Tijdens de 64e ASH Annual Meeting bleek uit de presentatie van dr. AnnaLynn Williams (Rochester, Verenigde Staten) dat overlevenden van hodgkinlymfoom op de kinderleeftijd vergeleken met gematchte controles een significant versnelde epigenetische veroudering hebben ondergaan. Deze veroudering is bovendien geassocieerd met een significante verslechtering in cognitieve vaardigheden, waaronder visueel-motorische verwerking.
Vergeleken met hun broers en zussen hebben overlevenden van hodgkinlymfoom op de kinder- en puberleeftijd een verhoogd risico op neurocognitieve en psychosociale stoornissen.1 Als gevolg hiervan hebben zij een groter risico op werkloosheid, een lager opleidingsniveau en een slechtere kwaliteit van leven. “Vooral de neurocognitieve beperking van deze overlevenden is opvallend, omdat patiënten met hodgkinlymfoom gewoonlijk niet behandeld worden met therapieën die zijn gericht op het centrale zenuwstelsel. De neurocognitieve stoornissen lijken dan ook voort te komen uit chronische gezondheidsproblemen, zoals cardiopulmonale aandoeningen, waarvoor patiënten met hodgkinlymfoom een verhoogd risico hebben.1 We vroegen ons dan ook af of de neurocognitieve problemen gerelateerd waren aan versnelde biologische en psychische verouderingsprocessen. Om dit te onderzoeken, richtten we ons in eerste instantie op biologische veroudering door veranderingen in epigenetica, DNA-methylering in het bijzonder. Voor deze studie werden patiënten geïncludeerd die deelnamen aan het St. Jude Lifetime Cohort, vóór de leeftijd van 22 jaar gediagnosticeerd waren met hodgkinlymfoom, minimaal vijf jaar na diagnose nog in leven waren en Europese voorouders hadden”, aldus AnnaLynn Williams.
Versnelde veroudering
In totaal werden 215 overlevenden van hodgkinlymfoom geïncludeerd en 282 gematchte controles.2 Bij diagnose waren de overlevenden gemiddeld 14,5 jaar oud en de periode tussen diagnose en het huidige onderzoek was gemiddeld 25,1 jaar. Williams: “Uit de analyses blijkt dat de overlevenden vergeleken met de controles een significant versnelde epigenetische veroudering (EAA) van gemiddeld zeven jaar hebben ondergaan (p<0,001). Daarnaast was de EAA bij de patiënten met hodgkinlymfoom geassocieerd met een significant slechtere visueel-motorische verwerking, verbale vloeiendheid, kortetermijngeheugen (voor alle drie: p<0,05 in het tweede en derde tertiel), verbaal leren en verbale herinnering op de lange termijn (beide: p<0,05 in het derde tertiel). De EAA had geen significant effect op het domein aandacht.”
In de toekomst zullen Williams en haar collega’s het onderzoek uitbreiden met een longitudinale analyse van de reeds geïncludeerde overlevenden en dit cohort bovendien uitbreiden met overlevenden met niet-Europese voorouders.
Referenties
1. Williams AM, et al. Blood 2022;139:3073-86.
2. Williams AM, et al. ASH 2022: abstr 902.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer