Een eerstelijnsbehandeling met alleen pembrolizumab geeft een vergelijkbaar responspercentage als pembrolizumab plus chemotherapie bij patiënten met gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom en een hoge PD-L1-expressie. Dit blijkt uit de interimanalyse van de PAULIEN-studie die tijdens het ESMO Congress 2023 werd gepresenteerd.
Tot op heden is onduidelijk welke behandeling de beste responspercentages geeft bij patiënten met gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) en een PD-L1-expressie met een tumor proportion score (TPS) van 50% of hoger: pembrolizumab of pembrolizumab plus chemotherapie. Dit is onderzocht in de Nederlandse open-label, gerandomiseerde multicenter fase 3-PAULIEN-studie.1 Kennis hierover kan van belang zijn voor bijvoorbeeld patiënten bij wie een snelle respons noodzakelijk is.
ORR en DCR
In de PAULIEN-studie werden vijftig patiënten met gemetastaseerd NSCLC en een PD-L1-TPS ≥50% gerandomiseerd naar een behandeling met pembrolizumab (200 mg elke twee of drie weken) of pembrolizumab plus platinumbevattende chemotherapie (pemetrexed of paclitaxel). De coprimaire uitkomstmaten waren het objectieve responspercentage (ORR) en het percentage ziektecontrole (DCR). Secundaire uitkomstmaten waren de progressievrije overleving (PFS), algehele overleving (OS) en veiligheid.
In totaal waren 42 patiënten radiologisch evalueerbaar (17 in de pembrolizumabgroep en 25 in de combinatiegroep). Bij deze patiënten was de ORR na zes weken 38% met pembrolizumab versus 44% met de combinatie (p=0,68). De DCR was 88% in beide studiearmen (p=1,00). Na twaalf weken was de ORR 69% (met een complete respons bij 6% van de patiënten) in de pembrolizumabgroep versus 60% (geen complete responsen) in de combinatiegroep (p=0,57). De DCR na twaalf weken was respectievelijk 88 versus 80% (p=0,69).
Afname tumorgrootte
Met zowel pembrolizumabmonotherapie als de combinatie van pembrolizumab met chemotherapie was bij het merendeel van de patiënten een afname van de tumorgrootte te zien. Er werden geen nieuwe veiligheidssignalen gerapporteerd. De incidentie van bijwerkingen van graad 3 of 4 was 28% met pembrolizumab en 52% met pembrolizumab plus chemotherapie. In de pembrolizumabgroep staakte 6% van de patiënten de behandeling wegens bijwerkingen van graad 3 of 4, en 14% in de combinatiegroep.
De conclusie van de PAULIEN-studie was dat de ORR vergelijkbaar was tussen een eerstelijnsbehandeling met alleen pembrolizumab en de combinatie van pembrolizumab plus chemotherapie bij patiënten met gemetastaseerd NSCLC en een PD-L1-TPS van 50% of hoger. Verder onderzoek moet uitwijzen of er toch een subgroep van patiënten is die mogelijk voordeel heeft van de toevoeging van chemotherapie aan pembrolizumab.
Referentie
1. Houda I, et al. Ann Oncol 2023;34(Suppl 2): abstr 1445P.
Drs. Bianca Hagenaars, wetenschapsjournalist