De toevoeging van 177Lu-PSMA-617 aan enzalutamide verbetert de PSA- en radiologische progressievrije overleving bij gemetastaseerd, castratieresistent prostaatcarcinoom, zo blijkt uit de resultaten van de fase 2-ENZA-p-studie. Daarnaast bleek tijdens het ESMO Congress 2023 uit de presentatie van prof. dr. Louise Emmett (Darlinghurst, Australië) dat deze toevoeging niet geassocieerd is met een significante toename in toxiciteit.
De resultaten van de PREVAIL en VISION lieten zien dat respectievelijk enzalutamide versus placebo en Lutetium-177-PSMA-617 plus standaardzorg (SOC) versus SOC geassocieerd waren met een significant betere algehele overleving (OS) bij patiënten met gemetastaseerd, castratieresistent prostaatcarcinoom (mCRPC).1,2 In de gerandomiseerde fase 2-ENZA-p-studie werd de werkzaamheid en veiligheid onderzocht van enzalutamide in combinatie met 177Lu-PSMA-617 versus enzalutamide-monotherapie bij patiënten met hoog-risico, PSMA-positief mCRPC die nog niet behandeld waren met chemotherapie. “Hierbij kregen de patiënten in de experimentele arm standaard twee doses 177Lu-PSMA-617. Patiënten die volgens Gallium-68-PSMA-PET op dag 92 nog residuale ziekte hadden, kregen twee aanvullende doses 177Lu-PSMA-617. De primaire uitkomstmaat was de PSA-progressievrije overleving (PSA-PFS)”, aldus Louise Emmett. Secundaire uitkomstmaten waren onder andere de radiologische PFS (rPFS), de veiligheid en de OS.
Betere PSA-PFS
In totaal werden 83 patiënten gerandomiseerd naar de 177Lu-PSMA-arm en 79 naar de controlearm.3 Beide studiearmen waren goed in balans ten aanzien van de baseline patiënt- en tumorkenmerken. De mediane leeftijd was 71 jaar, ongeveer 60% van de patiënten had meer dan twintig PSMA-positieve metastasen en ruim 50% van de patiënten had de novo gemetastaseerde ziekte bij diagnose.
“De mediane PSA-PFS was dertien maanden met enzalutamide plus 177Lu-PSMA-617 en 7,8 maanden met enzalutamide alleen (HR 0,43; 95% BI 0,29-0,63; p=0,00001). Met deze behandelingen was de mediane rPFS respectievelijk zestien en twaalf maanden (HR 0,67; 95% BI 0,44-1,01). Verder was het 50% PSA-responspercentage (RR) 93% met enzalutamide plus 177Lu-PSMA-617 en 68% met enzalutamide. Voor het 90% PSA-RR was dit respectievelijk 78 en 37%”, vertelde Emmett.
Vergelijkbare toxiciteit
De toxiciteitsprofielen van beide behandelingen waren vergelijkbaar. Emmett: “Bijwerkingen kwamen voor bij 95% van de patiënten behandeld met enzalutamide plus 177Lu-PSMA-617 en 85% van de patiënten behandeld met enzalutamide. Bijwerkingen van graad 3 kwamen iets vaker voor in de 177Lu-PSMA-arm dan in de controlearm. Deze bijwerkingen waren vooral hematologisch: 4% van de patiënten in de 177Lu-PSMA-arm had anemie en 1% trombocytopenie van graad 3 (beide 0% in de controlearm). Ernstige bijwerkingen kwamen in beide studiearmen ongeveer even vaak voor: bij 33% van de patiënten behandeld met enzalutamide plus 177Lu-PSMA-617 en 35% van de patiënten behandeld met enzalutamide alleen. Hetzelfde gold voor de incidentie van bijwerkingen van graad 4 tot 5 (respectievelijk 6% en 4%. Deze bijwerkingen werden niet gerelateerd aan beide behandelingen.”
De geplande follow-up van de PFS en OS wordt verwacht in juli 2024. Daarnaast zal aandacht worden besteed aan de analyse van (potentiële) biomarkers met beeldverwerking en in liquid biopsies.
Referenties
1. Beer TM, et al. N Engl J Med 2014;371:424-33.
2. Sartor O, et al. N Engl J Med 2021;385:1091-103.
3. Emmett L, et al. Ann Oncol 2023;34(suppl 2): abstr LBA84.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer
Congres Up-to-date 2023 vol 8 nummer 3