Een borstreconstructie na een mastectomie met behulp van lichaamseigen vet is veilig en leidt tot een betere kwaliteit van leven dan aanbrengen van een borstimplantaat, blijkt uit de uitkomsten van de gerandomiseerde BREAST-studie. Plastisch chirurg dr. Andrzej Piatkowski (Maastricht UMC+) presenteerde tijdens het 20e Bossche Mamma Congres (13-14 juni jl.) de uitkomsten.
De verbeterde overlevingskansen voor vrouwen met borstkanker hebben de afgelopen decennia ruimte geschapen voor meer aandacht voor de kwaliteit van leven van de patiënt (tijdens en na de behandeling) en voor de esthetische uitkomst van de behandeling. Dit heeft onder andere geleid tot de ontwikkeling van diverse methoden van borstreconstructie. De recentste loot aan deze tak is een reconstructie met lichaamseigen vetcellen (AFT). De BREAST-trial, uitgevoerd in zes centra in Nederland, is de eerste gerandomiseerde studie die de uitkomsten vergeleek van een borstereconstructie met behulp van een implantaat en een borstreconstructie met AFT bij vrouwen die een mastectomie hebben ondergaan.
BREAST-studie
“Bij AFT draagt de vrouw eerst gedurende ongeveer twee weken een speciale BH met een zuignap die door het creëren van onderdruk de huid van de verwijderde borst oprekt”, legt Andrzej Piatkowski uit. “Wanneer de huid voldoende is opgerekt, wat mede afhankelijk is van de door de vrouw gewenste cupmaat van de gereconstrueerde borst, oogsten we in dagbehandeling via liposuctie vetweefsel uit de buik. Na het zuiveren van het vet spuiten we het in de te reconstrueren borst. Dit proces van vet oogsten, zuiveren en inspuiten herhalen we met tussenpozen van enkele maanden net zolang totdat het gewenste volume van de borst is bereikt. In de BREAST-studie was dat maximaal cupmaat C, wat voor de meeste vrouwen drie of vier behandelingen betekende.”
In de BREAST studie werden de resultaten van deze techniek (toegepast bij 91 vrouwen) vergeleken met de uitkomsten van een borstreconstructie met behulp van een implantaat (toegepast bij 80 vrouwen).
Achtergebleven stamcellen
“Een van de vragen ten aanzien van AFT is de oncologische veiligheid ervan. Het ingebrachte vetweefsel bevat namelijk stamcellen die achtergebleven tumorcellen in de borst mogelijk opnieuw tot groei kunnen stimuleren. Onze, en ook andere studies, laten echter zien dat dit in de praktijk niet optreedt.1 Daarnaast was het aantal niet-oncologische complicaties, zoals infecties en heroperaties, bij de vrouwen in de AFT-groep lager dan bij de vrouwen die een implantaat hadden gekregen.”
Maar, zoals gezegd, het draait tegenwoordig vooral ook om kwaliteit van leven tijdens en na de behandeling. Piatkowski: “Op dat gebied overtreft de AFT-procedure de implantaten, zien we in de BREAST-studie. Op drie domeinen van de BREAST-Q-meting scoorden de vrouwen in de AFT-groep na een jaar significant hoger dan de vrouwen in de implantaatgroep, te weten: tevredenheid met de borsten, lichamelijk welzijn en totale tevredenheid met het resultaat.2 Ook de huidgevoeligheid van de borsten was significant beter bij de AFT-procedure.3 In de AFT-groep werd met name de periode van het oprekken van de huid als onprettig ervaren.”
AFT is sinds begin 2023 opgenomen in het basispakket en wordt momenteel in negen centra in Nederland uitgevoerd.
Referenties
1. Krastev TK, et al. Br J Surg 2018;105:1082-97.
2. Piatkowski AA, et al. JAMA Surg 2023;158:456-64.
3. Wederfoort JL, et al. Plast Reconstr Surg 2023 Apr 28. doi: 10.1097/PRS.0000000000010619. Online ahead of print.
Dr. Marten Dooper, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2023 vol 14 nummer 4