De eerder gepresenteerde resultaten van de TROPiCS-02-studie naar sacituzumab govitecan (SG) bij patiënten met HR-positief, HER2-negatief, gemetastaseerd mammacarcinoom lieten een betere progressievrije en algehele overleving zien met SG versus een behandeling naar keuze van de onderzoeker.1,2 Dr. Frederik Marmé (Mannheim, Duitsland) liet tijdens het ESMO Congress 2022 zien dat SG werkzaam is ongeacht de HER2-IHC-status (HER2-laag en HER2-IHC0).
“HER2-laag-tumoren, gedefinieerd als IHC1+, IHC2+ of in-situhybridisatie (ISH)-negatief, zijn een relatief recent geïdentificeerde subpopulatie van HER2-negatieve patiënten”, zei Frederik Marmé. In een post-hoc subgroepanalyse van de TROPiCS-02-studie is de werkzaamheid van het antilichaam-geneesmiddelconjugaat sacituzumab govitecan (SG) onderzocht bij patiënten met HER2-laag en HER2-IHC0 HR-positief, HER2-negatief, gemetastaseerd mammacarcinoom.3
In de TROPiCS-02 studie werden patiënten geïncludeerd met lokaal gevorderd of gemetastaseerd, HR-positief, HER2-negatief mammacarcinoom die eerder behandeld waren met endocriene therapie, een taxaan en een CDK4/6-remmer. Zij hadden daarnaast minstens twee, maar niet meer dan vier eerdere lijnen chemotherapie voor gemetastaseerde ziekte gehad. De geïncludeerde patiënten (n=543) werden 1:1 gerandomiseerd naar een behandeling met SG of een behandeling naar keuze van de onderzoeker (TPC).
Overeenkomende resultaten
In de intention-to-treat (ITT)-populatie van de TROPiCS-02 was 52% van de patiënten HER2-laag, 40% HER-IHC0 en van 8% kon de HER2-status niet bepaald worden; zij werden uitgesloten van de analyses. Marmé: “SG verbeterde de progressievrije overleving (PFS) significant versus TPC in beide HER2-negatieve subgroepen.” De mediane PFS was 6,4 maanden met SG versus 4,2 maanden met TPC in de HER2-laag-subgroep (HR 0,58; p<0,001) en respectievelijk 5,0 versus 3,4 maanden in de HER2-IHC0-subgroep (HR 0,72; p=0,05). “Deze data komen overeen met de resultaten van de ITT-populatie in de TROPiCS-02-studie (mediane PFS 5,5 maanden met SG versus 4,0 maanden met TPC; HR 0,66; p=0,0003).” Het objectieve responspercentage (ORR) was voor de HER2-laag-subgroep hoger met SG (26%) dan met TPC (12%), maar was vergelijkbaar tussen beide behandelarmen in de HER2-IHC0-subgroep (respectievelijk 16% en 15%). Het percentage patiënten dat klinisch voordeel had van de behandeling was hoger met SG versus TPC in beide HER2-negatieve subgroepen en ook de mediane duur van de respons was langer met SG in beide subgroepen.
Effectieve behandeloptie
“Het veiligheidsprofiel van SG in de HER2-laag- en HER2-IHC0-groep kwam overeen met het profiel van de TROPiCS-02-veiligheidspopulatie”, gaf Marmé verder aan. Hij concludeerde dat SG de uitkomsten van zowel de HER2-laag- als de HER2-IHC0-subgroep verbetert ten opzichte van een behandeling naar keuze van de onderzoeker, overeenkomstig de resultaten van de ITT-populatie van de TROPiCS-02. “SG kan dan ook beschouwd worden als een effectieve behandeloptie voor patiënten met HR-positief, HER2-negatief, gemetastaseerd mammacarcinoom, ongeacht de HER2-IHC-status”, aldus Marmé.
Referenties
1. Rugo HS, et al. J Clin Oncol 2022;40(17_suppl):LBA1001.
2. Rugo HS, et al. Ann Oncol 2022;33(suppl_7):S808-S869.
3. Schmid P, et al. Ann Oncol 2022;33(suppl_7):S88-S121.
Drs. Bianca Hagenaars, wetenschapsjournalist
Congres Up-to-date 2022 vol 7 nummer 3