Autofluorescentie en ductoscopie zijn op zichzelf geen nieuwe technieken. De combinatie van beide is dat wel. Onderzoekers onder leiding van dr. Arjen Witkamp, oncologisch chirurg in het UMC Utrecht, werken aan de ontwikkeling ervan. Zij hopen er voorstadia van borstkanker mee te kunnen opsporen. Vooral vrouwen met een genetische aanleg kunnen hiervan profiteren. Het project moet daarnaast ook leiden tot uiterst kleine instrumenten waarmee afwijkingen tevens ductoscopisch kunnen worden verwijderd.
Witkamp behandelt niet alleen vrouwen met borstkanker, maar ook vrouwen die last hebben van bloederige tepelvloed. Soms is er dan sprake van borstkanker, maar veel vaker is er geen duidelijke oorzaak. In die gevallen wordt doorgaans de aangedane melkgang of het borstklierweefsel achter de tepel operatief verwijderd. Omdat de kans dat borstkanker de klachten veroorzaakt zo klein is, tussen 5 en 8%, is een alternatief voor deze operaties zeer welkom. Dat is er in de vorm van ductoscopie: endoscopie op de schaal van de melkgangen. “De techniek stamt al uit de jaren negentig van de vorige eeuw”, vertelt Arjen Witkamp, “maar de ontwikkeling ervan stond lang stil omdat je er destijds niets mee kon, behalve kijken. Een aantal jaren geleden kwam er echter ineens een soort schepnetje op de markt waarmee je afwijkingen wel kunt behandelen. In studieverband hebben we laten zien dat dit bij vrouwen met tepelvloed een goed alternatief is voor een operatie.”
Tijdens de ductoscopieën werden geregeld afwijkingen gezien die mogelijk met de klachten samenhingen, maar waarvan niet duidelijk was wat het waren. Apparatuur om ductoscopisch biopten te nemen ontbrak echter. De specifieke technische knowhow om die te ontwikkelen, vonden de onderzoekers bij de groepen van prof. dr. Jenny Dankelman en prof. dr. ir. Paul Breedveld van de TU Delft. Die zijn gespecialiseerd in de ontwikkeling van dit soort kleine instrumenten. Een deel van de subsidie die Witkamp en de zijnen kregen van KWF Kankerbestrijding en de Stichting voor Technische Wetenschappen van NWO in het kader van het programma Technology for Oncology wordt hieraan besteed.
Autofluorescentie
Met dat instrumentarium wil Witkamp vrouwen met een BRCA-mutatie gaan screenen die nog geen klachten hebben. Die krijgen nu standaard geregeld een MRI-scan of een mammagrafie om borstkanker in een zo vroeg mogelijk stadium te kunnen ontdekken en behandelen. “Als je dan wat vindt, heeft die vrouw al kanker. Met ductoscopie willen we dat voor zijn. In een vooronderzoek hebben we ook al aangetoond dat het mogelijk is met autofluorescentie voorstadia op te sporen.”
Autofluorescentie is het verschijnsel dat sommige materialen oplichten als ze met een bepaalde kleur licht worden beschenen, zoals forensische experts dat doen op zoek naar bloedsporen. Veel componenten van cellen hebben deze eigenschap en de techniek kan dan ook gebruikt worden om verschillen tussen cellen te meten. “In ons vooronderzoek hebben we bij vrouwen die een borstamputatie ondergingen, terwijl ze al sliepen een autofluorescentieductoscopie gedaan. Daarbij werden de melkgangen onderzocht met behulp van licht met een beperkte frequentie. We hoopten dan iets te zien wat bij normaal wit licht verborgen bleef. De afwijkingen zijn gemarkeerd en na de amputatie hebben we de patholoog gevraagd naar die plekken te kijken. Dat bleken inderdaad premaligne afwijkingen te zijn.” Het idee hiervoor kwam van klinisch fysicus ing. Tjeerd de Boorder. Bekend is bijvoorbeeld dat riboflavineophopingen in kankerstamcellen onder blauw licht (488 nm) autofluorescentie vertonen.1
“De gedachte achter dit onderzoek is dan ook dat we genetisch gepredisponeerde vrouwen beter zullen kunnen screenen. We hopen ze zoveel zekerheid te kunnen bieden dat ze vaker afzien van een preventieve mastectomie.”
Witkamp hoopt deze methode in de toekomst te combineren met een andere methode waar Utrechtse pathologen en medisch oncologen aan werken. Met een kolfapparaat onttrekken ze wat vocht aan de tepel en onderzoeken dit op bepaalde met borstkanker samenhangende afwijkingen. “Ons idee is om de uitkomsten van beide onderzoeken te combineren. Zeer vroege afwijkingen kunnen we dan met laserductoscopie wegbranden.”
Toekomst
De komende twee jaar zijn nodig om het instrumentarium te ontwikkelen. “Dat lijkt lang, maar het weefselhappertje moet heel klein zijn, kleiner dan een millimeter. Als men in Delft een prototype klaar heeft, moeten wij hier testen of het ook echt werkt. Zo moet blijken of een biopt voldoende materiaal oplevert voor de patholoog om mee te werken.” Daarna volgen praktijktests. Deze hebben dezelfde opzet als het vooronderzoek, alleen zullen nu verdachte plekken worden gebiopteerd en meteen weggebrand. “In een volgende fase zullen we moeten aantonen dat dit een veilige manier van screenen is. Dat zal dan vooral gericht zijn op vrouwen met een BRCA-mutatie. We hopen dan te kunnen laten zien dat deze vrouwen minder snel kanker krijgen. Eer het zover is, zijn we echter jaren verder”, denkt Witkamp.
Referentie
1. Miranda-Lorenzo I, et al. Nat Methods 2014;11:1161-9.
Drs. Huup Dassen, wetenschapsjournalist
Oncologie Up-to-date 2016 vol 7 nummer 5