Adjuvante behandeling met atezolizumab versus placebo leidt niet een significant betere ziektevrije overleving bij patiënten met niercelcarcinoom en een gemiddeld tot hoog risico op een recidief. Dit concludeerde prof. dr. Axel Bex (Londen, Verenigd Koninkrijk) tijdens het ESMO Congress 2022 op basis van de resultaten van de fase 3-IMmotion010-studie.
De standaardbehandeling bij locoregionaal of oligometastatisch niercelcarcinoom is gedeeltelijke of radicale nefrectomie. Desondanks krijgen veel patiënten te maken met een recidief.1 Volgens Axel Bex is het daarom niet verrassend dat veel onderzoek gericht is op de effectiviteit en veiligheid van adjuvante behandelingen bij niercelcarcinoom.
In de gerandomiseerde fase 3-IMmotion010-studie onderzoekt men de effectiviteit en veiligheid van de PD-L1-remmer atezolizumab bij patiënten met niercelcarcinoom en een gemiddeld tot hoog risico op een recidief. Hiervoor werden 778 patiënten gerandomiseerd naar atezolizumab, dan wel placebo. De primaire uitkomstmaat is de door de onderzoeker bepaalde ziektevrije overleving (DFS). Belangrijke secundaire uitkomstmaten zijn onder andere de algehele overleving (OS), DFS zoals vastgesteld volgens onafhankelijke review, DFS na stratificatie op basis van PD-L1-expressie en de veiligheid.
Geen voordeel
Bij een minimale follow-up van 38,6 maanden was de mediane DFS niet significant verschillend tussen beide armen; 57,2 maanden met atezolizumab versus 49,5 maanden met placebo (HR 0,93; 95% BI 0,75-1,15).2 De subgroepanalyse liet zien dat alleen vrouwen meer baat hadden bij atezolizumab dan bij placebo. De mediane OS werd niet bereikt. Bex: “Uit de exploratieve post-hocanalyse bleek atezolizumab versus placebo geen significant DFS-voordeel te bieden bij de populaties met een PD-L1-expressie op immuuncellen in de tumor van <1%, 1-5% en >5%.”
Behandelingsgerelateerde bijwerkingen van graad 3 of 4 kwamen voor bij 14,1% in de atezolizumab-arm versus 4,7% in de placeboarm. Atezolizumab en placebo werden vanwege bijwerkingen stopgezet bij respectievelijk 11,5% en 2,6% van de patiënten. Geen van de patiënten overleed aan behandelingsgerelateerde bijwerkingen. Bijwerkingen van elke graad die 5% of vaker voorkwamen bij atezolizumab dan bij placebo waren artralgie, pruritis, hypothyreoïdie, huiduitslag, pyrexie en een droge mond.
Toekomstig onderzoek
Bex: “Hoewel niet significant, leek de populatie met een PD-L1-expressie van >5% voordeel te hebben van atezolizumab. Het is zinvol om de effectiviteit van atezolizumab verder te onderzoeken in de subgroepen met een hoge PD-L1-expressie en het sarcomatoïde subtype. In de toekomst worden resultaten verwacht van studies naar mogelijke biomarkers die voorspellen welke patiënten baat hebben bij adjuvante behandeling met atezolizumab. Daarnaast is verder onderzoek nodig naar de rol van immunotherapie in de adjuvante behandeling van niercelcarcinoom.”
Referenties
1. Klatte T, et al. World J Urol 2018;36:1943-52.
2. Bex A, et al. Ann Oncol 2022;33(suppl 7):S808-S869.
Carmen Paus, MSc, medical writer
Congres Up-to-date 2022 vol 7 nummer 3