Vijf jaar behandelen met letrozol, in plaats van twee tot drie jaar, verbeterde zowel de ziektevrije als de algehele overleving van postmenopauzale patiënten met hormoonreceptor-positieve borstkanker die twee tot drie jaar tamoxifen hebben gekregen. Dat blijkt uit de finale analyse van de GIM4-studie bij een follow-up van bijna twaalf jaar, waarvan dr. Lucia del Mastro (Genua, Italië) de resultaten presenteerde tijdens het ESMO Congress 2021.
Patiënten met hormoonreceptor (HR)-positieve borstkanker hebben een hoog risico op late recidieven. In de eerste vijf jaar na diagnose treden recidieven minder vaak op dan in de jaren daarna. Deze patiënten profiteren van vijf jaar extra hormonale therapie met tamoxifen of een aromataseremmer na de initiële, vijf jaar durende behandeling met tamoxifen. Voor patiënten die volgens een switchstrategie behandeld zijn, dat wil zeggen twee tot drie jaar tamoxifen gevolgd door twee tot drie jaar een aromataseremmer (vijf jaar in totaal), is het voordeel van verlengde therapie met een aromataseremmer na de eerste vijf jaar nog omstreden.
GIM4-studie
In de fase 3-GIM4-studie vergeleken de onderzoekers vijf jaar letrozol versus de standaardduur van twee tot drie jaar letrozol bij postmenopauzale vrouwen met HR-positieve borstkanker die al twee tot drie jaar tamoxifen hadden gekregen.1,2 Tussen 2005 en 2010 includeerden ze in totaal 2.056 vrouwen, die werden gerandomiseerd tussen de standaardbehandelduur van twee tot drie jaar letrozol (vijf jaar hormonale therapie in totaal) en de verlengde behandelduur van vijf jaar letrozol (zeven tot acht jaar hormonale therapie in totaal).
De invasieve-ziektevrije overleving (DFS) vormde de primaire uitkomstmaat, en de algehele overleving (OS) en toxiciteit behoorden tot de secundaire uitkomstmaten. Een tussentijdse analyse bij een mediane follow-up van tien jaar toonde een trend richting een DFS-voordeel van verlengde behandeling.3 Lucia del Mastro rapporteerde de resultaten van de finale analyse bij een mediane follow-up van 11,7 jaar.
Zeven tot acht jaar optimaal
Ongeveer 40% van de patiënten had een positieve klierstatus, 21% had graad 3-histologie, en ruim 50% had voorafgaand (neo)adjuvante chemotherapie gekregen. In de controlearm stopte 19% eerder met de behandeling, in de verlengde-behandelingsarm 37%, voornamelijk vanwege toxiciteit.
“De verlengde behandeling met letrozol zorgde voor een statistisch significante verbetering van de DFS, met een absolute toename van 5% van de twaalfjaars-DFS (67% versus 62% in de controlearm; HR 0,78; p=0,006)”, vertelde Del Mastro. Het DFS-voordeel werd stelselmatig gezien in alle geanalyseerde subgroepen. Verlengde behandeling resulteerde ook in een statistisch significante verbetering van de OS (twaalfjaars-OS 88% versus 84% in de controlearm; HR 0,77; p=0,036).
Er waren geen statistisch significante verschillen in bijwerkingen tussen de twee armen, hoewel de onderzoekers wel vaker cardiovasculaire bijwerkingen zagen bij verlengde behandeling (1% versus <1% in de controlearm).
Andere studies hebben laten zien dat tien jaar behandelen beter is dan stoppen na vijf jaar, maar ook dat tien jaar behandelen niet beter is dan zeven tot zeven en een half jaar behandelen. “In die context kunnen we een behandelduur van zeven tot acht jaar beschouwen als de optimale behandelduur van verlengde therapie, met een goed compromis tussen effectiviteit en toxiciteit. Behandeling met twee tot drie jaar tamoxifen gevolgd door vijf jaar letrozol zou beschouwd moeten worden als een van de optimale standaard hormonale behandelingen voor postmenopauzale patiënten met HR-positieve borstkanker”, concludeerde Del Mastro.
Referenties
1. Del Mastro L, et al. ESMO 2021: abstr 118O.
2. Del Mastro L, et al. Lancet Oncol 2021 September 17. DOI:https://doi.org/10.1016/S1470-2045(21)00352-1.
3. Del Mastro L, et al. J Clin Oncol 2019;37(15_suppl):504.
Dr. Astrid Danen, wetenschapsjournalist