Axicabtagene ciloleucel (axi-cel) is een CAR-T-celbehandeling waarvoor een hoog responspercentage en duurzame responsen zijn gerapporteerd bij recidiverend/refractair folliculair lymfoom (R/R FL). De vraag die prof. dr. John Gribben (Londen, Verenigd Koninkrijk) in zijn presentatie tijdens EHA 2021 Virtual probeerde te beantwoorden, was in hoeverre axi-cel beter presteert dan de reeds bestaande behandelopties voor R/R FL.1
Om deze vraag te beantwoorden vergeleek hij de uitkomsten met axi-cel in de ZUMA-5-studie2 met die van een gematchte controlegroep van patiënten met R/R FL uit Scholar-5 (S-5), een internationaal multicenter controlecohort dat is opgezet voor patiënten met R/R FL uit de dagelijkse praktijk. Dit cohort bestaat uit patiënten die na juli 2014 met een behandeling voor FL zijn gestart.
Patiëntengroepen in balans
Toepassing van de in- en exclusiecriteria van de ZUMA-5-studie en propensity score matching (om bias te reduceren) op het S-5-cohort resulteerde in een controlegroep van 85 patiënten. Patiënten uit de DELTA-registratiestudie met idelalisib zijn in deze S-5-groep meegenomen. De aldus samengestelde S-5-groep werd vergeleken met een groep van 86 patiënten uit ZUMA-5. Beide groepen waren uiteindelijk goed in balans wat betreft de meest relevante patiëntenkarakteristieken, zoals progressie binnen 24 maanden na start van eerstelijns chemo-immunotherapie (POD24), aantal eerdere lijnen behandeling, recidivering of refractair en voorafgaande stamceltransplantatie. Wel was het percentage patiënten met ECOG performancescore 1 op baseline in de S-5-groep hoger dan in de ZUMA-5-groep (66,9% versus 40,7%). De uitkomstmaten waarop beide groepen werden vergeleken, zijn: objectieve responspercentage (ORR), algehele overleving (OS), progressievrije overleving (PFS) en tijd tot de volgende behandeling (TTNT). De mediane follow-up was 23,5 maanden voor ZUMA-5 en 26,2 maanden voor S-5.
Betere uitkomsten
In de rapportage van de uitkomsten maakte John Gribben onderscheid tussen de totale patiëntenpopulatie die twee of meer eerdere lijnen behandeling had gehad en de subgroep die drie of meer lijnen had gehad. De ORR in de totale onderzoekspopulatie bedroeg 94,2% versus 49,9% (ZUMA-5 versus S-5; odds ratio 16,24; p<0,0001). De mediane PFS was nog niet bereikt in ZUMA-5 versus 12,7 maanden in S-5 (HR 0,30; p<0,001). Ook de mediane OS was nog niet bereikt in ZUMA-5 en bedroeg 59,8 maanden in S-5 (HR 0,42; p=0,013). De mediane TTNT was eveneens nog niet bereikt in de ZUMA-5-groep en bedroeg 14,4 maanden in de S-5-controlegroep (HR 0,42; p<0,001).
In de subgroep met drie of meer eerdere lijnen behandeling was het beeld met betrekking tot de mediane PFS, TTNT en OS consistent met bovengenoemde resultaten. In deze subgroep waren de HR-waarden 0,20 voor PFS, 0,31 voor OS en 0,38 voor TTNT.
Behoefte
Ondanks het feit dat een vergelijking van data uit een prospectieve studie (ZUMA-5) en een retrospectieve database (Scholar-5) lastig is en openstaat voor bias, meent Gribben dat deze uitkomsten aangeven dat axi-cel een significante verbetering betekent van de behandelopties bij R/R FL. Vooral de substantiële verbetering van de OS laat volgens hem zien dat axi-cel in een belangrijke behoefte van deze patiëntengroep voorziet.
Referenties
1. Gribben J, et al. EHA 2021 Virtual; abstr LB1904.
2. Jacobson C, et al. ASH 2020; abstr 700.
Dr. Marinus Lobbezoo, wetenschapsjournalist