Een gerichte samenwerking tussen hogescholen, universiteiten, zorgprofessionals en bedrijven kan snel tot praktische oplossingen leiden. Het Living Lab Better In Better Out is opgericht om onderzoek te doen naar hoe een patiënt zichzelf zo fit mogelijk kan houden rondom zijn oncologische behandeling, om zo doelmatigheid te bewerkstelligen. Leefstijl en behoeften van de individuele patiënt staan hierbij centraal. Chirurg-oncoloog dr. Joost van der Sijp (Haaglanden Medisch Centrum en De Haagse Hogeschool, Den Haag) licht deze unieke vorm van samenwerking verder toe.
Joost van der Sijp werkt niet alleen als oncologisch chirurg in het Haaglanden Medisch Centrum, voor één dag in de week is hij sinds 2017 ook lector aan De Haagse Hogeschool. Binnen zijn lectorschap houdt hij zich bezig met processen die moeten leiden tot een omslag in de zorg. “Als de individuele patiënt centraal staat en we ons in toenemende mate richten op preventie, zal dat op den duur leiden tot meer doelmatigheid en minder kosten voor de maatschappij”, aldus Van der Sijp. Als oncologisch chirurg is hij praktisch ingesteld. Het bedenken van snel bruikbare oplossingen ligt hem na aan het hart. “Het leuke van het onderwijs en onderzoek in de hogescholen is het toegepaste onderzoek. Het effect is veel sneller bereikt, met een relatief hoge impact bij zorgprofessionals en in de directe omgeving van de patiënt.”
Living lab
Dit toegepaste onderzoek wordt uitgevoerd door studenten van de hogeschool in het zogenoemde Living Lab Better In Better Out. Dit living lab is opgericht met een startsubsidie vanuit Medical Delta, een Zuid-Hollands samenwerkingsverband dat praktische zorginnovaties stimuleert vanuit een publiek-private samenwerking. In een living lab werken kennisinstellingen, ondernemers, patiënten en zorgpersoneel op lokaal niveau samen om met name praktische oplossingen te zoeken voor vraagstukken die leven in de zorg, met als doel leren van elkaar en een snelle invoering.
In het Living Lab Better In Better Out werken De Haagse Hogeschool, Hogeschool Rotterdam, Haaglanden MC en het Universitair Kankercentrum Leiden-Den Haag samen met bedrijven, zorgprofessionals en patiënten aan oplossingen voor de oncologische zorg. Het living lab werkt daarnaast op projectbasis samen met onderzoekers van academische kennisinstellingen, waaronder de TU Delft en Universiteit Maastricht. “Het leuke is dat we verschillende wetenschappelijke instituten met elkaar verbinden, waardoor de interesse en kennis verbreden”, vertelt Van der Sijp.
Achtergrond patiënt centraal
“Verder is het unieke aan De Haagse Hogeschool en de Rotterdamse regio dat wij twee steden hebben met in totaal 52 verschillende nationaliteiten”, vervolgt Van der Sijp. “Met zo’n gemengde bevolking wordt de uniciteit van iedere persoon erg benadrukt, maar deze wordt vooralsnog niet voldoende gewaardeerd door de behandelaars. Dit willen we gaan vormgeven op een wijze die recht doet aan de patiënt, want die staat centraal. Wij komen van een cultuur waar meestal de dokter de baas was en vertelde hoe het ging gebeuren. Het veranderen van die cultuur vergt nog wel enige tijd en inspanning. Het begint bij een basis in het onderwijs en het openstaan voor de patiënt en zijn achtergrond. Dit onderwijzen en onderzoeken we.
Wat wij willen weten is op welke manier je het beste de begeleiding van patiënten kunt vormgeven die ‘op het lijf geschreven’ is voor de leefstijl van die unieke persoon. We kijken naar bewegen, voeding en zeker ook mentale aspecten”, zegt Van der Sijp. “In Better In Better Out onderzoeken we wat nodig is om een specifieke patiënt zo goed mogelijk fysiek en psychologisch voorbereid te krijgen op een ingreep of een behandeling. Ook het vervolgtraject met revalidatie of eventuele nabehandeling nemen we hierin mee. Uiteindelijk heb je dan winst voor iedereen”, onderstreept Van der Sijp. “Nu nog is die begeleiding vaak op basis van protocollen, niet heel erg persoonlijk en wordt geen rekening gehouden met de context van de patiënt.
Context
Van der Sijp komt met een mooi voorbeeld waarin voorbij wordt gegaan aan de context van de patiënt: “Een aantal jaren geleden had ik een patiënt met dikkedarmkanker en volgens de protocollen kwam deze patiënt in aanmerking voor adjuvante chemotherapie. Volstrekt voorbijgaand aan de context van deze patiënt, heeft hij een chemotherapie gekregen met risico op hand-voetsyndroom. Die meneer zat anderhalf jaar later in tranen op mijn spreekuur. Toen ik hem vroeg wat er aan de hand was zei hij: ‘Die chemotherapie heeft mijn leven verknalt.’ Deze man bleek als grootste bezigheid het maken van klokken en horloges te hebben. Dat hadden wij hem nooit gevraagd! Als ik dit had geweten voor een overlevingswinst van 6% op tien jaar, dan had ik ie chemotherapie nooit gegeven. Dat bedoel ik met context. Het zorgpad waar wij ons mee bezig houden in het ziekenhuis is tenslotte maar een heel klein deel van het leven van een patiënt. Een patiënt leeft in zijn werk, zijn familie en directe sociale omgeving, en slechts af en toe komt hij naar het ziekenhuis, ondergaat een ingreep of een behandeling, en gaat daarna weer terug naar zijn eigen omgeving”, aldus Van der Sijp.
Onderzoek door studenten
Hoe dit werkt in de praktijk met studenten? “We geven ze opdrachten binnen de missie van het living lab. Dat kunnen verschillende zaken zijn, zoals het interviewen van mensen en hun kinderen over wel of niet meedoen aan preventieprogramma’s, of bijvoorbeeld over voeding in de palliatieve fase. Studenten van de hotelschool doen onderzoek naar smaakbeleving bij oncologiepatiënten en worden ingezet op hospitality-onderzoek. Er zijn ook deelonderzoeken over bewegen en voeding rondom de operatie. We evalueren fysiotherapie en we zetten studenten van de opleiding huidtherapie in op verlichting van pijn aan de operatiewond.
Ook kijken we met studenten, zorgprofessionals en bedrijven naar wearables die beweging, hartslag, ademhaling en saturatie in de gaten houden, en werken we met studenten en patiënten in ‘een ziekenhuiskamer van de toekomst’, die we in het Haaglanden MC hebben ingericht. Het varieert dus van relatief eenvoudige tot hoog technologische interventies. Maar technologie is binnen dit project altijd een hulpmiddel en geen doel”, legt Van der Sijp uit.
Het living lab is in september 2021 gestart. Het afgelopen half jaar hebben al verschillende studenten binnen het living lab onderzoek gedaan en de eerste uitkomsten zijn reeds geïmplementeerd in het ziekenhuis. In de komende tijd zal de focus liggen op het voor- en natraject van de oncologiebehandeling.
Toekomst
“Het uiteindelijke doel van onderzoek binnen dit living lab is dat wij over vijf jaar met een integraal leefstijlprogramma komen in West-Nederland, dat gebruikt gaat worden door alle zorgverleners die betrokken zijn bij de oncologische zorg”, benadrukt Van der Sijp. “Er zit echter nog wel een grote uitdaging aan het concept better in, better out en dat is de financiering. Het project is gericht op preventie; het voorkomt dat mensen met ernstige complicaties het ziekenhuis uit komen. Het is bewezen dat 30% van de mortaliteit en 40% van de complicaties worden voorkomen door een goed pre-chirurgisch behandeltraject. Mijn ervaring is dat zorgverzekeraars tot nu toe niet heel veel geld willen steken in het voorkomen van ziekte of van complicaties om op die manier de kosten van de zorg te drukken.” Daarom roept Van der Sijp politici en zorgverzekeraars op: “Neem je verantwoordelijkheid en ga hier mee aan de slag, want preventie is de grootste gezondheidszorg.”
Dit artikel is het tweede in een serie artikelen over doelmatigheid in de zorg. Het volgende artikel zal ingaan op het betaalbaar houden van chirurgische interventies.
Dr. Nynke Koopen, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2022 vol 13 nummer 2