Het debat over de zin en onzin van borstkanker- en prostaatkankerscreening waarmee het SONCOS Therapie op Maat 2023 afsloot, eindigde verrassend. Na een pro-contra-discussie achtte de meerderheid van de aanwezigen voor beide vormen van kanker een bevolkingsonderzoek niet wenselijk.
Het debat, onder leiding van oud-huisarts Tom van ’t Hek en Hans van Zanten, huisarts en oud-hoofdredacteur van Medisch Contact, verliep volgens de Lagerhuis-formule. Dat wil zeggen een stemming vooraf, gevolgd door een pleidooi vóór, een pleidooi tegen, een discussie tussen de voor- en tegenstanders en ter afsluiting opnieuw een stemming.
De mening vooraf van de pakweg 200 aanwezigen over het nut van (in de toekomst eventueel in te voeren) prostaatkankerscreening was helder: slechts een handvol voorstemmers. Een gemakkelijke klus dus voor uroloog dr. Arjen Noordzij, Spaarne Gasthuis Hoofddorp, die gevraagd was een pleidooi tegen de screening te houden. Hij somde voor de zekerheid nog een reeks contra-argumenten op: niet op maat, minimaal effect, veel fout-positieve uitslagen en daardoor veel overdiagnostiek en overbehandeling.
In haar pleidooi vóór screening op prostaatkanker wees radioloog drs. Marloes van der Leest, Radboudumc te Nijmegen, er onder andere op dat screening met MRI wel maatwerk levert en duidelijk maakt bij wie er sprake is van een klinisch relevante tumor. Een pro-argument uit de zaal was nog dat er in de bevolking vraag is naar screening op prostaatkanker. “Dan kan het maar beter goed geregeld worden via een landelijk programma.” Het mocht weinig baten, het aantal voorstanders was ook bij de tweede stemming op twee handen te tellen.
Bij de eerste stemming over het nut van het (huidige) bevolkingsonderzoek naar borstkanker gaf de meerderheid van de aanwezigen aan hiervan voorstander te zijn. In zijn pleidooi tegen wees patholoog prof. dr. Jelle Wesseling, Antoni van Leeuwenhoek te Amsterdam, vervolgens op de 30% kans op een fout-negatieve mammografie, dat 30% van alle borsttumoren als intervaltumor aan het licht komt, die vaker agressief en/of verder gevorderd zijn, en dat de invoering van het landelijke bevolkingsonderzoek borstkanker geen duidelijke knik heeft veroorzaakt ten voordele van een betere borstkankeroverleving. “Er is vooral een forse toename van DCIS. Borstkankerscreening heeft alleen nut bij meer risicostratificering, dus meer op maat screenen.”
In haar pleidooi vóór borstkankerscreening wees Marjolein Scholten, Borstkankervereniging Nederland, er onder andere op dat het percentage intervalkankers fors naar beneden kan door “het knopje ‘dichtheid borstweefsel’ eens aan te zetten.”
Enkele aanvullende argumenten tegen uit de zaal waren de onrust en angst die een positieve uitslag bij vrouwen teweegbrengt, ook als er sprake is van DCIS en er geen operatie nodig is, en de schijnzekerheid van een negatieve uitslag. Voorstanders wezen onder andere op de toename van hogere stadia nadat wegens COVID-19 het bevolkingsonderzoek tijdelijk was stilgelegd - volgens Wesseling zijn die cijfers nog niet consistent -, de verwachting dat bij stoppen met het bevolkingsonderzoek een volksopstand zou uitbreken en het feit dat het bevolkingsonderzoek veel data oplevert die de screening in de toekomst kunnen verfijnen en effectiever kunnen maken. Diverse aanwezigen, waaronder zowel Scholten als Wesseling, pleitten voor “zo snel mogelijke verfijning van de screening”: meer maatwerk en gericht op risicogroepen. De afsluitende stemming was verrassend: de meerderheid van de aanwezigen keerde zich nu tegen het (huidige) bevolkingsonderzoek naar borstkanker.
Dr. Marten Dooper, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2023 vol 14 nummer 2