Het toevoegen van docetaxel aan radiotherapie plus hormoontherapie voor de behandeling van hoog-risico gelokaliseerd prostaatcarcinoom verbetert de overleving. Dat meldde Howard Sandler (Cedars Sinai Medical Center, Los Angeles, Verenigde Staten) tijdens het ASCO-congres in Chicago. De vierjaarsoverleving met beide strategieën was respectievelijk 89 en 93%.
Patiënten met lokaal gevorderd of hoog-risico gelokaliseerd prostaatcarcinoom hebben een relatief slechte prognose ten opzichte van veel andere prostaatkankerpatiënten. “De standaardbehandeling bestaat veelal uit radiotherapie gecombineerd met langdurige hormoontherapie en verbetering van lokale of systemische behandelmogelijkheden leidt naar verwachting tot gezondheidswinst bij deze patiënten”, begon Howard Sandler zijn bespreking van de RTOG 0521-studie.1 Omdat bekend is dat bij patiënten met gemetastaseerd castratieresistent prostaatcarcinoom docetaxel effect kan hebben, onderzochten Sandler et al. of een adjuvante behandeling met docetaxel ook de uitkomsten kan verbeteren bij patiënten met hormoongevoelig gelokaliseerd prostaatcarcinoom.
Deelnemers aan RTOG 0521 waren 563 patiënten met gelokaliseerd hormoongevoelig prostaatcarcinoom en een hoog-risicoprofiel (Gleason-score 9 en PSA <150 ng/ml, of Gleason-score 7-8 en PSA ≥20-150 ng/ml, of Gleason-score 8 en PSA <20 en stadium ≥T2). Alle patiënten werden behandeld met 24 maanden androgeensuppressie en vervolgens acht weken radiotherapie. Daarnaast startte de experimentele groep vier weken na afloop van de bestralingen met zes cycli docetaxel plus prednison.
Vierjaarsoverleving 93%
Sandler rapporteerde dat na een mediane follow up van zes jaar de vierjaarsoverleving 89% was bij de behandeling zonder docetaxel en 93% met toevoeging van docetaxel (p=0,04; HR 0,70; 90%BI 0,51-0,98). Een statistisch niet-significant verschil werd gezien bij het vergelijken van de tijd tot PSA-progressie. Het aantal patiënten met zogenoemde biochemisch recidief na zes jaar was 74% in de groep die de standaardbehandeling kreeg en 66% in de docetaxelgroep, toonde de Amerikaanse onderzoeker (HR 0,81; 95%BI 0,58-1,11). Het aantal metastasen op afstand was wel significant lager in de met docetaxel behandelde groep (41 versus 26 metastasen; p=0,05).
Zoals verwacht werden wel meer bijwerkingen gezien in de met docetaxel behandelde groep, met name meer graad 3- en 4-bijwerkingen, vertelde Sandler. “Dit waren voornamelijk hematologische bijwerkingen die wel werden verwacht.”
Overlevingsvoordeel adjuvante chemotherapie
Sandler concludeerde dat voor de eerste keer een verbeterde totale overleving is gezien met adjuvante chemotherapie bij hoog-risico hormoongevoelig prostaatcarcinoom, en dat de behandeling bovendien goed te verdragen was door de meeste patiënten. “Daarbij zagen we dat de cumulatieve incidentie van afstandsmetastasen afnam.”
“De potentiele rol van docetaxel bij hormoongevoelig prostaatcarcinoom wordt daarbij ondersteund door de bevindingen uit andere studies, zoals STAMPEDE en CHAARTED”, vervolgde Sandler. Hij benadrukte verder dat de verwachting is dat verdere follow-up van de RTOG 0521-studie mogelijk nog duidelijke voordelen laat zien, gezien ook in de andere studies een aanhoudende toename van het verschil in overleving is gevonden.
Referentie
1. Sandler HM, et al. J Clin Oncol 2015;33 (suppl): abstr LBA5002.
Drs. T. van Venrooij, wetenschapsjournalist
Commentaar prof. dr. R. de Wit, medisch oncoloog, Erasmus MC Kanker Instituut, Rotterdam
De RTOG 0521-studie waarin docetaxel werd toegevoegd aan radiotherapie plus hormoontherapie bij lokaal ongunstig prostaatcarcinoom versus de standaard radiotherapie plus hormoontherapie, is vrijwel identiek aan de STAMPEDE-studie met niet-gemetastaseerde patiënten en GETUG 12.1 Zoals het verslag laat zien is Sandler ervan overtuigd dat docetaxel ook geïndiceerd is bij lokaal ongunstig hormoonsensitief prostaatcarcinoom. Discussant van deze sessie dr. Ian Tannock was het daar echter niet mee eens. Allereerst was duidelijk dat eenzijdig was getoetst en dat STAMPEDE geen enkel verschil suggereert voor de groep met lokale ziekte. Het wachten is derhalve op de overlevingsgegevens uit GETUG 12 die een verbetering laat zien van de progressievrije overleving.
Oncologie Up-to-date 2015 vol 6 nummer 4