In termen van overleving zijn de uitkomsten van de radiotherapie bij hoofd-halstumoren inmiddels zo goed dat het tijd is om meer aandacht te besteden aan de kwaliteit van leven, stelde radiotherapeut prof. dr. Hans Kaanders, Radboudumc te Nijmegen, tijdens het SONCOS Therapie op Maat 2023. Hij gaf twee voorbeelden van (lopende) studies die het effect van bestraling op maat onderzoeken.
Hans Kaanders begon zijn voordracht met het debunken van de volgens hem nog veel gehoorde uitspraak dat patiënten met een hoofd-halstumor stadium III/IV een slechte prognose hebben. “De invoering van geaccelereerde bestraling, een kwart eeuw geleden, leidde bij patiënten met gevorderd larynxcarcinoom al tot een goede lokale controle. En in de RTOG0129-studie bleken HPV-status en rookgedrag sterkere prognostische parameters voor overleving te zijn dan het tumorstadium.”
Dit bracht Kaanders op zijn pleidooi voor meer radiotherapie op maat bij patiënten met hoofd-halstumoren. “Er is een groep patiënten bij wie het best een tandje minder kan.” Daarbij wees hij erop dat de bestralingsintensiteit voor de primaire tumoren, positieve klieren en negatieve klieren heden ten dage nog hetzelfde is als ruim vijftig jaar geleden. “Terwijl de beeldvorming van de klieren enorm is verbeterd, waardoor de eventuele tumorload van een ‘negatieve’ klier tegenwoordig veel geringer is dan vijftig jaar geleden toen de diagnostiek nog met de handen gebeurde.”
In de gerandomiseerde UPGRADE-RT-studie onderzoekt Kaanders momenteel of het mogelijk is de bestralingsdosis van negatieve klieren, de electieve dosis, met een kwart te verlagen. “Daarmee zouden we het risico op toxiciteit door de bestraling in de schildklier, speekselklieren en slikspieren kunnen verminderen.” De inclusie van de studie (n=300) is een jaar geleden gesloten. “Vooralsnog zien we inderdaad minder acute toxiciteit bij de patiënten die met een lagere electieve dosis zijn bestraald en dat het risico op een lokaal recidief in de deze groep lager is dan 5%. De definitieve resultaten zullen waarschijnlijk in 2024 bekend zijn.”
Schildwachtklierprocedure
Een tweede manier om meer maatwerk te leveren, is het routinematig uitvoeren van een schildwachtklierprocedure, stelde Kaanders. “Tot nu toe gebeurt dat niet, omdat het erg lastig is deze in het hoofd-halsgebied uit te voeren. Met behulp van flexibele faryngolaryngoscopie is dat tegenwoordig echter veel gemakkelijker.”
Dit heeft geleid tot de gerandomiseerde, multicenter PRIMO-studie. “Hierin voeren we bij patiënten met een larynx- of farynxcarcinoom en negatieve klieren op de PET/CT-scan een schildwachtklierprocedure uit. In de experimentele groep krijgen de patiënten radiotherapie op geleide van de uitkomst van de schildwachtklierprocedure. Patiënten met een dubbelzijdige positieve schildwachtklier krijgen - net als de controlegroep - een dubbelzijdige bestraling van de klieren, patiënten met een unilaterale positieve schilwachtklier krijgen een unilaterale bestraling en bij patiënten met een negatieve schilwachtklier aan beide zijden laten we de bestraling achterwege. We verwachten dat hierdoor bij zo’n 70% van de patiënten de bestraling van de klieren niet meer nodig is. Deze therapie op maat, mits veilig, levert veel voordelen op: minder belasting en toxiciteit voor de patiënten als ook minder noodzaak voor ondersteunende maatregelen bij deze patiënten.” De definitieve klinische uitkomsten van de PRIMO-studie worden in 2028 verwacht.
Dr. Marten Dooper, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2023 vol 14 nummer 2