Combinatie van enfortumab vedotin met pembrolizumab resulteerde in een hoog responspercentage en veelbelovende progressievrije en algehele overleving, met beheersbare toxiciteit, bij patiënten met gevorderd urotheelcarcinoom die niet in aanmerking komen voor cisplatine in de eerste lijn. Deze resultaten presenteerde dr. Jonathan Rosenberg (New York, Verenigde Staten) tijdens het ESMO Congress 2022.
Patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd urotheelcarcinoom (UC) die niet in aanmerking komen voor behandeling met cisplatine hebben in de eerste lijn zeer beperkte opties. Monotherapie met enfortumab vedotin (EV) of pembrolizumab (P) resulteerde in een overlevingsvoordeel bij eerder behandelde patiënten met gevorderd UC. In de EV-103-studie combineerden Jonathan Rosenberg en collega’s beide middelen (EV+P) in de eerste lijn. De eerste resultaten lieten een bemoedigende veiligheid en effectiviteit zien.1 Tijdens het ESMO Congress 2022 presenteerde Rosenberg de resultaten van cohort K van deze studie.2
De EV-103-studie is een multicohort fase 1/2-studie waarin meerdere middelen worden getest in combinatie met EV bij patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd UC. In het fase 2-cohort K werden 151 patiënten die niet in aanmerking kwamen voor cisplatine in de eerste lijn 1:1 gerandomiseerd tussen EV+P of EV-monotherapie. De studie was niet ontworpen om een formele statistische vergelijking tussen beide armen te maken. Het objectieve responspercentage (ORR) vormde de primaire uitkomstmaat.
Goede respons
In de groep behandeld met EV+P was de ORR 64,5%, met een complete respons bij 10,5%. Responsen traden snel op. “De overgrote meerderheid van de responsen werd gezien tijdens de eerste beoordeling van de ziekte”, aldus Rosenberg. Met EV-monotherapie was de ORR 45,2%, met een complete respons bij 4,1%, wat volgens Rosenberg zeer vergelijkbaar is met wat is gerapporteerd in eerdere fase 1-, 2- en 3-studies.
Bij 97,1% van de patiënten die werden behandeld met EV+P was reductie van het tumorvolume zichtbaar. Er was geen verschil in het percentage patiënten dat reageerde op de behandeling op basis van de PD-L1-status (combined positive score (CPS) <10 of ≥10). De mediane responsduur werd niet bereikt met EV+P en was 13,2 maanden met EV-monotherapie. Rosenberg: “Ongeveer 65% van de patiënten in de EV+P-groep vertoont na twaalf maanden nog steeds respons.”
Omdat de mediane follow-up pas vijftien maanden was, verwacht Rosenberg dat de getallen van de progressievrije en algehele overleving (PFS en OS) nog zullen veranderen. De mediane PFS werd niet bereikt met EV+P en was 8,0 maanden met EV-monotherapie. De eenjaars-PFS was respectievelijk 55,1% en 35,8%. De mediane OS was respectievelijk 22,3 en 21,7 maanden, en de eenjaars-OS was 80,7% en 70,7%.
EV-gerelateerde bijwerkingen van speciaal belang waren huidreacties, perifere neuropathie, oogaandoeningen, hyperglykemie en infusiereacties. De combinatie EV+P leidde vaker tot huidreacties, maar niet tot serieuze huidreacties.
“EV+P wordt verder onderzocht in drie lopende fase 3-studies. De combinatie EV+P heeft de potentie om een behandeloptie in de eerste lijn te worden voor patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd UC die niet in aanmerking komen voor cisplatine”, aldus Rosenberg.
Referenties
1. Hoimes CJ, et al. J Clin Oncol 2022 Aug 30. doi: 10.1200/JCO.22.01643. Online ahead of print.
2. Rosenberg JE, et al. Ann Oncol 2022;33(suppl_7):S808-S869.
Dr. Astrid Danen, wetenschapsjournalist
Congres Up-to-date 2022 vol 7 nummer 3
Commentaar dr. Debbie Robbrecht, internist-oncoloog, Erasmus MC, Rotterdam
De studies bij prostaatkanker zijn vaak complex en lopen vaak lang, zo ook de RADICALS-HD-studie. In deze studie is onderzocht of androgeendeprivatietherapie (ADT) toegevoegd aan postoperatieve radiotherapie zinvol is en of ADT dan beter voor een korte periode van zes maanden of een lange periode van 24 maanden gegeven kan worden.1 De resultaten van twee vergelijkingen werden gepresenteerd: alleen radiotherapie (geen ADT) versus radiotherapie plus kort ADT, en radiotherapie plus kort ADT versus radiotherapie plus lang ADT. De follow-up was negen jaar. Patiënten die kort behandeld werden met ADT hadden vaker ongunstige ziektekarakteristieken op baseline, zoals positieve chirurgische marges, stadium pT3b-tumoren of een hogere Gleason-score. Wat betreft de primaire uitkomstmaat, metastasevrije overleving (MFS), was er geen verschil tussen alleen radiotherapie en radiotherapie plus kort ADT. Er was ook geen verschil in algehele overleving (OS) tussen deze groepen. De noodzaak voor salvage ADT werd wel uitgesteld bij patiënten die kortdurend met ADT behandeld waren. Bij de vergelijking radiotherapie plus kort ADT versus radiotherapie plus lang ADT was de MFS wel significant verschillend ten faveure van de lange behandeling met ADT, met een absoluut verschil van 6% na tien jaar. Ook werd er in deze groep een langere tijd tot gebruik van salvage ADT gezien. De OS was niet significant verschillend tussen de twee groepen. Hoewel deze resultaten laten zien dat ADT gedurende twee jaar toegevoegd aan radiotherapie mogelijk zinvol kan zijn voor hoog-risicopatiënten, verwacht ik niet dat deze data de huidige praktijk in Nederland zullen veranderen.
Ook werden tijdens het ESMO Congress 2022 weer resultaten gepresenteerd van de STAMPEDE-multicohortstudie. Deze keer van twee studies binnen het STAMPEDE-platform, bij patiënten met hormoonsensitief prostaatcarcinoom (mHSPC) met in de ene studie ADT met daaraan toegevoegd abirateron plus prednison (AAP) versus standard of care (ADT +/- docetaxel) en in de andere studie ADT met daaraan toegevoegd AAP en enzalutamide versus standard of care (ADT +/- docetaxel).2 Het is al bekend dat de toevoeging van middelen gericht tegen de androgeenreceptor bij mHSPC van toegevoegde waarde is. In deze studie werd onderzocht of het toevoegen van enzalutamide extra voordeel gaf. Er werd naar de interactie gekeken tussen de uitkomsten van de beide studies en dit liet zien dat het toevoegen van AAP aan de standaardbehandeling de bekende overlevingswinst gaf, maar dat het toevoegen van enzalutamide geen extra winst gaf wat betreft de MFS, maar wel meer toxiciteit. Volgens mij is het toevoegen van een extra middel gericht tegen de androgeenreceptor aan ADT plus AAP ook niet de weg die we moeten inslaan.
Tot slot werden de resultaten van cohort K uit de EV-103-studie gepresenteerd, naar enfortumab vedotin (EV) bij patiënten met gemetastaseerd urotheelcarcinoom die niet in aanmerking kwamen voor cisplatinebevattende chemotherapie.3 Dit is een belangrijke populatie; we zijn echt op zoek naar nieuwe behandelopties om de uitkomsten bij deze patiënten te verbeteren. In deze studie hadden de patiënten die behandeld werden met EV plus pembrolizumab een responspercentage van ruim 64% versus 45% bij de patiënten die alleen met EV werden behandeld, met zelfs een complete respons bij 10% van de patiënten in de combinatiegroep en een partiële respons bij 50%. Deze activiteit was onafhankelijk van de PD-L1-status van patiënten. Dit zijn mooie en veelbelovende responspercentages. We wachten nu de resultaten af van de studie waarin eerstelijns EV + pembrolizumab wordt vergeleken met standaard chemotherapie (EV-302).
Referenties
1. Parker CC, et al. Ann Oncol 2022;33(suppl_7):S808-S869.
2. Attard G, et al. Ann Oncol 2022;33(suppl_7):S808-S869.
3. Rosenberg JE, et al. Ann Oncol 2022;33(suppl_7):S808-S869.
In een podcast met prof. dr. ir. Koos van der Hoeven bespreekt dr. Debbie Robbrecht naast bovenstaande studies ook de biomarkeranalyse en geüpdatete resultaten van de fase 3-PROpel-studie, evenals de resultaten van verkennend biomarkeronderzoek uit de fase 3-CheckMate 274-studie. Deze podcast is te beluisteren op oncologie.nu/podcasts.