Een mooie stap, noemt dr. Eric Hans Eddes zijn overstap van het Dutch Institute for Clinical Auditing naar het International Consortium for Health Outcomes Measurement. Als senior advisor benchmark gaat hij het wereldwijd vergelijkbaar maken van kwaliteitsgegevens over de zorg ondersteunen.
De kwaliteit van de verleende zorg meten moet een vast onderdeel van de zorg zijn. Die opvatting had Eric Hans Eddes in 2010 al toen hij samen met oncologisch chirurgen prof. dr. Rob Tollenaar en prof. dr. Michel Wouters, beiden Leids Universitair Medisch Centrum in Leiden, het Dutch Institute for Clinical Auditing (DICA) oprichtte. En die opvatting heeft hij nog steeds nu hij DICA verlaat voor een internationale functie bij het International Consortium for Health Outcomes Measurement (ICHOM). Een functie waarin hij als senior advisor benchmark direct onder de board functioneert. Een uitdagende functie, want het wereldwijd benchmarken van kwaliteitsgegevens over de zorg staat nog in de kinderschoenen.
“Wat dat betreft fungeerde DICA eigenlijk meer als het voorbeeld voor ICHOM dan andersom”, zegt hij. “We zijn min of meer tegelijk gestart, ICHOM vanuit het besef dat het zaak is allemaal hetzelfde te meten als je tot vergelijkbare meetgegevens wilt komen op basis waarvan je kunt leren van elkaar en je kwaliteit kunt verbeteren. ICHOM heeft daarom standaardsets voor aandoeningen gedefinieerd. Maar dat gedachtegoed brengen wij hier in Nederland met DICA inmiddels al vele jaren in de praktijk. Vanuit de beroepsverenigingen, gefaciliteerd door DICA, met participatie van alle ziekenhuizen en patiëntenorganisaties en structureel gefinancierd door de zorgverzekeraars.”
DICA-model wereldwijd
DICA fungeerde hiermee al vroeg als best case voor ICHOM. En dat betaalt zich nu uit, want bij ICHOM ontbrak het nog aan een benchmarkplatform, en die organisatie heeft nu MRDM - de bewerker van DICA - gekozen om dit wereldwijd voor hen uit te rollen. “Dit geeft aan hoezeer Nederland wereldwijd vooroploopt”, zegt Eddes.
Hiermee is sinds de oprichting van DICA in 2010 een lange weg afgelegd. Dat DICA er kwam, is het gevolg van de - logische - vraag van zorgverzekeraars en patiëntenorganisaties aan medisch specialisten: wat is de kwaliteit van jullie werk? Eddes: “Wij zagen ze hiermee aanvankelijk een beetje als de boze buitenwereld, maar realiseerden ons ook dat het geen rare vraag was die ze stelden. Dus als reactie hierop zetten we vanuit de beroepsorganisaties en als dokters een model voor kwaliteitsregistratie op, in eerste instantie voor darmkanker. Daarvan leerden we al snel dat we daar zelf ook veel aan hebben, want als je weet hoe je het doet, zie je ook hoe je kunt verbeteren. Gaandeweg zagen steeds meer medisch-specialistische beroepsgroepen dit in en daalde ook het besef in dat de zorgverzekeraars en patiëntenorganisaties helemaal niet de boze buitenwereld zijn. We willen allemaal hetzelfde: goede zorg tegen een acceptabele prijs die voor iedereen toegankelijk is. En het opzetten en benutten van kwaliteitsregistraties die vanuit de beroepsgroep zelf komen, helpt om dat te bewerkstelligen.”
Grote stappen gezet
Zo heeft DICA veel waardevols bereikt, stelt Eddes. In de eerste plaats natuurlijk het verbeteren van de kwaliteit van zorg door ongewenste praktijkvariatie weg te nemen, wat bijvoorbeeld leidt tot het verminderen van het aantal complicaties, verkorten van de ligduur of minder ingrijpende behandelingen. Veel breder inmiddels dan alleen op het gebied van de oncologie of de chirurgie, want deze bestrijken nog maar de helft van de activiteiten van DICA.
“Maar waarop ik toch wel het meest trots ben, is dat we samen met relevante kwaliteitsregistraties de SKR hebben opgezet, de Samenwerkende Kwaliteitsregistraties”, zegt Eddes. “Die omvat 80% van alle kwaliteitsregistraties in Nederland. Data van tien miljoen patiënten. Binnen de SKR werken we niet alleen samen op het gebied van kwaliteit, maar ook om nóg betere data te krijgen en de registratielast verder te beperken. Het recente SKR-rapport over de invloed van de COVID-crisis op de zorg is een voorbeeld van wat je met deze samenwerking voor elkaar kunt krijgen.”
Maar er is nog iets waarop Eddes trots is. Hij vertelt: “De samenwerking met de zorgverzekeraars over de afgelopen jaren. Er is een wederzijds vertrouwen met waardering voor elkaars uitgangspunten en verschillen. Ze vertrouwen de kwaliteit van onze registraties en zien het belang van onze autonomie in het registreren. Dit is nu de basis waarop de zorgverzekeraars ons registratiewerk financieren. Helemaal volgens ons oorspronkelijk uitgangspunt, dat kwaliteitsregistraties een vast onderdeel van de zorg moeten zijn. Daarmee onderscheiden we ons echt van het buitenland.”
Innovatiedrang
Heel veel bereikt dus. Is dit daarmee een natuurlijk moment voor Eddes om naar ICHOM over te stappen? “DICA maakt een voortdurende ontwikkeling door”, antwoordt hij. “Heel belangrijk was bijvoorbeeld de komst van het Codman Dashboard, waarmee nu ook de raad van bestuur van een ziekenhuis alle informatie bij de hand heeft en dus op basis van kwaliteitsdata in gesprek kan met de zorgverzekeraars. Naast de afdeling inkoop, de werkvloer en de spreekkamer met de patiënt. Allemaal doelgroepen voor dit interactieve dashboard.
DICA heeft steeds de stip aan de horizon verlegd en blijft dat doen. Die drang tot innovatie is heel belangrijk om steeds verder te komen. Er moet een continue ontwikkeling zijn, een visie. Die is er duidelijk en daar ben ik trots op. DICA gaat op basis daarvan een nieuwe fase in en dan is het goed als er eens vers bloed komt in de organisatie. Mijn opvolger Bente Jorritsma is al een jaar adjunct-directeur, ze heeft een scherpe blik op de toekomst, is goed thuis in de zorg en is verbindend. Daarnaast is het natuurlijk ook gewoon goed om na tien jaar eens na te denken over een volgende stap. ICHOM kwam wat dat betreft op het juiste moment, en ik vind het een prachtige uitdaging om mijn werk nu internationaal te kunnen voortzetten.”
In de kern gaat Eddes dus voor ICHOM hetzelfde doen als wat hij bij DICA deed. “Alleen dan op internationale schaal”, zegt hij. “ICHOM heeft voor 39 aandoeningen standaardsets klaar die in pakweg 45 landen op enigerlei wijze in gebruik zijn. Dit dekt ongeveer 50% van de ziektelast. De stap nu is hiervoor het dataplatform te maken dat benchmarken mogelijk maakt. Communicatie is hierbij belangrijk, want de betrokken partijen in alle landen moeten weten dat dit zorgvuldig gebeurt, wat ze eraan hebben en dat geen sprake is van een achterliggend commercieel doel. Dat kan ik goed uitleggen. De uitdaging hierbij wordt in kaart brengen wat landen zelf al doen aan registratie - het ene land is daarin verder dan het andere - en dat verbinden met wat ICHOM doet. Dan kunnen we tot een enorme versnelling komen in het internationaal benchmarken. Bovendien kunnen we research een impuls geven, omdat gegevens voor onderzoek beter internationaal kunnen worden ontsloten. Iets waaraan niet alleen onderzoekers, maar ook de medisch-technische en de farmaceutische industrie grote behoefte hebben. Voor de effectiviteit, veiligheid en ontwikkeling van hun producten hebben zij een grote behoefte aan real-lifedata.”
Online
De overstap naar ICHOM betekent niet dat Eddes uit Nederland weggaat. “De COVID-crisis heeft ons leven er niet gemakkelijker op gemaakt, maar heeft ons wel laten zien dat veel werk uitstekend online kan worden gedaan”, zegt hij hierover. ICHOM heeft kantoren in Boston in de Verenigde Staten en in Londen (Verenigd Koninkrijk) en krijgt er wellicht een in Amsterdam. Maar het blijkt nu dat we heel goed als online organisatie kunnen functioneren. Ik blijf voorlopig dus gewoon hier. Maar ik vind het wel een prachtige uitdaging om wat we hier met DICA hebben opgebouwd en wat nu bij ICHOM aan het gebeuren is bij elkaar te brengen. En ik ben ervan overtuigd dat Nederland daarvoor een perfect gidsland is. Ik ga dus weliswaar met de ICHOM-vlag wapperen, maar mijn hart blijft Nederlands.”
Drs. Frank van Wijck, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2021 vol 12 nummer 4