Verschillende CAR-T-celproducten hebben hun werkzaamheid en veiligheid bewezen in klinische studies bij patiënten met diverse hematologische maligniteiten. Nu blijkt ook uit een Franse real-lifestudie dat CAR-T-cellen geassocieerd zijn met een duurzame respons en een goede progressievrije en algehele overleving bij patiënten met recidief of refractair diffuus grootcellig B-cellymfoom.1 Deze positieve resultaten werden tijdens EHA 2021 Virtual gepresenteerd door prof. dr. Steven Le Gouill (Nantes, Frankrijk).
Uit klinisch onderzoek blijkt dat chimeric antigen receptor (CAR) T-cellen geassocieerd zijn met significante en duurzame responsen bij verschillende hematologische maligniteiten, waaronder recidief of refractair diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL).2 Bij deze laatste maligniteit zijn de CD19-specifieke CAR-T-celproducten tisagenlecleucel en axicabtagene ciloleucel in Europa geregistreerd als cellulaire therapie.
De huidige real-lifestudie onderzocht de toxiciteit en werkzaamheid van behandeling met CAR-T-cellen bij DLBCL-patiënten die geregistreerd zijn in de Franse DESCAR-T-registratie.
Toxiciteit
Ten tijde van de analyse waren 647 DLBCL-patiënten geregistreerd in de DESCAR-T-registratie. Hiervan werden uiteindelijk 200 patiënten behandeld met tisagenlecleucel en 350 met axicabtagene ciloleucel. In de eerste tien dagen na toediening van de CAR-T-cellen werden de volgende bijwerkingen van graad 3 of hoger geconstateerd: opportunistische of andere klinisch relevante infecties (31,7% van de patiënten), neurotoxiciteit (9,7%) en cytokinereleasesyndroom (8,5%). Van de 427 patiënten met bijwerkingen in de eerste tien dagen na de CAR-T-celinfusie was opname op een afdeling Intensive Care (IC) noodzakelijk bij 32,6% van de patiënten en werd 76,1% van de patiënten behandel voor CAR-T-celgerelateerde toxiciteit. Deze behandelingen bestonden met name uit tocilizumab (65% van de patiënten), corticosteroïden (41%) en siltuximab (3%). “De verwachting is dat het aantal IC-opnames de komende jaren zal dalen, omdat centra dan meer gewend zijn aan behandeling met CAR-T-cellen”, aldus Steven le Gouill.
Effectiviteit
Na één (n=460), drie (n=375), zes (n=268) en twaalf maanden (n=137) was het objectieve responspercentage (ORR) respectievelijk 70,6%, 56,3%, 60,0% en 68,7%. Le Gouill: “Na zes maanden, de mediane follow-up, had 50,7% een complete respons, 9,3% een partiële respons, 3,4% stabiele ziekte, 25,0% progressieve ziekte en was 11,6% niet geëvalueerd. De ORR van de beste respons bij 481 patiënten was 74,2% en 53,0% van de patiënten had een complete respons. Na zes maanden was de algehele overleving 83,7% bij behandelde patiënten versus 5,5% bij patiënten die om verschillende redenen geen CAR-T-cellen hadden gekregen. Na zes maanden waren de progressievrij overleving en responsduur bij behandelde patiënten respectievelijk 44,5% en 57,7%.”
Volgens Le Gouill laten deze resultaten zien dat CAR-T-celtherapie een belangrijke optie is geworden bij DLBCL en dat DESCAR-T een waardevolle registratie is voor het onderzoek naar CAR-T-cellen in de dagelijkse praktijk.
Referenties
1. Le Gouill S, et al. EHA 2021: abstr S216.
2. Majzner RG, et al. Nat Med 2019;25:1341-55.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer