Een twee jaar durende behandeling met daratumumab, carfilzomib, lenalidomide en dexamethason wordt over het algemeen goed verdragen en geeft hoge responspercentages bij patiënten met smoldering multipel myeloom. Dit blijkt uit de resultaten van de ASCENT-studie, die dr. Shaji Kumar (Rochester, Verenigde Staten) tijdens de 64e ASH Annual Meeting presenteerde. Hij gaf hierbij wel aan dat het nog even kan duren voor duidelijk is of met dit regime progressie naar actief multipel myeloom voorkomen kan worden.
Smoldering (of smeulend) multipel myeloom (SMM) is een aandoening waarbij het soms jaren kan duren voor patiënten actieve MM ontwikkelen. “Dit geeft ons een unieke kans om vroeg in het ziekteproces in te grijpen en mogelijk het natuurlijke ziektebeloop te veranderen”, zei Shaji Kumar. De fase 2-ASCENT-studie is opgezet om te bepalen of een intensieve behandeling met een beperkte duur bij SMM een significante vermindering van de tumorlast kan geven, evenals een respons op lange termijn of mogelijk zelfs genezing.1
Stringente complete reponsen
In deze studie zijn 87 patiënten met hoog-risico-SMM geïncludeerd en behandeld met daratumumab, carfilzomib, lenalidomide en dexamethason. Patiënten ontvingen dit kwartet in de standaarddoseringen gedurende zes cycli van vier weken als inductietherapie, gevolgd door een consolidatiebehandeling van eveneens zes cycli van vier weken. Tot slot ontvingen patiënten een onderhoudsbehandeling met lenalidomide en daratumumab gedurende twaalf cycli. De primaire uitkomstmaat was het percentage stringente complete reponsen (sCR). De studie kende tevens meerdere secundaire uitkomstmaten waaronder de progressievrije overleving (PFS), het percentage patiënten met meetbare-restziekte (MRD)-negativiteit en het toxiciteitsprofiel. De mediane follow-up ten tijde van deze analyse was 26,2 maanden.
84% MRD-negatief
Het objectieve responspercentage was 97%, liet Kumar zien. In totaal had 92% van de patiënten een zeer goede partiële respons of beter, waarvan 38% een sCR. Daarnaast behaalde 84% van de patiënten MRD-negativiteit in het beenmerg. De mediane tijd tot het behalen van MRD-negativiteit was 6,6 maanden. Verder bleek 90% van de patiënten progressievrij na drie jaar. Kumar: “We zagen bij 92% van de patiënten bijwerkingen van elke graad, mogelijk gerelateerd aan de therapie. Dat is niet verrassend gezien de intensieve behandeling.” Hematologische toxiciteit van graad 3 of hoger werd gerapporteerd bij 18% van de patiënten en niet-hematologische bijwerkingen bij 51%. “Slechts drie patiënten staakten de behandeling wegens bijwerkingen.” De meest voorkomende bijwerkingen (graad 3 bij twee patiënten of meer en graad 4 bij minimaal één patiënt) waren neutropenie, hypertensie en infecties.
Kumar concludeerde dat de behandeling met daratumumab, carfilzomib, lenalidomide en dexamethason een hanteerbaar veiligheidsprofiel had bij patiënten met SMM. “Deze studie was niet opgezet om de vraag te beantwoorden of we nu alle SMM-patiënten met dit regime moeten behandelen. We wilden nagaan of we patiënten met dit schema konden genezen. Deze vraag wordt echter niet beantwoord met deze korte follow-up. Deze en andere studies moeten hier de komende jaren het antwoord op gaan geven”, aldus Kumar.
Referentie
1. Kumar SK, et al. ASH 2022: abstr 757.
Drs. Bianca Hagenaars, wetenschapsjournalist