Bij patiënten met hoog-risico, nieuw-gediagnosticeerd multipel myeloom is inductiebehandeling met carfilzomib, lenalidomide plus dexamethason vergeleken met bortezomib, lenalidomide en dexamethason geassocieerd met een significant betere progressievrije en algehele overleving. Deze resultaten van een retrospectieve studie werden tijdens de 64e ASH Annual Meeting gepresenteerd door dr. Carlyn Tan (New York, Verenigde Staten).
Patiënten met hoog-risico, nieuw-gediagnosticeerd multipel myeloom (HR-NDMM) zijn vaak ondervertegenwoordigd in klinische studies en hebben een relatief slechte prognose.1 Onder andere door een gebrek aan gerandomiseerde studies bestaat er een variatie aan behandelingen voor HR-NDMM, waaronder combinatiebehandeling met bortezomib, lenalidomide en dexamethason (VRd) en carfilzomib, lenalidomide plus dexamethason (KRd). De resultaten van de fase 3-ENDURANCE-studie lieten zien dat inductietherapie met VRd dan wel KRd geassocieerd was met een vergelijkbare werkzaamheid bij patiënten met multipel myeloom, maar in deze studie werden patiënten met HR-NDMM geëxcludeerd.2
In de huidige retrospectieve studie onderzocht men in het Memorial Sloan Kettering Cancer Center in New York, Verenigde Staten, de uitkomst van inductietherapie met VRd versus KRd bij patiënten met HR-NDMM, inclusief patiënten die tevens behandeld werden met autologe stamceltransplantatie (ASCT). De primaire uitkomstmaat was de progressievrije overleving (PFS).
Betere PFS
Aan het einde van de inductietherapie was het objectieve responspercentage vergelijkbaar in beide studiearmen: 93% in de VRd-arm (n=67) en 98% in de KRd-arm (n=87; p=0,2).3 Het percentage patiënten zonder meetbare restziekte was 21% met VRd en 29% met KRd (p=0,30).
“Na een mediane follow-up van 55,8 maanden voor alle patiënten tezamen was de mediane PFS 41 maanden in de VRd-arm versus 70,9 maanden in de KRd-arm (HR 0,58; 95% BI 0,37-0,91; p=0,02). De geschatte vijfjaars-PFS was respectievelijk 35% en 58%. Na een mediane follow-up van 48,9 maanden voor alle patiënten werd de mediane algehele overleving (OS) niet bereikt in de VRd-arm en was deze 77,7 maanden in de KRd-arm (HR 0,40; 95% BI 0,20-0,80; p=0,01). De geschatte vijfjaars-OS was 63% met VRd en 85% met KRd. In een multivariate analyse waren inductietherapie met KRd, vroege ASCT, geen cardiale geschiedenis, R-ISS-stadium I en de toediening van meer dan zes cycli inductietherapie geassocieerd met een significant betere PFS. Met de uitzondering van cardiale geschiedenis waren deze factoren ook geassocieerd met een significant betere OS”, aldus Carlyn Tan.
Uit een subgroepanalyse bleek dat bij patiënten die tevens werden behandeld met vroege ASCT KRd (n=47) versus VRd (n=30) geassocieerd was met een betere PFS (HR 0,49; 95% BI 0,25-0,96; p=0,04) en OS (HR 0,39; 95% BI 0,13-1,14; p=0,09).
Referenties
1. Sonneveld P, et al. Blood 2016;127:2955-62.
2. Kumar SK, et al. Lancet Oncol 2020;21:1317-30.
3. Tan C, et al. ASH 2022: abstr 752.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer