Na eerstelijnsbehandeling met een triplecombinatie van obinutuzumab, ibrutinib en venetoclax bereikte 58,5% van de patiënten met hoog-risico chronische lymfatische leukemie (CLL) een complete remissie. Dr. Henriette Huber (Ulm, Duitsland) presenteerde de eerste resultaten van de CLL2-GIVe-studie tijdens EHA25 Virtual.1
Patiënten met hoog-risico CLL, gedefinieerd door deletie van chromosoom 17p en/of een mutatie in TP53 (del(17p)/TP53mut), hebben nog steeds een inferieure prognose, ondanks de komst van nieuwe middelen als de BTK-remmer ibrutinib en de BCL2-remmer venetoclax. Een combinatie van venetoclax met obinutuzumab, een antilichaam gericht tegen CD20, gaf goede resultaten in de eerstelijnsbehandeling van patiënten met CLL en comorbiditeit, maar patiënten met del(17p)/TP53mut hadden nog steeds beduidend slechtere uitkomsten.2
In de fase 2-CLL2-GIVe-studie evalueerden Henriette Huber en collega’s een nieuwe triplecombinatie van obinutuzumab (G), ibrutinib (I) en venetoclax (Ve) in de eerste lijn bij 41 CLL-patiënten met del(17p)/TP53mut. De patiënten kregen eerst inductietherapie met de triplecombinatie (GIVe; cyclus 1-6), gevolgd door consolidatietherapie met I + Ve (cyclus 7-12). Daarna volgde onderhoud met I tot maximaal cyclus 36. Final restaging vond plaats bij cyclus 15, waarna patiënten met een goede respons konden stoppen met I. De primaire uitkomstmaat was de mate van complete remissie (CR/CRi) bij cyclus 15. Een groot deel van de patiënten (78%) had naast del(17p)/TP53mut ook ongemuteerd IGHV, een andere hoog-risicofactor.
Bij een mediane follow-up van 18,6 maanden hadden 38 van de 41 patiënten final restaging bereikt (cyclus 15), waarbij 58,5% van de patiënten CR/CRi vertoonde, en 34,2% partiële remissie (PR). Bij 33 patiënten (80,4%) was geen minimale restziekte detecteerbaar (uMRD) in het perifere bloed. Tweeëntwintig patiënten stopten met de behandeling bij cyclus 15 vanwege uMRD of CR/CRi, dertien vanwege andere redenen, en zes patiënten continueerden de onderhoudsbehandeling.
De meest voorkomende bijwerkingen van graad 3 of hoger waren neutropenie (43,9%), trombocytopenie (14,6%) en infecties (19,5%). Diarree kwam voor bij ruim 60% van de patiënten, maar was alleen laaggradig.
“Het GIVe-triplecombinatieregime is een therapie met een responsgestuurde, beperkte duur en een veelbelovende mate van respons. Het veiligheidsprofiel is acceptabel, maar enkele hooggradige infecties vormen een punt van zorg. Dit is een veelbelovende eerstelijnsbehandeling voor patiënten met hoog-risico CLL”, aldus Huber.
Referenties
1. Huber H, et al. EHA25 Virtual; abstr S157.
2. Fischer K, et al. N Engl J Med 2019;380:2225-36.
Dr. Astrid Danen, wetenschapsjournalist