Het toevoegen van elotuzumab aan een inductie- en onderhoudsbehandeling met bortezomib, lenalidomide en dexamethason (RVd) geeft geen overlevingsvoordeel ten opzichte van een behandeling met RVd bij nieuw-gediagnosticeerde hoog-risicopatiënten met multipel myeloom. Dit blijkt uit de resultaten van de SWOG1211-studie die dr. Saad Usmani (Charlotte, Verenigde Staten) presenteerde tijdens de EHA25 Virtual.1
“In 2011 is een commissie bij elkaar gekomen om een consensusdefinitie op te stellen voor hoog-risico-MM”, begon Saad Usmani zijn presentatie tijdens de EHA25 Virtual. “Aan de hand daarvan werd de eerste gerandomiseerde fase 2-studie voor deze patiëntengroep opgesteld: de SWOG1211.” Toentertijd was RVd de standaardbehandeling bij nieuw-gediagnosticeerd MM. Omdat combinaties met elotuzumab gunstige objectieve responspercentages (ORR) lieten zien bij hoog-risico-MM, werd besloten elotuzumab toe te voegen aan RVd.2
In de SWOG1211-studie werden 134 patiënten met nieuw-gediagnosticeerd hoog-risico-MM 1:1 gerandomiseerd naar een inductie- en onderhoudsbehandeling met RVd (n=68) of een inductie- en onderhoudsbehandeling met RVd plus elotuzumab (RVd-elo, n=66). De primaire uitkomstmaat was progressievrije overleving (PFS), secundaire uitkomstmaten waren ORR, algehele overleving (OS) en veiligheid.
Geen verschil
“De primaire uitkomstmaat werd na een mediane follow-up van 53 maanden niet behaald”, zei Usmani over de resultaten van de eerste analyse. De mediane PFS was 34 maanden voor RVd en 31 maanden voor RVd-elo (HR 0,968; 80% BI 0,697-1,344; p=0,449). Ook de OS was niet verschillend tussen beide studiearmen (nog niet bereikt voor RVd en 68 maanden voor RVd-elo; HR 1,279; 80% BI 0,819-2,000; p=0,478). De ORR was 88% voor RVd en 83% voor RVd-elo (HR 1,279; 80% BI 0,819-2,000; p=0,478). De diepte van de respons was eveneens vergelijkbaar tussen beide armen. Daarnaast werd er geen duidelijk verschil gemeld tussen de beide studiearmen wat betreft het bijwerkingenprofiel. Alleen neutropenie graad 3 en hoger, infecties en neuropathie kwamen vaker voor bij de behandeling met RVd-elo.
Benchmark
Usmani concludeerde op basis van deze eerste gerandomiseerde studie bij hoog-risico-MM-patiënten dat het toevoegen van elotuzumab aan RVd de uitkomsten van deze patiënten niet verbetert. Hij besloot: “Wanneer we kijken naar alle gerandomiseerde klinische studies bij nieuw-gediagnosticeerd MM waarin hoog-risicopatiënten geïncludeerd werden, blijkt dat de definitie van een hoog-risicopatiënt niet overal dezelfde is. Daarnaast gaat het steeds om een kleine subpopulatie van patiënten. SWOG1211 was de eerste gerandomiseerde studie bij een goed gedefinieerde populatie hoog-risicopatiënten en zal kunnen dienen als benchmark voor toekomstige klinische studies. Ik wil de onderzoekers van andere studies dan ook aanmoedigen om de gegevens van hoog-risico-MM-patiënten te delen, zodat deze vergeleken kunnen worden met deze dataset.”
Referenties
1. Usmani S, et al. EHA25 Virtual; abstr S201.
2. Jabukowiak AJ, et al J Clin Oncol 2012;30:1960-5.
Drs. Bianca Hagenaars, wetenschapsjournalist