Toevoeging van relatlimab aan nivolumab resulteert niet alleen in een significante verbetering van de progressievrije overleving, maar ook in een langer behandelingsvrij interval en een verminderd risico op progressie na een volgende behandeling, of overlijden versus alleen nivolumab. Dat blijkt uit aanvullende analyses van de RELATIVITY-047-studie bij patiënten met gemetastaseerd of niet-resectabel melanoom. Tijdens het ESMO Congress 2021 toonde dr. Stephen Hodi (Boston, Verenigde Staten) de analyses van het effect na de initiële behandeling.
Remming van PD-1/PD-L1 en CTLA-4 heeft het behandellandschap van melanoom aanzienlijk veranderd, maar verder onderzoek naar synergie met andere immuuncheckpoints blijft van belang.
Relatlimab is een antilichaam gericht tegen LAG3, een immuuncheckpoint dat vaak samen met PD-1 voorkomt op tumorinfiltrerende lymfocyten, en bijdraagt aan tumorgemedieerde uitputting van T-cellen. Combinatie van relatlimab met de PD-1-remmer nivolumab leidde in de RELATIVITY-047-studie tot een significante verbetering van de progressievrije overleving (PFS) bij onbehandelde patiënten met gemetastaseerd of niet-resectabel melanoom, zoals eerder dit jaar gepresenteerd.1
Superieure PFS
In de gerandomiseerde fase 2/3-RELATIVITY-047-studie werden 714 patiënten geïncludeerd met gemetastaseerd of niet-resectabel melanoom, die niet eerder waren behandeld.2 Na 1:1 randomisatie kregen ze relatlimab plus nivolumab (rela + nivo; gefixeerde dosiscombinatie 160 mg + 480 mg), of alleen nivolumab (480 mg).
“Rela + nivo liet een superieur PFS-voordeel zien, met een meer dan verdubbelde mediane PFS vergeleken met nivolumab alleen”, vertelde Stephen Hodi. De mediane PFS was 10,1 maanden met rela + nivo versus 4,6 maanden met nivo (HR 0,75; p=0,005). Het PFS-voordeel was zichtbaar in alle geanalyseerde subgroepen, inclusief melanoomsubtypen zoals acraal en mucosaal melanoom. Het veiligheidsprofiel van de combinatie was goed te managen en kwam overeen met wat eerder gezien is met immuuncheckpointremmers. “De mogelijkheid van een langetermijnoverlevingsvoordeel verbonden aan immuuncheckpointremmers suggereert dat patiënten voordeel kunnen blijven ondervinden, zelfs na behandeling met immuuncheckpointremmers.”
Langdurig voordeel
“Patiënten behandeld met rela + nivo die gestopt waren met de studietherapie hadden een langer behandelingsvrij interval dan de patiënten die alleen nivo hadden gekregen”, meldde Hodi. Het mediane behandelingsvrije interval (de tijd tot aan de volgende systemische behandeling) was 3,2 maanden na rela + nivo, versus 1,4 maanden na nivo. In de rela + nivo-arm heeft een groter deel van de patiënten nog geen volgende systemische behandeling gekregen (40,7% versus 29,1%). “Rela + nivo verminderde het risico op progressie na een volgende systemische therapie, of overlijden, versus alleen nivo”, vervolgde Hodi. De mediane PFS2 (de tijd tussen randomisatie en progressie na een volgende systemische behandeling) werd niet bereikt in de rela + nivo-arm, en was 20,0 maanden in de nivo-arm (HR 0,77).
“Patiënten die behandeld waren met rela + nivo hadden een langdurig voordeel, doorlopend na de initiële behandeling en eerste progressie”, concludeerde Hodi.
Referenties
1. Lipson EJ, et al. ASCO 2021: abstr 9503.
2. Hodi FS, et al. ESMO 2021: abstr 1036O.
Dr. Astrid Danen, wetenschapsjournalist
Congres Up-to-date 2021 vol 6 nummer 3
Commentaar dr. Astrid van der Veldt, internist-oncoloog, Erasmus MC Kankerinstituut, Rotterdam
Tijdens het ESMO Congress 2021 werden de eerste resultaten van de KEYNOTE-716 gepresenteerd. In deze studie werden 976 patiënten met hoog-risico stadium II-melanoom gerandomiseerd naar een adjuvante behandeling met pembrolizumab of placebo gedurende een jaar.1 We weten dat de overleving van patiënten met hoog-risico stadium II-melanoom (stadium IIB en IIC) in de praktijk vergelijkbaar is met de overleving van patiënten met stadium IIIA- en IIIB-melanoom. Patiënten met stadium IIIA/B krijgen inmiddels een adjuvante behandeling aangeboden, maar voor patiënten met stadium IIB/C is er nog geen adjuvante behandeling beschikbaar. De KEYNOTE-716 gaat hier mogelijk verandering in brengen. De resultaten lieten namelijk zien dat de patiënten die adjuvant behandeld werden met pembrolizumab, een duidelijk betere recidiefvrije overleving (RFS) hadden dan de patiënten in de placebogroep (HR 0,65). Daarnaast traden er met pembrolizumab minder recidieven op. Wel had 20% van de patiënten in de pembrolizumabgroep hormonale suppletie nodig. De kwaliteit van leven bleek in deze studie vergelijkbaar met de kwaliteit van leven zoals we die kennen van het stadium III-melanoom. Hoewel de follow-up nog wat kort is, zien deze resultaten er hoopgevend uit. Het inzetten van immunotherapie bij hoog-risico stadium II-melanoom zou, als deze behandeling in Nederland goedgekeurd gaat worden, voor grote veranderingen kunnen zorgen in de klinische praktijk, onder andere wat betreft de verwijzing van patiënten met stadium II-melanoom.
Daarnaast is in de fase 2/3-RELATIVITY-047-studie een eerstelijnsbehandeling met nivolumab of nivolumab plus relatlimab (een immuuncheckpointremmer gericht tegen LAG3) onderzocht bij 714 patiënten met voorheen onbehandeld, gemetastaseerd of niet-resectabel melanoom.2 De primaire uitkomstmaat van deze studie was de progressievrije overleving (PFS). Deze verbeterde met nivolumab plus relatlimab in alle subgroepen van de studie. De HR voor de totale studiepopulatie was 0,76. Bij patiënten die tijdens de studieperiode waren gestopt met relatlimab was er sprake van een langere periode zonder verdere behandeling en ook hadden deze patiënten een betere PFS met een tweedelijnsbehandeling. Er werden geen nieuwe bijwerkingen van de behandeling met relatlimab gemeld. De HR van 0,76 geeft wel aan dat we nog meer gegevens van deze studie nodig hebben. Of nivolumab plus relatlimab een plaats gaat krijgen binnen de Nederlandse praktijk, moet dan ook nog worden afgewacht.
Referenties
1. Luke JJ, et al. ESMO 2021: abstr LBA3_PR.
2. Hodi FS, et al. ESMO 2021: abstr 1036O.
In een podcast met prof. dr. ir. Koos van der Hoeven gaat dr. Astrid van der Veldt naast bovenstaande studies ook in op de huidige situatie wat betreft de adjuvante behandeling van het melanoom in de Nederlandse praktijk. Tevens bespreekt zij de MASTERKEY-265-studie, waarin talimogene laherparepvec (T-VEC)-vaccinatie gecombineerd wordt met pembrolizumab, en een fase 2-studie naar ipilimumab en nivolumab plus tocilizumab bij niet-resectabel, gemetastaseerd melanoom. Deze podcast is te beluisteren op oncologie.nu/podcasts
Congres Up-to-date 2021 vol 6 nummer 3