Resultaten van de VOLGA-studie laten zien dat ctDNA-clearance na neoadjuvante behandeling met durvalumab, tremelimumab en enfortumab vedotin geassocieerd is met een pathologisch complete respons en relatief lange eventvrije overleving bij patiënten met spierinvasieve blaaskanker die niet in aanmerking komen voor behandeling met cisplatine. Deze resultaten werden tijdens het ESMO Congress 2024 gepresenteerd door dr. Alexandra Drakaki (Los Angeles, Verenigde Staten).
In de driearmige fase 3-VOLGA-studie wordt de uitkomst onderzocht van perioperatieve combinatiebehandeling met durvalumab, tremelimumab en enfortumab vedotin (EV) dan wel durvalumab plus EV versus standaardbehandeling bij patiënten met spierinvasieve blaaskanker (MIBC) die niet in aanmerking komen voor behandeling met cisplatine. De studie bestaat uit een veiligheidsinloop en een hoofdonderzoek. De primaire uitkomstmaat van de veiligheidsinloop is de veiligheid en verdraagbaarheid.
Eerder gepubliceerde resultaten van de veiligheidsinloop (n=17) lieten zien dat de tripletbehandeling geassocieerd was met een pathologisch complete respons (pCR) van 35% en een pathologisch niet-spierinvasieve respons van 53%.1 De huidige presentatie betreft een verkennende analyse van het aanwezige circulerende tumor-DNA (ctDNA) tijdens de veiligheidsinloop.2
ctDNA-clearance
Op baseline hadden tien van de zestien (62,5%) evalueerbare patiënten detecteerbaar ctDNA. “Na neoadjuvante tripletbehandeling waren zeven van deze tien (70%) patiënten ctDNA-negatief geworden. Patiënten die op baseline ctDNA-negatief waren, waren dit ook na de neoadjuvante behandeling. Van de zeven patiënten met ctDNA-clearance na neoadjuvante behandeling hadden vijf patiënten (71%) een pCR ten tijde van de chirurgie. De andere twee patiënten hadden geen pathologische respons en bleven T2. De drie patiënten die zowel op baseline als na de neoadjuvante behandeling ctDNA-positief waren, kregen ten tijde van de chirurgie een hogere stadiëring”, aldus Alexandra Drakaki.
Na een mediane follow-up van 10,8 maanden bleek dat patiënten die voor en na de neoadjuvante behandeling ctDNA-negatief waren en patiënten bij wie er ctDNA-clearance werd geconstateerd een langere eventvrije overleving hadden dan patiënten die ctDNA-positief bleven. Drakaki: “Deze verkennende analyse ondersteunt ctDNA als predictieve biomarker bij patiënten met MIBC.”
Referenties
1. Powles T, et al. EMUC22 2022: poster LP166.
2. Drakaki A, et al. Ann Oncol 2024;35(suppl 2): abstr 1970MO.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer