Roland Peppel, partner bij CC zorgadviseurs, vertelde tijdens het Voorjaarssymposium Verpleegkundig Specialisten Oncologie hoe en met welk doel verpleegkundig specialisten hun netwerk kunnen inzetten. Daarbij stond hij stil bij netwerkvorming in relatie tot leiderschap.
In Roland Peppels ervaring is vrijwel iedere verpleegkundig specialist onderdeel van een netwerk. “Dat zijn vaak werkgroepen binnen of buiten de eigen organisatie, die meestal gericht zijn op de inhoud: kennis delen en elkaars expertise benutten.” Volgens Peppel kunnen netwerken voor veel meer doeleinden worden benut. “Bijvoorbeeld voor het opsporen van barrières en zaken waar verpleegkundig specialisten tegenaan lopen. Dat moet dan wel een plek krijgen binnen het netwerk, zodat problemen op het juiste niveau besproken worden. Een aantal vraagstukken ligt namelijk buiten de invloedsfeer van een individu of zelfs van de instelling. Deze moeten elders in het zorgsysteem worden opgelost.”
Netwerkvorming en leiderschap
In welke mate een verpleegkundig specialist kan bijdragen aan of gebruik kan maken van een netwerk illustreert Peppel in het kader van leiderschap. “Voor verpleegkundig specialisten bestaan vier vormen van leiderschap: klinisch leiderschap, professioneel leiderschap, leiderschap gerelateerd aan organisatie en systeem, en leiderschap dat beleid en politiek betreft. Deze zijn terug te vinden op www.verpleegkundigleiderschap.nu”
Klinisch leiderschap
Klinisch leiderschap draait om de relatie met de patiënt. “De verpleegkundig specialist zorgt daarvoor dat hij vakbekwaam is, evidence based zorg levert, en op de hoogte is van nieuwe ontwikkelingen in de zorg. Het gaat dus om professionaliteit”, zegt Peppel. De vraag daarbij is of iemand zich voldoende bewust is van het netwerk, en de uitkomsten die daaruit voortkomen op het gebied van kennis en expertise ook benut. Uit het feit dat vrijwel iedere verpleegkundig specialist in een werkgroep zit, kan worden opgemaakt dat dat zo is.
Professioneel leiderschap
Bij professioneel leiderschap draagt iemand bij aan de ontwikkeling van het vak door bij te dragen aan de groei van collega’s en door trots te zijn op die collega’s. Daarnaast zijn professionele leiders alert op barrières voor de beroepsgroep en factoren die daar een rol bij spelen. Peppel: “Waar veel verpleegkundig specialisten mee kampen, is dat zij opgeslokt worden door patiëntenzorg en veel tijd kwijt zijn met issues binnen een maatschap. Daardoor zijn zij niet in de goede positie om als professioneel leider op te treden als onderdeel van het netwerk. Bovendien is hiervoor een ondersteunende structuur essentieel en die is er niet altijd.”
Organisatie, systeem en leiderschap
Bij deze vorm van leiderschap gaat het om het leggen van verbindingen in en tussen organisaties om deze vervolgens te benutten. “Degenen die hiermee bezig zijn, moeten zowel hun organisatie als het netwerk goed kennen en niet alleen op de eigen afdeling actief zijn. Daarnaast moeten zij weten waar zij met barrières en andere problemen terecht kunnen. Ook hier is een ondersteunende structuur belangrijk.”
Beleid, politiek en leiderschap
Degenen die op dit niveau opereren zitten bijvoorbeeld in het dagelijks bestuur van het netwerk. “Het dagelijks bestuur zorgt ervoor dat er verbinding is met andere organisaties, zowel in de regio als landelijk. Daarnaast kan men verschillende barrières wegnemen of ervoor zorgen dat deze in het juiste gremium worden besproken.” Voor de verschillende zaken die er spelen dient het dagelijks bestuur gevoed te worden vanuit het netwerk. Peppel: “Daarvoor is het belangrijk dat er samenhang is tussen de drie andere leiderschapsvormen en de organisatie daarvan. Ook dat dient het dagelijks bestuur in de gaten te houden.”
Voor een evenwichtig netwerk zijn natuurlijk voldoende actieve leden nodig die aan de verschillende niveaus van leiderschap invulling geven. Als Peppel de aanwezigen vraagt wie zichzelf actief genoeg vindt binnen het netwerk, blijkt dat minder dan 5% te zijn. Tijd voor verandering. Wie durft?!?
Dr. Marijke van Oosten, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2019 vol 10 nummer 3