Talquetamab is geassocieerd met hoge objectieve responspercentages en duurzame responsen bij uitgebreid voorbehandelde patiënten met recidief of refractair multipel myeloom. Dit bleek uit de resultaten van de fase 2-MonumenTAL-1-studie, die door prof. dr. Ajai Chari (New York, Verenigde Staten) werden gepresenteerd tijdens de 64e ASH Annual Meeting.
De G-eiwit-gekoppelde receptorfamilie C-groep 5 lid D (GPRC5D) komt sterk tot expressie op maligne plasmacellen en slechts in beperkte mate op cellen van gezonde weefsels. Talquetamab is een bispecifiek antilichaam gericht tegen CD3 en GPRC5D, waardoor het T-cellen aan maligne plasmacellen bindt.1 Op basis van de fase 1-MonumenTAL-1-studie werd de aanbevolen subcutane dosis van talquetamab vastgesteld op 400 µg/kg per week (QW) en 800 µg/kg elke twee weken (Q2W).2 Uit resultaten van de fase 1-studie bleek talquetamab geassocieerd met een objectief responspercentage (ORR) van 64% met de wekelijkse dosering en 70% met de tweeweekse dosering bij uitgebreid voorbehandelde patiënten met recidief of refractair multipel myeloom (RRMM).3,4 De huidige presentatie betrof de resultaten van de fase 2-MonumenTAL-1-studie naar de effectiviteit en veiligheid van talquetamab bij patiënten met RRMM die ten minste drie eerdere behandelingen kregen, waaronder een proteasoomremmer, een immuunmodulerend middel en een anti-CD38 monoklonaal antilichaam.
Duurzame respons
In totaal werden 143 patiënten behandeld met 400 µg/kg QW, 145 patiënten met 800 µg/kg Q2W en 51 patiënten waren eerder behandeld met T-celgerichte therapie en kregen 400 µg/kg QW, dan wel 800 µg/kg Q2W.5 Ajai Chari: “Ondanks de ongunstige prognostische factoren in de studiepopulatie, was de respons met talquetamab indrukwekkend: de ORR was 74,1% met de wekelijkse dosering en 73,1% met de tweeweekse dosering. Een vergelijkbare ORR werd gezien bij patiënten met triple-class RRMM en bij penta-refractaire patiënten. Ook in andere subgroepen was de ORR vergelijkbaar. Daarbij trad de behandelrespons snel op. Al na 1,2 en 1,3 maanden werd een respons gezien bij beide doseringen.” De mediane duur van de respons was 9,3 maanden met 400 µg/kg QW en 13,0 maanden met 800 µg/kg Q2W en werd niet bereikt bij patiënten die een complete respons hadden. De mediane progressievrije overleving was respectievelijk 7,5 maanden en 11,9 maanden. In het cohort met patiënten die eerder waren behandeld met T-celgerichte therapie was de ORR 72,2% bij patiënten die eerder CAR-T-celtherapie kregen (n=36) en 44,4% bij patiënten die eerder behandeld waren met een bispecifiek antilichaam (n=18).
Veiligheid
De bijwerkingen van talquetamab waren met name hematologisch van aard en vaak beperkt tot de eerste paar behandelcycli. De meest voorkomende bijwerkingen van graad 3 of 4 waren anemie (31,5% met 400 µg/kg QW en 24,8% met 800 µg/kg Q2W), neutropenie (30,8% met QW en 22,1% met 800 µg/kg Q2W), lymfopenie (25,9% met 400 µg/kg QW en 25,5% met 800 µg/kg Q2W) en trombocytopenie (20,3% met 400 µg/kg QW en 16,6% met 800 µg/kg Q2W). Infecties van graad 3 en 4 traden op bij 16,8% met 400 µg/kg QW en 11,7% met 800 µg/kg Q2W. Het cytokinereleasesyndroom trad op bij 79,0% en 72,4% van de patiënten en was vrijwel bij alle gevallen van graad 1 of 2. “Uniek aan het toxiciteitsprofiel van talquetamab is het relatief lage percentage van ernstige infecties en niet-hematologische bijwerkingen”, vertelde Chari. De effectiviteit en veiligheid van talquetamab worden op dit moment onderzocht in een fase 3-studie en in combinatie met andere middelen in fase 1-studies.
Referenties
1. Pillarisetti K, et al. Blood 2020;135:1232-43.
2. Krishnan A, et al. ASH 2021: abstr 158.
3. Minnema MC, et al. J Clin Oncol 2022;40(Suppl_16):8015.
4. Chari A, et al. N Engl J Med 2022;387:2232-44.
5. Chari A, et al. ASH 2022: abstr 157.
Carmen Paus, MSc, medical writer
Congres Up-to-date 2023 vol 8 nummer 1