Resultaten van de fase 2-POTENTIAL-studie laten zien dat neoadjuvante behandeling met nivolumab geassocieerd is met een pathologisch complete respons bij 23,1% van de patiënten met hoogrisico stadium I niet-kleincellig longcarcinoom. Daarnaast werd de behandeling goed verdragen, zo bleek tijdens het ESMO Congress 2024 uit de presentatie van prof. dr. Yasuhiro Tsutani (Osaka, Japan).
Immuuncheckpointremmers (ICI’s) zijn een belangrijke behandeloptie bij patiënten met stadium II/III niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC). Er is echter weinig bekend over de uitkomst van perioperatieve behandeling met ICI’s bij patiënten met stadium I-NSCLC.
In de fase 2-POTENTIAL-studie wordt de veiligheid en werkzaamheid bepaald van neoadjuvante behandeling met nivolumab bij patiënten met klinische stadium I-NSCLC met een hoog risico op een recidief. Patiënten met een genetische afwijking in EGFR, ALK of ROS1 worden geëxcludeerd van deelname. De primaire uitkomstmaat is het percentage patiënten met een pathologisch complete respons (pCR), wat wordt vastgesteld door een centrale beoordelingscommissie.
Goede respons
Ten tijde van de data-cutoff waren 52 patiënten geïncludeerd in de POTENTIAL-studie.1 Deze patiënten hadden een mediane leeftijd van 71 jaar, 78,8% was man, 55,8% had een adenocarcinoom en de tumoren van 15,4, 38,5 en 46,2% van de patiënten werden respectievelijk geclassificeerd als T1b, T1c en T2a.
“Na neoadjuvante behandeling werd bij alle 52 patiënten een complete resectie uitgevoerd. Het pCR-percentage was 23,1%, waarmee werd voldaan aan een pCR-percentage van minimaal 10%. Daarnaast was het percentage patiënten met een major pathologische respons 46,2%. Het radiologische responspercentage was 34,6% en verschilde daarmee enigszins van de pCR”, vertelde Yasuhiro Tsutani.
Veiligheid
Bijwerkingen van graad 3 of 4 en ernstige bijwerkingen kwamen voor bij respectievelijk 19,2 en 13,5% van de patiënten. Bij één patiënt (1,9%) werd de behandeling wegens bijwerkingen gestopt en geen van de patiënten overleed door behandelingsgerelateerde bijwerkingen. Huiduitslag, hypothyreoïdie en jeuk kwamen voor bij respectievelijk 19,2, 9,6 en 9,6% van de patiënten. Tsutani: “Behalve ACTH-deficiëntie van graad 3 of 4 bij 5,8% van de patiënten werden er geen nieuwe veiligheidssignalen geconstateerd.
Verder blijkt uit de preliminaire overlevingsresultaten dat de neoadjuvante behandeling met nivolumab gevolgd door complete resectie na twee jaar geassocieerd was met een recidiefvrije en algehele overleving van respectievelijk 88,0 en 93,8%.”
Referentie
1. Tsutani Y, et al. Ann Oncol 2024;35(suppl 2): abstr 1207MO.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer