Een onderhoudsbehandeling met daratumumab liet een significant betere progressievrije overleving zien versus observatie bij patiënten met nieuw-gediagnosticeerd multipel myeloom die in aanmerking kwamen voor transplantatie. Prof. dr. Philippe Moreau (Nantes, Frankrijk) presenteerde deze resultaten van het tweede deel van de CASSIOPEIA-studie tijdens de EHA 2021 Virtual.1 Ook presenteerde hij een update van deel 1 van de studie, die het voordeel van een behandeling met daratumumab plus bortezomib, thalidomide en dexamethason als inductie/consolidatieregime verder bevestigde.
CASSIOPEIA is een gerandomiseerde, open-label fase 3-studie en bestaat uit twee delen. In deel 1 liet een inductie/consolidatiebehandeling met daratumumab plus bortezomib, thalidomide en dexamethason (D-VTd) betere klinische uitkomsten zien dan VTd alleen bij patiënten met nieuw-gediagnosticeerd multipel myeloom (NDMM) die in aanmerking kwamen voor transplantatie.2 Philippe Moreau presenteerde tijdens het EHA-congres de resultaten van het tweede deel van deze studie en een update van de resultaten van deel 1.1
Opnieuw gerandomiseerd
In deel 1 van de CASSIOPEIA-studie ontvingen NDMM-patiënten (n=1.085) een inductiebehandeling met vier cycli D-VTd of VTd alleen gevolgd door twee cycli consolidatie met D-VTd of VTd na transplantatie. De patiënten die een partiële respons of beter behaalden (n=885) werden in deel 2 opnieuw gerandomiseerd naar een onderhoudsbehandeling met daratumumab (16 mg/kg elke acht weken) of observatie. De primaire uitkomstmaat was de progressievrije overleving (PFS) na de tweede randomisatie.
“Twee dingen zijn wel goed om te weten”, zei Moreau. “Op het moment dat deze studie ontworpen werd, was er nog geen goedgekeurde onderhoudsbehandeling in deze setting. Daarom is toen besloten voor daratumumab versus observatie. Ook het behandelparadigma ‘behandelen tot progressie’ was nog niet zo wijdverspreid als nu. Daarom is de duur van de onderhoudsbehandeling beperkt tot twee jaar.”
Voordeel daratumumab
De resultaten van de CASSIOPEIA-studie lieten na een mediane follow-up van 35 maanden na tweede randomisatie zien dat een onderhoudsbehandeling met daratumumab de PFS significant verbeterde in vergelijking met observatie. De mediane PFS was 46 maanden in de observatiegroep en nog niet behaald in de daratumumabgroep (HR 0,53; p<0,0001). Ook waren er significante verbeteringen wat betreft de percentages complete respons of beter (≥CR) en minimale restziekte (MRD)-negativiteit met daratumumab versus observatie. Het veiligheidsprofiel van deel 2 van CASSIOPEIA was hanteerbaar. Slechts 3% staakte de behandeling wegens bijwerkingen.
OS nog immatuur
“Daarnaast bleek er een duidelijke relatie te bestaan tussen de onderhoudsbehandeling en inductie/consolidatie” zei Moreau. “Bij analyse van de resultaten naar onderhoud en inductie/consolidatie bleek namelijk dat de patiënten die alleen VTd hadden ontvangen een significant betere PFS hadden na onderhoud met daratumumab in vergelijking met observatie (HR 0,32; p<0,0001). Bij de groep patiënten die D-VTd ontvingen was de PFS met onderhoud met daratumumab en observatie vergelijkbaar (HR 1,02; p=0,9133). Eenzelfde resultaat werd gezien voor de uitkomsten wat betreft ≥CR en MRD-negativiteit.
De update van deel 1 van de CASSIOPEIA na een mediane follow-up van 44 maanden na eerste randomisatie liet zien dat de mediane PFS nog steeds niet behaald was met D-VTd versus 51,5 maanden met VTd. De resultaten wat betreft de algehele overleving waren nog steeds immatuur.
Moreau concludeerde dat deel 2 van CASSIOPEIA de primaire uitkomstmaat behaalde met een significant betere PFS met onderhoud met daratumumab versus observatie. De geüpdatete resultaten van deel 1 bevestigen het voordeel met daratumumab na inductie/consolidatie. Hij besloot: “Het optimale daratumumabbevattende onderhoudsregime moet echter nog bepaald worden. Ik kijk dan ook uit naar de resultaten van de nog lopende studies hiernaar.”
Referenties
1. Moreau P, et al. EHA 2021; abstr S180.
2. Moreau P, et al. Lancet 2019 ;394:29-38.
Drs. Bianca Hagenaars, wetenschapsjournalist
Congres Up-to-date 2021 vol 6 nummer 2
Commentaar prof. dr. Sonja Zweegman, internist-hematoloog, Amsterdam UMC
In de fase 3-MAIA-studie wordt daratumumab in combinatie met lenalidomide en dexamethason (D-Rd) vergeleken met lenalidomide en dexamethason alleen (Rd) in de eerste lijn.1 Voor het eerst werd nu een overlevingsvoordeel aangetoond: na vijf jaar was er bijna 15% verschil (66% in de D-Rd-arm versus 53% in de Rd-arm). In de Rd-arm kreeg 46% van de patiënten daratumumab in de tweede opvolgende lijn. Dit is veel hoger dan de 8% patiënten die met daratumumab werd behandeld in opvolgende lijnen in de ALCYONE-studie in de VMP-arm. Dit reflecteert steeds meer de huidige realiteit waarin daratumumab een belangrijk onderdeel van de behandeling is. Belangrijk om te noemen is ook dat de update laat zien dat de mediane progressievrije overleving (PFS) in de D-Rd-arm nu al meer dan zestig maanden is, hetgeen, hoewel niet direct vergeleken, veel hoger is dan de 34 maanden in de ALCYONE-studie waarin daratumumab werd gecombineerd met VMP.
In een update van de CASSIOPEIA-studie, in de eerste lijn bij jongere patiënten, werden voor het eerst de resultaten gepresenteerd van de onderhoudsbehandeling met daratumumab.2 Het schema van deze studie was eerst inductietherapie met ofwel bortezomib, thalidomide en dexamethason (VTd), ofwel daratumumab in combinatie met VTd (D-VTd), gevolgd door hoge dosis melfalan en consolidatietherapie met (D)-VTd. Vervolgens vond een tweede randomisatie plaats tussen onderhoudstherapie met daratumumab, ofwel geen onderhoudsbehandeling. Onderhoudsbehandeling met daratumumab toonde een verbetering van de PFS. Na twee jaar was nog 85% van de patiënten in de daratumumabarm progressievrij, tegenover 75% in de arm zonder onderhoudsbehandeling (HR 0,53). Dit voordeel werd ook gezien bij hoog-risicopatiënten. Een geplande analyse toonde dat het voordeel alleen aantoonbaar was bij die patiënten die inductietherapie hadden gekregen met VTd, dus niet bij de patiënten die D-VTd hadden gekregen. Dit impliceert dat na inductietherapie met D-VTd onderhoudstherapie met daratumumab niet nodig is. Het nadeel van deze studie is dat in de controlearm geen standaard onderhoudstherapie met lenalidomide werd gegeven, omdat dat tijdens de ontwikkeling van de studie nog niet geregistreerd was. Wat de waarde is van de combinatie van daratumumab met lenalidomide als onderhoudstherapie wordt momenteel onderzocht.
CARTITUDE-1 was een studie met CAR-T-cellen gericht tegen BCMA bij zeer uitgebreid voorbehandelde patiënten, en liet zeer hoge (complete) responspercentages zien. Op de ASCO Annual Meeting werd getoond dat de mediane duur van de respons 21 maanden is en de verwachte mediane PFS zelfs nog langer.3 De CARTITUDE-2-studie evalueerde deze therapie in een veel vroeger stadium, na één tot drie lijnen therapie.4 Het algehele responspercentage was 95%, met 75% complete respons. Bij een korte follow-up van zes maanden was nog geen progressie waargenomen. Er werd geen ernstige neurologische toxiciteit beschreven, en er was geen late toxiciteit zoals die gezien werd in CARTITUDE-1. Mogelijk is de neurologische toxiciteit bij deze patiënten zeer beperkt doordat de tumorlast veel lager is. De CARTITUDE-4-studie waarin gerandomiseerd wordt tussen CAR-T-celtherapie en daratumumab-pomalidomide-dexamethason of pomalidomide-bortezomib-dexamethason is gestart.
Referenties
1. Facon T, et al. EHA 2021; abstr LB1901.
2. Moreau P, et al. EHA 2021; abstr S180.
3. Usmani SZ, et al. J Clin Oncol 2021;39 (suppl 15): abstr 8005.
4. Agha M, et al. EHA 2021; abstr S190.
In een podcast bespreekt prof. dr. Sonja Zweegman naast deze presentaties ook de resultaten van studies met ultrahoog-risicopatiënten, talquetamab, isatuximab en iberdomide. Deze podcast is te beluisteren op oncologie.nu/podcasts