De resultaten van een fase 1/2-studie laten zien dat sonrotoclax plus zanubrutinib goed wordt verdragen bij patiënten met niet eerder behandelde chronische lymfatische leukemie of kleincellig lymfocytair lymfoom. Bovendien is deze combinatiebehandeling geassocieerd met snelle en diepe responsen, zo bleek tijdens de 65e ASH Annual Meeting uit de presentatie van prof. dr. Constantine Tam (Melbourne, Australië).
Bij patiënten met al dan niet eerder behandelde chronische lymfatische leukemie (CLL) is behandeling met ibrutinib plus venetoclax geassocieerd met een aanzienlijke werkzaamheid.1,2,3 Wel heeft deze combinatiebehandeling bijwerkingen die het gebruik kunnen beperken.
Sonrotoclax is een potente en selectieve tweede-generatie-BCL2-remmer met een korte halfwaardetijd.4 In een fase 1/2-studie wordt bij patiënten met verschillende B-celmaligniteiten de uitkomst onderzocht van sonrotoclax-monotherapie dan wel sonrotoclax in combinatie met zanubrutinib of obinutuzumab met of zonder zanubrutinib. De huidige resultaten betreffen de toxiciteit en werkzaamheid van sonrotoclax plus zanubrutinib bij patiënten met niet eerder behandelde CLL of kleincellig lymfocytair lymfoom. De veiligheid is de primaire uitkomstmaat.
Goed verdragen
In totaal kregen 51 patiënten dagelijks 320 mg zanubrutinib plus 160 mg sonrotoclax en 56 patiënten 320 mg zanubrutinib plus 320 mg sonrotoclax.5 “Uit de veiligheidsanalyse bleek dat de combinatiebehandeling goed werd verdragen. Van de 107 behandelde patiënten werd de behandeling met sonrotoclax bij slechts één patiënt (1,1%) gestopt vanwege een mogelijke drug-drug-interactie. Dosisreducties van sonrotoclax waren nodig bij vijf patiënten (5,3%). Tussen de groepen met 160 mg en 320 mg sonrotoclax waren er geen verschillen in de incidentie van (ernstige) bijwerkingen of dosismodificaties”, aldus Constantine Tam. De meest voorkomende bijwerkingen waren kneuzingen (35% in de 160 mg-groep en 36% in de 320 mg-groep), neutropenie (respectievelijk 31 en 32%) en COVID-19 (respectievelijk 31 en 11%). De meeste bijwerkingen, waaronder alle kneuzingen, waren van graad 1 of 2. Neutropenie van graad 3 of hoger kwam voor bij 18% van de patiënten in de 160 mg-groep en 25% van de patiënten in de 320 mg-groep en hypertensie van graad 3 of hoger bij respectievelijk 8 en 5% van de patiënten. Tijdens sonrotoclax ramp-up werd er geen klinisch of laboratorium-tumorlysissyndroom geconstateerd.
Diepe respons
Tam vertelde dat hoewel de resultaten van de respons in het beenmerg nog immatuur zijn, de voorlopige conclusie is dat het objectieve responspercentage 100% is. “Van de 75 geëvalueerde patiënten had 32% een complete remissie en 68% een partiële respons. Na 24 weken was het percentage patiënten met een undetectable MRD4 48% in de 160 mg-groep (n=25) en 78% in de 320 mg-groep (n=32). Na 48 weken waren de percentages gestegen tot 74% in de 160 mg-groep (n=19) en 100% in de nog kleine 320 mg-groep (n=3). Deze resultaten laten zien dat combinatiebehandeling met sonrotoclax en zanubrutinib geassocieerd is met snelle en diepe responsen.”
Referenties
1. Hillmen P, et al. J Clin Oncol 2019;37:2722-9.
2. Jain N, et al. N Engl J Med 2019;380:2095-2103.
3. Wierda WG, et al. J Clin Oncol 2021;39:3853-65.
4. Hu N, et al. Cancer Res 2020;80(16_suppl):3077.
5. Tam CS, et al. ASH 2023; abstr 327.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer
Congres Up-to-date 2024 vol 9 nummer 1