
1. Dirix LY, et al. SABCS 2015; abstr S1-04.
Drs. H.E.A. Dassen, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2016 vol 7 nummer 1