Venetoclax plus azacitidine blijkt ook op de langere termijn winst te geven in de algehele overleving bij nieuw-gediagnosticeerde patiënten met acute myeloïde leukemie die niet in aanmerking komen voor intensieve chemotherapie. Dat blijkt uit de follow-upresultaten van de fase 3-VIALE-A-studie, die door dr. Keith Pratz (Philadelphia, Verenigde Staten) werden gepresenteerd tijdens de 64e ASH Annual Meeting.
Met name oudere patiënten met acute myeloïde leukemie (AML) komen vaak niet in aanmerking voor intensieve chemotherapie en hebben een slechte prognose. Eerdere resultaten van de gerandomiseerde fase 3-VIALE-A-studie lieten zien dat azacitidine plus venetoclax is geassocieerd met een betere algehele overleving (OS) dan azacitidine plus placebo bij patiënten met AML die geen intensieve behandeling kunnen ondergaan (HR 0,68; 95% BI 0,52-0,85).1 Op basis van deze resultaten werd deze combinatietherapie geregistreerd voor de behandeling van nieuw-gediagnosticeerde patiënten met AML die niet in aanmerking komen voor intensieve chemotherapie. Keith Pratz presenteerde de resultaten van de finale OS-analyse in de VIALE-A-studie. Belangrijke secundaire uitkomstmaten waren de OS bij patiënten met een complete respons (CR) en CR met incompleet herstel van cellen (CRi) en het percentage patiënten zonder en met meetbare restziekte (MRD).
Veiligheid
Het toxiciteitsprofiel in beide studiearmen was vergelijkbaar met de eerdere analyse.2 De meest voorkomende behandelingsgerelateerde bijwerkingen van graad 3 of hoger kwamen echter enigszins vaker voor bij de langere follow-up. Bijwerkingen van graad 3 of hoger werden gezien bij 98,6% met azacitidine plus venetoclax (n=283) versus 96,5% met azacitidine plus placebo (n=144). De behandeling moest vanwege bijwerkingen worden stopgezet bij respectievelijk 30,0% versus 22,2% van de patiënten en 25,1% versus 21,5% overleed aan de bijwerkingen. Hoewel het percentage bijwerkingen in beide armen vergelijkbaar was, werden er vaker hematologische bijwerkingen gerapporteerd bij patiënten die de combinatiebehandeling kregen.
Verbeterde OS
Bij een mediane follow-up van 43,2 maanden was de mediane OS 14,7 maanden met venetoclax plus azacitidine versus 9,6 maanden met azacitidine plus placebo (HR 0,58; 95% BI 0,465-0,723; p<0,001).
Patiënten met IDH1/2-mutaties hadden een mediane OS van 19,9 maanden met venetoclax plus azacitidine versus 6,2 maanden met azacitidine plus placebo (HR 0,314; 95% BI 0,189-0,522; p<0,001). Ook in andere subgroepen werd een OS-winst gezien met de combinatiebehandeling. De mediane OS bij patiënten met CR of CRi was in beide armen hoger bij MRD-negativiteit (34,2 maanden met venetoclax plus azacitidine versus 25,0 maanden met azacitidine plus placebo) dan bij MRD-positiviteit (18,7 maanden versus 15,1 maanden). De mediane duur van de respons was 18,2 maanden met venetoclax plus azacitidine versus 10,7 maanden met azacitidine plus placebo. Bij patiënten die CR bereikten met venetoclax plus azacitidine was de mediane duur van respons vijf maanden langer ten opzichte van de eerdere analyse.
Pratz: “De resultaten van de VIALE-A-studie laten zien dat venetoclax plus azacitidine de OS verbetert bij nieuw-gediagnosticeerde patiënten met AML die niet in aanmerking komen voor intensieve chemotherapie. Bij een langere follow-up was er in sommige subgroepen sprake van een langere duur van CR, CR + CRi en OS ten opzichte van de eerdere analyse.”
Referenties
1. Dinardo CD, et al. N Engl J Med 2020;383:617-29.
2. Pratz, et al. ASH 2022: abstr 219.
Carmen Paus, MSc, medical writer