Vaccinatie met uit AML gedifferentieerde, antigeenpresenterende dendritische cellen is geassocieerd met een conversie of vermindering van meetbare restziekte (MRD) bij patiënten met acute myeloïde leukemie in complete remissie. Daarnaast hadden MRD-negatieve patiënten na vaccinatie een significant betere algehele overleving, al zijn de patiëntenaantallen nog beperkt. Deze resultaten van de ADVANCE-II-studie werden tijdens de 64e ASH Annual Meeting gepresenteerd door prof. dr. Arjan van de Loosdrecht (Amsterdam UMC).
DCP-001 is een nieuw allogeen kankervaccin gebaseerd op dendritische cellen (DC’s) die worden verkregen door de differentiatie van een acute myeloïde leukemie (AML)-cellijn. Door deze oorsprong presenteren de DC’s zowel allogene als AML-geassocieerde antigenen, die lymfocyten kunnen aanzetten tot een AML-gerichte immuunrespons. Eerder lieten de resultaten van een fase 1-studie zien dat vier keer een tweewekelijkse vaccinatie met DCP-001 uitvoerbaar en veilig was en geassocieerd met de inductie van zowel cellulaire als humorale immuunresponsen bij twaalf oudere AML-patiënten in complete remissie (CR) of met een beperkt aantal blasten na inductie- en consolidatietherapie.1 Daarnaast was de vaccinatie geassocieerd met een mediane recidiefvrije overleving (RFS) van veertien maanden en een mediane algehele overleving (OS) van 36 maanden.2
In de internationale, open-label fase 2-ADVANCE-II-studie werd de werkzaamheid en veiligheid onderzocht van onderhoudsbehandeling met DCP-001 bij AML-patiënten in CR, maar mét meetbare restziekte (MRD), na inductietherapie. De patiënten kregen vier tweewekelijkse, intradermale doses van 256 of 506 DC’s en twee boosterdoses van 106 DC’s in week veertien en achttien. De primaire uitkomstmaat was de verandering in MRD in week 14, 20 en 32 vergeleken met baseline.
MRD-respons
In totaal werden twintig patiënten geïncludeerd.3 Na een mediane follow-up van 19,4 maanden werd bij zeven van de twintig patiënten (35%) een verandering in MRD vastgesteld. “Vijf patiënten bleken MRD-negatief te zijn geworden en twee patiënten hadden ten minste een tienvoudige vermindering in MRD. Daarnaast bleef de MRD bij zeven patiënten (35%) stabiel en hadden zes patiënten (30%) een recidief binnen 32 weken na vaccinatie”, aldus Arjan van de Loosdrecht.
Uit analyses van de immuunrespons bleek dat de vaccinatie bij zeventien van de twintig patiënten (85%) een immuunrespons had geïnduceerd. Van de Loosdrecht: “Deze responsen waren duurzaam en gericht tegen verschillende AML-geassocieerde antigenen in het vaccin, te weten WT1, PRAME en RHAMM. Daarnaast hadden patiënten met een stabiel MRD-niveau en met name MRD-responders vaker een vaccingeïnduceerde immuunrespons dan patiënten met een recidief. Vaccinatie resulteerde in verhoogde fracties B-cellen, conventionele DC’s en NK-cellen, maar deze toename was lager bij patiënten met een recidief dan bij patiënten in CR.”
Betere OS
Na een mediane follow-up van 19,4 maanden was de mediane RFS in de totale populatie niet bereikt en de geschatte eenjaars-RFS 64%. “Als we de populatie opdeelden op grond van MRD-status, bleek dat de patiënten die na de vaccinatie MRD-negatief waren geworden een betere RFS hadden dan de MRD-positieve patiënten. Vanwege de beperkte aantallen patiënten was dit verschil echter niet statistisch significant. Verder was de mediane OS in de totale populatie 2,6 jaar en de geschatte eenjaars-OS 85%. Als de patiënten opnieuw werden gesplitst naar MRD-status, bleek dat de MRD-negatieve patiënten een significant betere OS hadden dan de MRD-positieve patiënten (p=0,043)”, vertelde Van de Loosdrecht. In lijn met de eerdere resultaten bleek de vaccinatie met DCP-001 veilig en werden er geen nieuwe (ernstige) bijwerkingen geconstateerd.
Referenties
1. van de Loosdrecht AA, et al. Cancer Immunol Immunother 2018;67:1505-18.
2. Janssen LLG, et al. Blood 2019;134(suppl_1):1381.
3. van de Loosdrecht AA, et al. ASH 2022: abstr 713.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer
Congres Up-to-date 2023 vol 8 nummer 1
Podcast over de laatste ontwikkelingen op het gebied van myelodysplastisch syndroom
In een podcast bespreken internist-hematoloog dr. Jurjen Versluis (Erasmus MC, Rotterdam) en internist-hematoloog prof. dr. Arjan van de Loosdrecht (Amsterdam UMC) de laatste ontwikkelingen op het gebied van myelodysplastisch syndroom (MDS) naar aanleiding van de 64e ASH Annual Meeting. Zij gaan hierbij in op de nieuwste World Health Organization (WHO)-classificatie en International Consensus Criteria (ICC) voor MDS. Van de Loosdrecht neemt de verschillen tussen beide classificaties door en geeft aan welke consequenties deze nieuwe classificaties hebben voor de Nederlandse praktijk. Ook gaat hij dieper in op de Molecular International Prognostic Scoring System (IPSS-M) en het belang van moleculaire diagnostiek bij MDS. Naast klinische parameters zijn nu ook verschillende genen opgenomen in dit prognostische model (beschikbaar als een webtool), op basis waarvan MDS-patiënten in zes verschillende risicocategorieën ingedeeld worden (van zeer laag tot zeer hoog). Tot slot bespreken Versluis en Van de Loosdrecht de resultaten van de Sintra-REV-, de IMerge- en de Stimulus MDS-US-studie.
Deze podcast is te beluisteren op www.oncologie.nu/podcasts