Behandeling met een combinatie van azacitidine en venetoclax resulteerde in een significant betere respons en overleving ten opzichte van alleen azacitidine bij nieuw-gediagnosticeerde oudere patiënten met acute myeloïde leukemie die niet in aanmerking komen voor intensieve therapie. Dat blijkt uit de fase 3-VIALE-A-studie, waarvan dr. Courtney DiNardo (Houston, Verenigde Staten) de resultaten presenteerde als late breaking abstract tijdens EHA25 Virtual.1
Acute myeloïde leukemie (AML) komt vooral voor bij ouderen, met een gemiddelde leeftijd van ongeveer 70 jaar. Deze patiënten komen vaak niet in aanmerking voor intensieve therapie, en hebben daardoor een relatief slechte prognose. Met de standaardbehandeling (azacitidine, decitabine of lage dosis cytarabine) is de mate van complete remissie (CR/CRi) <40% en de mediane overleving minder dan één jaar. Toevoeging van de BCL2-remmer venetoclax aan azacitidine of decitabine gaf veelbelovende resultaten in een fase 1b-studie.2 Het doel van de VIALE-A-studie was om deze resultaten te bevestigen in een gerandomiseerde fase 3-studie.
De onderzoekers includeerden in deze studie 433 nieuw-gediagnosticeerde, nog niet eerder behandelde patiënten met AML die niet in aanmerking kwamen voor inductietherapie (≥75 jaar of comorbiditeit). De patiënten werden 2:1 gerandomiseerd tussen azacitidine + venetoclax (AZA+VEN) of azacitidine + placebo (AZA+PBO). De primaire uitkomstmaat was de algehele overleving (OS). Tot de secundaire uitkomstmaten behoorden de mate van complete remissie (CR + CRi; complete remissie met incomplete count recovery) en onafhankelijkheid van transfusies.
“Bij een mediane follow-up van 20,5 maanden zagen we een statistisch significante en klinisch relevante verbetering van de OS, met een hazard ratio van 0,66 en een mediane OS van 14,7 maanden met de combinatie AZA+VEN en 9,6 maanden met AZA+PBO (p<0,001)”, vertelde Courtney DiNardo. De combinatie AZA+VEN zorgde ook voor een significante verbetering van de respons ten opzichte van AZA+PBO (CR/CRi 66,4% versus 28,3%; p<0,001). De patiënten vertoonden sneller respons met AZA+VEN (mediane tijd tot respons respectievelijk 1,3 versus 2,8 maanden) en de responsen hielden langer aan (mediane responsduur respectievelijk 17,5 versus 13,4 maanden). Alle subgroepen van AML-patiënten profiteerden van behandeling met AZA+VEN, ook de patiënten van 75 jaar of ouder en patiënten met secundaire AML. Onafhankelijkheid van transfusies van rode bloedcellen of bloedplaatjes (transfusievrij interval minstens weken) kwam vaker voor in de AZA+VEN-groep. De mediane gebeurtenisvrije overleving was 9,8 maanden met AZA+VEN versus 7,0 maanden met AZA+PBO (HR 0,63; p<0,001).
De combinatie AZA+VEN leidde vaker tot cytopenie, met name neutropenie (42% versus 29%) en febriele neutropenie (42% versus 19%). Deze bijwerkingen waren goed beheersbaar aan de hand van een door de onderzoekers opgestelde richtlijn voor dosismodificaties.
“De combinatie azacitidine + venetoclax vormt een nieuwe standaardbehandeling en betekent een echte paradigmaverschuiving in de behandeling van oudere patiënten met AML”, aldus DiNardo.
Referenties
1. DiNardo C, et al. EHA25 Virtual; abstr LB2601.
2. DiNardo C, et al. Blood 2019;133:7-17.
Dr. Astrid Danen, wetenschapsjournalist
Congres Up-to-date 2020 vol 5 nummer 2