Een analyse van de VIALE-A-studie met een mediane follow-up van 43,2 maanden laat zien dat een behandeling met venetoclax plus azacitidine een positieve impact heeft op de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven van oudere patiënten met acute myeloïde leukemie. Dr. Keith Pratz (Philadelphia, Verenigde Staten) presenteerde deze analyse tijdens het EHA2023 Hybrid Congress.
Een behandeling met venetoclax plus azacitidine (ven-aza) is, op basis van de resultaten van de fase 3-VIALE-A-studie, goedgekeurd voor de behandeling van patiënten met nieuw-gediagnosticeerde acute myeloïde leukemie (AML) die niet in aanmerking komen voor intensieve chemotherapie.1 “AML-behandelingen kunnen echter een negatieve impact hebben op de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (HRQoL) van patiënten”, zei Keith Pratz. Een eerdere analyse van de VIALE-A liet zien dat ven-aza de tijd tot verslechtering (TTD) uitstelt ten opzichte van placebo-azacitidine (pbo-aza) voor verschillende HRQoL-domeinen.2 De HRQoL is nu geanalyseerd na een langetermijnfollow-up van mediaan 43,2 maanden.3 De patiëntgerapporteerde uitkomstmaten (PRO’s) die in de VIALE-A-studie gebruikt werden, waren de EORTC-QLQ-C30, de EQ-5D-5L en de PROMIS Fatigue Short Form 7a.
Significant langere TTD
“Met deze langetermijnfollow-up zien we dat de TTD voor de algemene gezondheidsstatus volgens de EORTC-QLQ-C30 numeriek langer was met ven-aza (19,1 maanden) versus placebo-aza (9,3 maanden; p=0,076). De TTD voor fysiek functioneren volgens de EORTC-QLQ-C30 was significant langer met ven-aza versus pbo-aza (respectievelijk 10,2 maanden versus 6,2 maanden; p=0,027). Dit gold ook voor het subdomein van emotioneel functioneren (respectievelijk 27,3 versus 15,7 maanden; p=0,008). Daarnaast was de TTD significant langer met ven-aza versus pbo-aza voor de EQ-5D-5L (respectievelijk 10,7 versus 3,9 maanden; p<0,001). Vermoeidheid gemeten met de PROMIS Fatigue Short Form 7a was iets langer met ven-aza (9,5 maanden) versus pbo-aza (8,6 maanden; p=0,216).”
Klinische kenmerken
“In deze analyse is ook onderzocht of bepaalde klinische kenmerken van invloed waren op het behouden van de HRQoL”, zei Pratz. Patiënten die behandeld werden met ven-aza hadden een numeriek langere TTD in de meeste onderzochte subgroepen. Daarbij leek de TTD volgens diverse PRO’s langer met ven-aza versus pbo-aza in de subgroep van patiënten <75 jaar en de subgroep van patiënten met een slechtere ECOG performance status. Dit werd ook gezien in de subgroepen van transfusieonafhankelijke patiënten en patiënten zonder meetbare restziekte (MRD). Tot slot leken het behalen van remissie, het behalen van MRD-negativiteit, het hebben van een ECOG performance score >2 en het transfusieonafhankelijk zijn mogelijk geassocieerd met een verbeterd fysiek en emotioneel functioneren en minder vermoeidheid. “Deze analyses kennen echter wel een aantal beperkingen, waaronder de kleine patiëntaantallen na cyclus 6 en het feit dat de gebruikte PRO’s niet gevalideerd zijn bij AML-patiënten”, zei Pratz.
Desalniettemin lijkt ven-aza in deze analyse van de VIALE-A-studie met een follow-up van mediaan 43,2 maanden volgens Pratz een positieve impact te hebben op de HRQoL van oudere patiënten met AML. “Dit leidt tot een minder snelle achteruitgang van het functioneren van patiënten en hun algemene gezondheidsstatus.”
Referenties
1. DiNardo C, et al. N Engl J Med 2020;383:617-29.
2. Pratz K, et al. Blood Cancer J 2022;12:71.
3. Pratz K, et al. EHA 2023: abstr S310.
Drs. Bianca Hagenaars, wetenschapsjournalist