De eerste resultaten van de fase 2-KEYNOTE-B61-studie laten zien dat eerstelijnsbehandeling met pembrolizumab plus lenvatinib veilig is en geassocieerd met een veelbelovende respons bij 82 patiënten met gevorderd, niet-heldercellig niercelcarcinoom. Na een mediane follow-up van 8,2 maanden waren het objectieve respons- en ziektecontrolepercentage respectievelijk 47,6% en 79,3%, zo bleek tijdens het ESMO Congress 2022 uit de presentatie van dr. Laurence Albiges (Villejuif, Frankrijk).
Niet-heldercellig niercelcarcinoom (nccRCC) is een heterogene groep agressieve tumoren met weinig behandelopties. Wel bleek in de eerste lijn zowel pembrolizumabmonotherapie als combinatiebehandeling met lenvatinib plus everolimus geassocieerd met een hoopgevende activiteit bij patiënten met gevorderd nccRCC.1,2 Daarnaast lieten de resultaten van de fase 3-CLEAR/KEYNOTE-581-studie zien dat eerstelijnsbehandeling met pembrolizumab plus lenvatinib vergeleken met sunitinib geassocieerd was met een significant betere algehele en progressievrije overleving (OS en PFS) bij patiënten met heldercellig niercelcarcinoom.3
In de eenarmige fase 2-KEYNOTE-B61-studie onderzoekt men de werkzaamheid en veiligheid van eerstelijnsbehandeling met pembrolizumab plus lenvatinib bij patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd nccRCC. De primaire uitkomstmaat is het onafhankelijk bepaalde objectieve responspercentage (ORR). De presentatie van Laurence Albiges betrof de eerste resultaten van KEYNOTE-B61.
Respons
De resultaten laten zien dat eerstelijnsbehandeling met pembrolizumab plus lenvatinib (n=82) geassocieerd was met een ORR van 47,6% en een ziektecontrolepercentage van 79,3%.4 “Daarnaast was een belangrijke bevinding dat zowel papillair, niet-geclassificeerd als translocatie-nccRCC geassocieerd was met een hoge ORR, respectievelijk 52,9%, 71,4% en 60,0%. De respons was alleen beperkt bij chromofoob niercelcarcinoom: 13,3%. Daarnaast was de ORR 30,0% en 48,1% bij respectievelijk tumoren met of zonder sarcomatoïde kenmerken, en 54,5% en 27,3% bij tumoren met een PD-L1 gecombineerde positieve score van ≥1 of <1. De respons bleek ook onafhankelijk van de risicoscore volgens het International Metastatic RCC Database Consortium. Deze was 56,3% en 42,0% bij respectievelijk tumoren met een gunstige dan wel intermediaire/ongunstige risicoscore. Van de 82 patiënten hadden 71 patiënten (86,5%) minimaal enige vermindering in tumorvolume”, aldus Albiges. Na een mediane follow-up van 8,2 maanden werd de mediane responsduur niet bereikt en de behandeling vervolgd bij alle patiënten met een bevestigde respons. De mediane tijd tot respons was 2,8 maanden.
Secundaire uitkomstmaten
Na de beperkte follow-up waren de PFS en OS nog immatuur en werden de mediane PFS en OS niet bereikt. Albiges: “Wel kunnen we constateren dat na zes maanden behandeling met pembrolizumab plus lenvatinib 72,3% van de patiënten geen progressie heeft of overleden is en 87% van de patiënten nog in leven is.”
Behandelingsgerelateerde bijwerkingen (TRAE’s) kwamen voor bij 86,4% van de patiënten. “We constateerden geen nieuwe veiligheidssignalen. De meest voorkomende TRAE was hypertensie (48,3%), met name van graad 1 of 2”, aldus Albiges. Andere vaak voorkomende TRAE’s waren diarree, hypothyreoïdie (beide 25,2%), dysfonie (24,5%) en vermoeidheid (22,4%), vrijwel altijd van graad 1 of 2.
Referenties
1. McDermott DF, et al. J Clin Oncol 2021;39:1029-39.
2. Hutson TE, et al. Eur Urol 2021;80:162-70.
3. Motzer R, et al. N Engl J Med 2021;384:1289-300.
4. Albiges L, et al. Ann Oncol 2022;33(suppl_7):S660-S680.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer
Congres Up-to-date 2022 vol 7 nummer 3
Commentaar prof. dr. John Haanen, internist-oncoloog, Antoni van Leeuwenhoek, Amsterdam
Tijdens het ESMO Congress 2022 werden er spraakmakende resultaten gepresenteerd van nieuwe behandelingen voor niercelcarcinoom (RCC). Bijvoorbeeld van de fase 3-COSMIC-313-studie naar de uitkomst van cabozantinib dan wel placebo in combinatie met de huidige standaardbehandeling bestaande uit nivolumab plus ipilimumab bij patiënten met de novo, gevorderd RCC en een intermediair of ongunstig risicoprofiel. Na een mediane follow-up van 20,2 maanden bleek dat de tripletbehandeling versus de controlebehandeling geassocieerd was met een significant betere progressievrije overleving (PFS).1 Opmerkelijk genoeg bleek uit een subgroepanalyse dat dit PFS-voordeel aanwezig was bij patiënten met een intermediair risico, maar niet bij patiënten met een hoog risico, terwijl je gewoonlijk een groter effect ziet in deze laatste subgroep. Verder is de triplettherapie geassocieerd met aanzienlijke toxiciteit, waaronder ASAT/ALAT-stijgingen van graad 3 of hoger, en frequente stopzetting van een van de middelen. Kortom, een behandeling die geassocieerd is met een verbetering van de PFS, maar in dit vroege stadium niet practice changing.
In de fase 2-LITESPARK-003-studie evalueerde men de uitkomst van cabozantinib in combinatie met de nieuwe HIF-2α-remmer belzutifan bij niet eerder behandelde patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd, heldercellig RCC. Deze combinatiebehandeling was geassocieerd met een objectief responspercentage (ORR) van 57% en een ziektecontrolepercentage van 94%, twee opvallend hoge percentages.2 Dit valt mogelijk te verklaren door het feit dat het merendeel van de patiënten die baat hadden bij de behandeling een gunstig risico had. We weten namelijk dat angiogeneseremmers, waartoe cabozantinib en belzutifan behoren, het gewoonlijk goed doen in deze patiëntengroep. Verder viel op dat de mediane responsduur maar liefst 28,6 maanden was. Samengevat is cabozantinib plus belzutifan een interessante combinatiebehandeling bij niet eerder behandelde patiënten met gevorderd RCC.
Niet-heldercellig RCC (nccRCC) vormt een aparte, minder voorkomende vorm van RCC, waarbij de standaard eerstelijnsbehandeling bestaat uit cabozantinibmonotherapie. Omdat we ook weten dat immunotherapie van waarde kan zijn, is het niet vreemd dat men in de eenarmige fase 2-KEYNOTE-B61-studie de uitkomst onderzocht van pembrolizumab plus de angiogeneseremmer lenvatinib. De resultaten laten zien dat deze combinatiebehandeling geassocieerd is met een ORR van 48% en responsen bij de meeste nccRCC-vormen, behalve bij chromofobe nccRCC.3 Desalniettemin een hoopgevend resultaat voor patiënten met deze vorm van RCC.
Referenties
1. Choueiri TK, et al. Ann Oncol 2022;33(suppl_7):S808-S869.
2. Merchan J, et al. Ann Oncol 2022;33(suppl_7):S660-S680.
3. Albiges L, et al. Ann Oncol 2022;33(suppl_7):S660-S680.
In een podcast met prof. dr. ir. Koos van der Hoeven bespreekt prof. dr. John Haanen naast bovenstaande studieresultaten ook die van de IMmotion010- en CheckMate 914-studie naar adjuvante behandeling met respectievelijk atezolizumab dan wel nivolumab plus ipilimumab bij patiënten met hoog-risico RCC, en van de PROSPER-studie naar de uitkomst van perioperatief nivolumab voor hoog-risico RCC. Deze podcast is te beluisteren op oncologie.nu/podcasts