Begin september vond in Belgrado het jaarlijkse congres van de European Society of Pathology (ESP) plaats. De ruim 2.300 deelnemers konden zich er in vijf dagen tijd laten bijpraten over de stand van hun vak en verwachte toekomstige ontwikkelingen daarin. Prof. dr. Han van Krieken, hoogleraar Pathologie in Nijmegen en president van de ESP laat een aantal hoogtepunten te revue passeren.
Een congres als dit dient niet alleen om actuele wetenschappelijke ontwikkelingen over het voetlicht te brengen. Het is ook de plaats om met collega’s over de toekomst van het vak te praten. Voor Van Krieken als voorman van de Europese pathologen heeft het congres ook de functie om collega’s uit alle delen van Europa bij elkaar te brengen. “We kwamen dit jaar naar Belgrado, omdat we collega’s uit Oost-Europa meer bij ons werk willen betrekken. Dat is gelukt. Grote groepen bezoekers waren afkomstig uit Servië, Griekenland, Roemenië, Rusland en Turkije. Een mooi succes, omdat die landen in het verleden maar karig vertegenwoordigd waren.” Ook Nederland was met 76 pathologen goed vertegenwoordigd. “De meeste werken niet-academisch. Dat past ook bij een andere functie van het congres, omdat we er ook veel aan nascholing doen.”
Toekomst
Voor Van Krieken waren de vier keynote lectures vanzelfsprekende hoogtepunten. “Uiteraard, want hiervoor nodig je een select aantal sprekers uit. Mensen die niet alleen autoriteit zijn in hun vak, maar ook in staat zijn om in de toekomst te kijken.”
De bekende viroloog prof. dr. Ab Osterhaus is zo iemand. Hij bracht een mooi verhaal over nieuwe ontwikkelingen en inzichten in de virologie en welke rol de pathologie daarbij kan spelen.
Een tweede zeer boeiend verhaal kwam van de Fransman prof. dr. Wolf Fridman, een van de pioniers van de immunotherapie. Hij liet zien hoe deze vaak succesvolle nieuwe behandelwijze zich vanuit de immunologie ontwikkelde. Uiteraard schetste hij ook de rol die de pathologie daar de komende jaren in kan spelen. Van Krieken over die rol: “Immunotherapie is bij een deel van de patiënten succesvol, maar bij een ander deel niet. Daar begrijpen we nog niet zo veel van. Het heeft enerzijds met eigenschappen van de tumor te maken, anderzijds met de aard van de ontstekingsreactie die in het weefsel op gang wordt gebracht. Dat laatste is een terrein waarop pathologen bij uitstek deskundig zijn. Fridman riep hun dan ook op om hier meer werk van te maken door het ontwikkelen van nieuwe biomarkers.”
De derde ‘sleutelspreker’, prof. dr. Fred Bosman, praatte de aanwezigen bij over het werk aan een nieuwe serie classificaties van tumoren waar hij in opdracht van de WHO als co-editor aan werkt. De voormalige hoogleraar Pathologie in Rotterdam en Maastricht vertelde hoe die classificaties tot stand komen. “De nieuwe indeling zal veel meer plaats vinden op basis van moleculaire kenmerken dan tot nog toe het geval was”, legt Van Krieken uit. “Daarnaast is het van belang dat in de toekomst niet alleen meer wordt gekeken naar pathologische kenmerken, maar dat er ook inbreng komt van klinisch werkende collega’s. Bestaande classificaties zijn soms zo gedetailleerd dat ze voor pathologen misschien wel interessant zijn, maar voor de klinische praktijk minder relevant. Bosman’s motto was dan ook: ‘Splitsen waar het moet en samenvoegen waar het kan’.”
De vierde keynote speaker was prof. dr. Simon Herrington uit Edinburgh, Verenigd Koninkrijk. Die besprak nieuwe microscopische technieken. “We gebruiken nu eigenlijk alleen maar lichtmicroscopie. Hij beschreef hoe die worden vervangen door computers en nieuwe vormen van microscopie die tussen de radiologie en optische microscopie in zitten. Daarmee wordt het mogelijk om direct in levende weefsels te kijken, zodat je bijvoorbeeld tijdens operaties kunt kijken of er nog kwaadaardige cellen aanwezig zijn. Er wordt een gemodificeerde vorm van Raman-spectroscopie gebruikt die het voordeel heeft dat er geen fluorescerend label voor nodig is.”
Publiek
In de wetenschappelijke sessies ging de aandacht vooral uit naar nieuwe technieken voor pathologen, zoals next generation sequencing en ontwikkelingen op het gebied van digitale beeldverwerking waarbij computers nieuwe informatie genereren uit de gebruikelijke microscopische beelden. Van Krieken verwacht dat die informatie vooral van nut zal zijn voor de prognose van kanker en deze verder kan preciseren.
Bijzonder en belangrijk vond hij een sessie over de relatie met het publiek. Doel ervan is primair om pathologische kennis breder met het publiek te delen. “In Engeland is daar al ervaring mee. Ze kennen daar een nationale pathologiedag. Die willen we uitbreiden naar heel Europa. Daarnaast speelt de vraag of pathologen niet vaker in gesprek moeten komen met patiënten als die hun eigen pathologieverslagen willen bespreken en ook samen met de patholoog naar hun eigen weefsels willen kijken. Er zijn collega’s die daar positieve ervaringen mee hebben opgedaan.”
Drs. H.E.A. Dassen, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2015 vol 6 nummer 5