Na een mediane follow-up van 29 maanden laten de resultaten van de fase 2-ELARA-studie zien dat behandeling met tisagenlecleucel geassocieerd is met een gunstig veiligheidsprofiel en duurzame responsen bij hoog-risicopatiënten met recidiverend of refractair folliculair lymfoom. Daarnaast bleek uit de presentatie van prof. dr. Martin Dreyling (München, Duitsland) tijdens de 64e ASH Annual Meeting dat de afwezigheid van ‘uitgeputte’ T-cellen en lagere TNF-a- en IL-10-niveaus geassocieerd waren met een betere werkzaamheid.
In Europa en de Verenigde Staten is het CD19-gerichte CAR-T-celproduct tisagenlecleucel onder andere geregistreerd als monotherapie bij volwassen patiënten met recidiverend of refractair folliculair lymfoom (R/R FL) na twee of meer lijnen systemische therapie.
In de éénarmige fase 2-ELARA-studie onderzoekt men de uitkomst van tisagenlecleucel bij patiënten met R/R FL die eerder minimaal twee behandelingen hadden gehad of recidiverende ziekte hadden na autologe stamceltransplantatie. De primaire uitkomstmaat is het onafhankelijk bepaalde complete-responspercentage (CRR).
De resultaten van de primaire interimanalyse lieten eerder zien dat deze behandeling veilig was en geassocieerd met een CRR van 69%, een objectief responspercentage (ORR) van 86% en een progressievrije overleving (PFS) van 67% na één jaar.1,2 De presentatie van Martin Dreyling betrof de uitkomst van tisagenlecleucel na een mediane follow-up van 29 maanden.
Langere follow-up
De veiligheidsanalyse bevestigde dat tisagenlecleucel goed werd verdragen en resulteerde niet in nieuwe veiligheidssignalen.3 Dreyling: “Van de 97 patiënten had niemand cytokinereleasesyndroom van graad 3 of hoger en slechts één patiënt immune effector cell-associated neurotoxicity syndrome.”
“Patiënten met een hoog risico, waaronder die met POD24, omvangrijke ziekte en hoog FLIPI, hadden een ORR van om en nabij 80% en een CRR van ongeveer 60%. De enige uitzondering was de groep patiënten met een hoog metabolisch tumorvolume, bij wie een CRR werd geconstateerd van 40%”, aldus Dreyling.
De mediane responsduur (DoR) werd niet bereikt bij patiënten met een complete respons (CR) en was drie maanden in de groep patiënten met een partiële respons (PR). Van de patiënten bij wie initieel een CR werd bereikt, had 78% na 24 maanden nog steeds een CR en was na deze periode de PFS 75% en de algehele overleving 88%. De mediane tijd tot volgende behandeling werd niet bereikt bij patiënten met een CR en was tien maanden bij patiënten met een PR.
De langetermijnanalyse liet verder zien dat een metabolisch tumorvolume van ≥510 ml versus <510 ml geassocieerd was met een significant kortere PFS en DoR. Uit een verkennende analyse bleek dat ook de aanwezigheid van grotere aantallen ‘uitgeputte’ LAG3-positieve T-cellen in het tumormicromilieu geassocieerd was met een kortere PFS en DoR. Lagere TNF-a- en IL-10-niveaus waren geassocieerd met een langere PFS.
Referenties
1. Fowler NH, et al. Nat Med 2022;28:325-32.
2. Thieblemont C, et al. Blood 2021;138(Suppl_1):131.
3. Dreyling M, et al. ASH 2022: abstr 608.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer
Congres Up-to-date 2023 vol 8 nummer 1