Combinatie van een taxaan (paclitaxel) met anti-CLTA-4 (tremelimumab) resulteerde in een respons bij 26% van de patiënten met gemetastaseerd urotheelcarcinoom die een recidief ontwikkelden na behandeling met chemotherapie en anti-PD-(L)1-immunotherapie. Sarah Einerhand (Antoni van Leeuwenhoek, Amsterdam) presenteerde de eerste resultaten van de fase 1/2 ICRA-studie tijdens het ESMO Congress 2023.
Patiënten met gemetastaseerd urotheelcarcinoom (mUC) die refractair zijn voor platinumbevattende chemotherapie en anti-PD-(L)1-immunotherapie hebben een slechte prognose en beperkte behandelopties, waaronder vinflunine en taxanen, en sinds april 2022 ook enfortumab vedotin. In de ICRA-studie werd gezocht naar combinaties die een verbeterde respons geven op checkpointblokkade. Taxanen kunnen mogelijk zorgen voor inductie van een immuunrespons; daarom werd gekozen voor een combinatie van tremelimumab (anti-CTLA-4) met paclitaxel (taxaan), met of zonder durvalumab (anti-PD-L1).
ICRA-studie
Patiënten met mUC die een recidief hadden na platinumbevattende chemotherapie en anti-PD-(L)1 kregen in de eerste fase van de ICRA-studie (n=15) paclitaxel in combinatie met oplopende concentraties tremelimumab (75, 225 of 750 mg), of paclitaxel met zowel tremelimumab (75 of 300 mg) als durvalumab.1 “In deze fase werd geen dosisbeperkende toxiciteit gezien”, vertelde Sarah Einerhand. In de expansiefase werd verdergegaan met paclitaxel plus 750 mg tremelimumab (arm A, n=20) of paclitaxel met 300 mg tremelimumab en 1.500 mg durvalumab (arm B, n=12). Arm C (n=12) werd toegevoegd als vergelijkende arm waarin de patiënten alleen 750 mg tremelimumab kregen.
De meest voorkomende bijwerkingen waren misselijkheid, vermoeidheid, anemie en neuropathie. Huiduitslag, jeuk, hypothyreoïdie en colitis waren de meest voorkomende immuungerelateerde bijwerkingen. Bijwerkingen van graad 3-4 kwamen voor bij 55%, 67% en 33% van de patiënten in respectievelijk arm A, B en C. In arm B kwamen vaker chemotherapie-gerelateerde bijwerkingen van graad 3-4 voor.
Primaire uitkomst bereikt
“De primaire uitkomst van deze studie werd bereikt met een bevestigd objectief responspercentage van 26% in arm A (88% BI 14-37%), en 8% in arm B en C”, zei Einerhand. Het percentage dat klinisch voordeel had (complete of partiële respons, of stabiele ziekte) was 32%, 33% en 17% in respectievelijk arm A, B en C. Reductie van tumorvolume was zichtbaar bij 50% en 67% van de patiënten in arm A en B ten opzichte van 17% in arm C.
Bij een mediane follow-up van 9,5 maanden was de mediane algehele overleving respectievelijk 16,0, 13,9 en 6,6 maanden (p=0,68), en de mediane progressievrije overleving was 5,7, 6,5 en 2,8 maanden in arm A, B en C (p=0,27).
“Tremelimumab kan een respons geven bij sommige patiënten na anti-PD-(L)1-behandeling, en combinaties met een taxaan lijken actiever te zijn dan monotherapie”, concludeerde Einerhand. “Momenteel zijn nieuwe middelen met betere initiële tumorcontrole in ontwikkeling voor mUC. Toekomstige studies zouden nieuwe combinaties met hoge-dosis anti-CTLA-4 kunnen onderzoeken voor synergie.”
Referentie
1. Einerhand SM, et al. Ann Oncol 2023;34(suppl_2): LBA103.
Dr. Astrid Danen, wetenschapsjournalist