In de JUPITER-06-studie is gekeken naar de werkzaamheid en veiligheid van de PD-1-remmer toripalimab plus chemotherapie als eerstelijnsbehandeling bij gevorderd of gemetastaseerd plaveiselcelcarcinoom van de slokdarm. Het toevoegen van toripalimab aan chemotherapie verbeterde zowel de progressievrije als de algehele overleving, presenteerde dr. Feng Wang (Guangzhou, China) namens hoofdonderzoeker dr. Ruihua Xu tijdens het ESMO Congress 2021.
De JUPITER-06-studie is een gerandomiseerde, dubbelblinde fase 3-studie naar de eerstelijnsbehandeling met de PD-1-remmer toripalimab plus chemotherapie. In deze studie werden 514 patiënten met gevorderd of gemetastaseerd plaveiselcelcarcinoom van de slokdarm (esophageal squamous cell carcinoma; ESCC) gerandomiseerd naar een behandeling met toripalimab plus chemotherapie (cisplatine plus paclitaxel) gevolgd door een onderhoudsbehandeling met toripalimab (n=257) versus placebo plus chemotherapie gevolgd door een onderhoudsbehandeling met placebo (n=257).1 Coprimaire uitkomstmaten waren de progressievrije overleving (PFS) en algehele overleving (OS). Daarnaast werd ook gekeken naar onder andere het objectieve responspercentage (ORR), de duur van de respons (DOR), de PFS- en OS-percentages na één jaar en de veiligheid.
PFS-voordeel
Het toevoegen van toripalimab aan chemotherapie leidde tot een significante verbetering van de PFS. De mediane PFS was 5,7 maanden met toripalimab plus chemotherapie en 5,5 maanden met placebo plus chemotherapie (HR 0,58; 95% BI 0,461-0,738; p<0,00001). Het aantal patiënten dat na één jaar vrij van progressie was, zo liet Feng Wang zien, was 27,8% in de toripalimab- en 6,1% in de placebogroep. “We zagen ook een significant betere OS met toripalimab versus placebo”, zei Wang. De mediane OS was 17,0 versus 11,0 maanden met toripalimab versus placebo (HR 0,58; 95% BI 0,425-0,783; p=0,00036). Het aantal patiënten dat na één jaar nog in leven was, bleek 66% versus 43,7% met toripalimab versus placebo. “Ook in alle PD-L1-subgroepen werd een voordeel gezien met toripalimab, zowel wat betreft de PFS als de OS.”
Nieuwe standaard
“De incidentie van behandelingsgerelateerde bijwerkingen was vergelijkbaar tussen beide studiearmen. De hogere incidentie van immuungerelateerde bijwerkingen van graad 3 of hoger in de toripalimabarm was verwacht.” Deze bijwerkingen waren hanteerbaar, volgens Wang. De meest voorkomende bijwerkingen waren hematologisch van aard (anemie, leukopenie, neutropenie) en werden met name veroorzaakt door de chemotherapie.
“Het toevoegen van toripalimab aan chemotherapie als eerstelijnsbehandeling bij gevorderd of gemetastaseerd ESCC gaf een betere PFS en OS dan chemotherapie alleen, concludeerde Wang. Deze combinatie is volgens haar dan ook een mogelijk nieuwe standaard voor de eerstelijnsbehandeling van deze groep patiënten.
Referentie
1. Xu R-H, et al. ESMO 2021: abstr 1373MO.
Drs. Bianca Hagenaars, wetenschapsjournalist