Tisotumab vedotin (TV), een antilichaam-geneesmiddelconjugaat, laat in fase 2-onderzoek effectiviteit zien bij gemetastaseerd cervixcarcinoom. TV gaf bij een deel van de patiënten een aanhoudende klinische respons. Dit presenteerde Robert Coleman (Houston, Verenigde Staten) tijdens het ESMO Virtual Congress 2020.1
TV is een zogeheten antilichaam-geneesmiddelconjugaat, dat zich richt op weefselfactor dat in vele tumoren, waaronder cervixcarcinoom, gevonden kan worden, en is ontwikkeld als nieuw geneesmiddel om recidiverend of gemetastaseerd cervixcarcinoom te behandelen. Voor deze groep patiënten zijn er nog onvoldoende effectieve middelen voorhanden, met name in de tweede en derde lijn.
In de fase 2-innovaTV 204-studie werden 101 patiënten met gemetastaseerd cervixcarcinoom geïncludeerd en behandeld met TV 2,0 mg/kg intraveneus elke drie weken totdat er ziekteprogressie of onacceptabele toxiciteit optrad. Alle patiënten hadden recidiefziekte of ziekteprogressie ondanks eerdere behandelingen (chemotherapie met bevacizumab en maximaal twee andere systemische therapieën). In totaal had 63% als eerstelijnsbehandeling chemotherapie met bevacizumab gekregen.
De mediane leeftijd van de patiënten was 50 jaar, 68% van hen had een plaveiselceltype CC en 27% een adenocarcinoom.
Effectiviteit
Het objectieve responspercentage bedroeg 24%, waarvan 7% van de patiënten een complete respons en 17% een partiële respons vertoonde. Bij 72% was de ziekte onder controle (stabiel) tijdens de behandeling met TV. Na een mediane follow-up van 10 (0,7-17,9) maanden was de mediane duur van de respons 8,3 (4,3 - niet bereikt) maanden, de mediane progressievrije overleving bedroeg 4,2 (3,2-4,6) maanden en de mediane algehele overleving bedroeg 12,1 (9,6-13,9) maanden. Een derde van het onderzoekscohort krijgt op dit moment nog steeds TV.
Bijwerkingen werden gezien bij een substantieel deel van de patiënten. De meest voorkomende waren alopecia (38%), neusbloedingen (30%) en misselijkheid (27%). Bijwerkingen van graad 3 of hoger zoals bloedingen en neuropathie werden bij een klein deel van de patiënten gezien, bij respectievelijk 2% en 7%. Er was één TV-gerelateerd overlijden, waarbij sepsis de doodsoorzaak was.
Veelbelovend
“De toxiciteitsdata uit dit onderzoek brengen geen nieuwe problemen aan het licht, en geobserveerde bijwerkingen waren mild van aard en konden goed worden behandeld”, vertelde Coleman. “De meeste responsen op de therapie die we zagen traden snel op, binnen de eerste twee behandelcycli. Wij vinden de klinisch betekenisvolle responsen die we zagen, ongeacht de mate van weefselfactorexpressie, veelbelovend, evenals de signalen die we zien van het effect op de overlevingskans. TV is op basis van deze resultaten een potentieel nieuwe therapie, die voor vrouwen met voorbehandeld, gemetastaseerd cervixcarcinoom een goede behandeloptie kan zijn”, besloot Coleman.
Referentie
1. Coleman RL, et al. Ann Oncol 2020;31(suppl_4): abstr LBA32.
Dr. Judith Cohen, wetenschapsjournalist
Congres Up-to-date vol 5 nummer 3
Commentaar dr. Nelleke Ottevanger, internist-oncoloog, Radboudumc, Nijmegen
Tijdens het ESMO Virtual Congress 2020 werden de resultaten gepresenteerd van een studie naar een nieuw middel bij gemetastaseerd cervixcarcinoom: tisotumab vedotin. Dit antilichaam-geneesmiddelconjugaat is onderzocht als monotherapie bij patiënten met gemetastaseerd cervixcarcinoom die eerder waren behandeld, veelal met de combinatie carboplatine, paclitaxel en bevacizumab.1 De resultaten van deze studie waren opvallend goed te noemen voor een groep patiënten die eigenlijk uitbehandeld was. Het objectieve responspercentage was 24%, de mediane duur van de respons 8,3 maanden, de progressievrije overleving 4,2 maanden en de algehele overleving 12,1 maanden. Ook indrukwekkend was dat bij 79% van de patiënten de tumorgrootte verminderde; dat is een hoog percentage voor deze groep patiënten. De toxiciteit van tisotumab vedotin is wel behoorlijk, waarbij ook veel oogtoxiciteit wordt gezien. In deze studie leek dit echter goed onder controle met behulp van oogdruppels. Mijn ervaring is dat patiënten vaak wel misselijk zijn door deze behandeling, en ondanks de oogdruppels blijft bij een deel van de patiënten oogtoxiciteit bestaan. Maar het is een mogelijk effectief middel. Een aantal centra in Nederland nemen deel aan een fase 1B/2-studie naar combinatietherapie met tisotumab vedotin bij het gemetastaseerde cervixcarcinoom.
Bij oestrogeenreceptor-positief mammacarcinoom wordt hormonale therapie gegeven in combinatie met CDK4/6-remmers. Tijdens het ESMO-congres is een gerandomiseerde fase 2-studie gepresenteerd naar de combinatie van letrozol plus palbociclib versus letrozol plus placebo bij oestrogeenreceptor-positief endometriumcarcinoom: de PALEO-studie.2 De PFS verbeterde van 3 maanden met letrozol plus placebo naar 8,3 maanden met letrozol plus palbociclib. Dat vind ik een indrukwekkend verschil. Het percentage ziektecontrole verdubbelde bijna van 37% naar 64%. Het gaat niet om grote patiëntaantallen, maar deze resultaten rechtvaardigen dat er een fase 3-studie gestart gaat worden naar dit behandelregime. De vraag is wel of daarbij uitgegaan moet worden van letrozol, waarvan bekend is dat het een van de minder effectieve hormonale therapieën is bij endometriumcarcinoom. Wellicht is een combinatie met bijvoorbeeld tamoxifen beter.
Referenties
1. Coleman RL, et al. Ann Oncol 2020;31(suppl_4): abstr LBA32.
2. Mirza MR, et al. Ann Oncol 2020;31(suppl_4): abstr LBA28.
In een podcast met prof. dr. ir. Koos van der Hoeven gaat dr. Nelleke Ottevanger naast bovenstaande studies ook in op de INOVATYON-studie, de ICON8-studie en de NORA-studie bij ovariumcarcinoom. Daarnaast bespreken zij de teleurstellende resultaten van twee studies naar immunotherapie bij ovariumcarcinoom, zowel in de nieuw-gediagnosticeerde setting (met atezolizumab) als de platinumresistente setting (met nivolumab).