Impact COVID-19 op de oncologische zorg wereldwijd
Tijdens de ESMO 2020 Opening Press Conference werden de resultaten gepresenteerd van drie studies naar de impact van COVID-19 op de oncologische zorg wereldwijd. De resultaten laten zien dat de coronapandemie een aanzienlijk effect heeft op de zorg bij kankerpatiënten, op het welzijn van de zorgverleners en op de praktische uitvoering van de oncologische zorg.
Om de impact van COVID-19 op de oncologische zorg wereldwijd in kaart te brengen, werd onder een groot aantal oncologische centra een vragenlijst verspreid. “De vragenlijst werd ingevuld door 109 vertegenwoordigers van oncologische centra in achttien landen.1 Uit de antwoorden bleek dat met name chirurgie (34% van de centra), chemotherapie (22%) en radiotherapie (13%) waren vertraagd of geannuleerd door de coronapandemie. Meer patiënten kregen groeifactoren toegediend, terwijl dubbele immunotherapie en corticosteroïden juist minder vaak werden gegeven. Daarnaast werden palliatieve behandelingen eerder gestopt in 32% van de centra. 64% van de respondenten gaf aan dat zij onderbehandeling wegens COVID-19 als een groot probleem zagen.”, aldus prof. dr. Guy Jerusalem (Luik, België).
Verder blijkt uit de vragenlijsten dat ten tijde van de pandemische piek frequent teleconsulten gehouden werden, met name voor follow-up (94,5%), orale therapie (92,7%), immunotherapie (57,8%) en chemotherapie (55%). Jerusalem: “Rond de 80% van de respondenten verwacht ook in de toekomst online zorg aan te blijven bieden. De meeste deelnemers meldden vaker gebruik te maken van virtuele tumorboards en oncologische bijeenkomsten, maar 45% ziet virtuele congressen niet als een acceptabel alternatief voor live deelname aan internationale congressen, zoals van de ASCO en ESMO. Deze resultaten laten zien dat COVID-19 een grote impact heeft op de oncologische zorg wereldwijd. De verwachting is dat deze situatie voorlopig zal aanhouden.”
Gevolgen
Aanvullende informatie over de impact van COVID-19 op de zorg bij kankerpatiënten kwam van een elektronische vragenlijst die door vertegenwoordigers van 356 centra in 54 landen werd ingevuld.2 “Van de deelnemende centra gaf 88% aan door de pandemie belemmeringen te ondervinden bij de oncologische zorg. Deze waren voornamelijk te wijten aan preventieve maatregelen (55%), een overbelast zorgsysteem (20%), een gebrek aan beschermende kleding (19%) en personeel (18%), en aan een beperkte toegang tot medicatie (10%). In 46% van de centra werd bij de behandeling van meer dan 10% van de patiënten ten minste één cyclus achterwege gelaten. Volgens 37% en 39% van de centra werd de kankergerelateerde zorg voor hun patiënten respectievelijk onderbroken of verminderd door de coronapandemie. In de meerderheid (63%) van de centra was de oncologische zorg gereduceerd en enkele centra (2%) waren zelfs gesloten. Daarnaast had 26% van de centra geen toegang tot verschillende oncologische middelen. COVID-19 werd vastgesteld bij intramurale kankerpatiënten in 48% van de centra, bij ambulante patiënten in 46% van de centra en bij het personeel van 44% van de centra”, vertelt prof. dr. Abdul-Rahman Jazieh (Riyad, Saudi-Arabië).
COVID-19 resulteerde in de meeste centra ook in verandering van praktijk. Zo lanceerde 78% virtuele tumorboards, werden poliklinische consulten bij 79% van de centra (deels) virtueel gedaan en leverde 68% van de centra medicatie aan huis. Ruim de helft van de centra verwacht dat virtuele en thuiszorg ook ná de pandemie deel zullen blijven uitmaken van de zorg. Jazieh: “Deze resultaten laten zien dat vanwege COVID-19 wereldwijd centra nadelige gevolgen ondervinden voor de oncologische zorg en dat de pandemie heeft geleid tot (blijvende) veranderingen in de dagelijkse praktijk.”
Zorgverleners
Om het welzijn en functioneren van oncologische zorgverleners tijdens de coronapandemie te onderzoeken, verspreidde de ESMO Resilience Task Force twee opeenvolgende vragenlijsten: in april/mei en juli/augustus. “Op de eerste vragenlijst reageerden 1.520 zorgverleners uit 101 landen.3 Hiervan gaf 67% aan door de pandemie andere taken te hebben en 78% bezorgd te zijn over zijn persoonlijke veiligheid. Het welzijn en de werkprestaties van de zorgverleners varieerden per land en correleerden met de COVID-19-gerelateerde mortaliteit (p<0,05). De pandemie heeft niet alleen een negatieve impact op het welzijn en de prestaties van oncologische zorgverleners, maar is ook geassocieerd met burn-out. Waar tijdens de pandemie het risico op stress en burn-out toenam, verbeterden de werkprestaties van de zorgverleners. Uit deze resultaten blijkt dat er dringend behoefte is aan maatregelen die het welzijn van oncologische zorgverleners verbeteren”, aldus dr. Susana Banerjee (Londen, Verenigd Koninkrijk). In navolging van dit onderzoek zal ESMO in 2021 opnieuw een vragenlijst verspreiden.
Referenties
1. Jerusalem G, et al. ESMO 2020: abstr LBA76.
2. Jazieh AR, et al. ESMO 2020: abstr 1678P.
3. Banerjee S, et al. ESMO 2020: abstr LBA70.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer