De toevoeging van enzalutamide (ENZA) aan androgeendeprivatietherapie (ADT) geeft een 27% reductie van het overlijdensrisico ten opzichte van placebo bij niet-gemetastaseerd, castratieresistent prostaatkanker (nmCRPC). De geüpdatete resultaten van de PROSPER-studie pleiten voor gebruik van ENZA plus ADT als de nieuwe standaard bij nmCRPC, concludeerde prof. dr. Cora Sternberg (New York, Verenigde Staten) op de ASCO20 Virtual.1 De resultaten zijn inmiddels gepubliceerd in The New England Journal of Medicine.2
PROSPER is een fase 3-onderzoek waarin 1.401 mannen met nmCRPC en een snel stijgend PSA-gehalte (verdubbelend binnen tien maanden) 2:1 werden gerandomiseerd naar ofwel een behandeling met ENZA 160 mg/dag plus ADT, of naar placebo plus ADT. Na deze dubbelblinde periode vervolgden patiënten de studiedeelname in een open-label extensiefase, waarin beide groepen behandeld werden met ENZA plus ADT. De primaire uitkomstmaat van de PROSPER-studie was de metastasevrije overleving, waarvan de resultaten al eerder werden gepubliceerd.3 Secundaire uitkomstmaten waren de algehele overleving, veiligheid, tijd tot PSA-progressie en kwaliteit van leven.
Algehele overleving
Na 48 maanden behandeling werd duidelijk dat ENZA een significante reductie van 27% gaf in het overlijdensrisico ten opzichte van placebo (HR 0,73; 95% BI 0,61-0,89; p=0,001). De mediane overlevingsduur bedroeg 67,0 maanden in de ENZA-groep en 56,3 maanden in de placebogroep. “Het overlevingsvoordeel met ENZA was consistent over vrijwel alle vooraf gedefinieerde subgroepen”, voegt Cora Sternberg toe.
Het overlevingsvoordeel van ENZA bleef behouden na deblindering van de studie (in de open-label extensiefase), zelfs toen een substantieel deel van de placebogroep ook ENZA ging gebruiken en in beide groepen patiënten één of meer aanvullende antikankerbehandelingen kregen (androgeenreceptorremmer of chemotherapie); 33% van de ENZA-groep en 65% van de placebogroep. Patiënten in de ENZA-groep deden er 48 maanden langer over dan de placebogroep tot het eerste gebruik van een aanvullende antikankertherapie aangewezen was (HR 0,29; 95% BI 0,25-0,34; p<0,001).
Veiligheidsprofiel
Er werden meer bijwerkingen gezien met ENZA dan met placebo. “Maar toen we corrigeerden voor blootstelling aan de therapie zagen we dat de percentages bijwerkingen gelijk waren in beide groepen”, verklaart Sternberg. De meest voorkomende bijwerkingen met ENZA waren vermoeidheid en spierpijn.
ENZA standaardzorg bij nmCRPC
Sternberg concludeert dat deze geüpdatete resultaten laten zien dat ENZA de algehele overleving van patiënten met nmCRPC met een snel stijgend PSA verbetert, en hierbij de metastasevrije overleving valideert als een potentiële surrogaatuitkomstmaat voor de algehele overleving. De onderzoekers zijn van mening dat deze resultaten ondersteunend zijn voor gebruik van ENZA plus ADT als standaardzorg bij nmCRPC.
Referenties
1. Sternberg CN, et al. J Clin Oncol 2020;38(suppl): abstr 5515.
2. Sternberg CN, et al. N Engl J Med 2020;382:2197-206.
3. Hussain M, et al. N Engl J Med 2018;378:2465-74.
Dr. Judith Cohen, wetenschapsjournalist
Congres Up-to-date 2020 vol 5 nummer 2