Idecabtagene vicleucel laat een objectief responspercentage zien van 83,8% bij patiënten met multipel myeloom met klinisch hoog risico en een vroeg recidief op eerstelijnstherapie, inclusief autologe stamceltransplantatie. Daarnaast behaalde 45,9% van de patiënten een complete respons of beter. Dit zijn enkele van de belangrijkste resultaten van cohort 2a van de KarMMa-2-studie, die dr. Krina Patel (Houston, Verenigde Staten) presenteerde tijdens de 64e ASH Annual Meeting.
Patiënten met multipel myeloom (MM) met een vroeg recidief na eerstelijnstherapie, inclusief een autologe stamceltransplantatie (ASCT), en klinische hoog-risicokenmerken hebben een slechtere overleving dan patiënten met een later recidief. “We hebben dan ook nieuwe behandelopties nodig om de uitkomsten voor deze patiënten te verbeteren”, begon Krina Patel haar presentatie. De KarMMa-2 is een fase 2-studie met meerdere cohorten, opgezet om de werkzaamheid en veiligheid van idecabtagene vicleucel (ide-cel) - een chimere antigeenreceptor (CAR) T-celtherapie gericht tegen het B-celmaturatieantigeen (BCMA) - te onderzoeken bij MM-patiënten met een klinisch hoog risico. Cohort 2a, waarvan Patel de eerste resultaten presenteerde, betrof patiënten met een recidief binnen achttien maanden na eerstelijnstherapie die bestond uit inductietherapie, ASCT en een onderhoudsbehandeling met lenalidomide.1 De primaire uitkomstmaat was het percentage complete respons (CR).
Mediane OS nog niet bereikt
Van de 39 patiënten in cohort 2a ontvingen 37 patiënten een infusie met ide-cel. De mediane follow-up was 21,5 maanden. “In totaal behaalde 45,9% van de patiënten een ≥CR”, zei Patel. Het objectieve responspercentage (ORR) was 83,8%. De duur van de respons was 15,7 maanden bij alle responderende patiënten (95% BI 7,6-19,8) en 23,5 maanden bij patiënten met een ≥CR (95% BI 10,2-niet evalueerbaar). Patel liet daarnaast zien dat de progressievrije overleving met ide-cel 11,4 maanden was (95% BI 5,6-19,6). “De mediane algehele overleving was nog niet bereikt, maar 84,7% van de patiënten was in leven na 24 maanden”, zei zij.
MRD-negativiteit
Voor 34 van de 37 patiënten waren gegevens over meetbare restziekte (MRD) beschikbaar. Na zes maanden was er bij 68% van deze patiënten sprake van MRD-negativiteit. Dit was het geval bij 85% van de patiënten met een ≥CR. Tevens bleek dat bij 67,6% van de patiënten in cohort 2a het oplosbaar BCMA binnen twee maanden na de infusie met ide-cel geklaard was.
De meeste bijwerkingen van graad 3 of 4 waren hematologisch van aard, liet Patel tot slot zien. Graad 3/4-neutropenie werd bij 94,6% van de patiënten gerapporteerd en graad 3/4-trombocytopenie bij 37,8%. Bij 21,6% van de patiënten trad een graad 3/4-infectie op. Het cytokinereleasesyndroom (graad 1/2) werd bij 81,1% van de patiënten gerapporteerd.
Patel concludeerde dat in cohort 2a van de KarMMa-2-studie vaak diepe responsen behaald werden met ide-cel. “Deze resultaten laten een gunstig risico-batenprofiel zien van ide-cel bij een populatie met klinisch een hoog risico met een vroeg recidief, en ondersteunen het gebruik van deze therapie in eerdere behandellijnen.”
Referentie
1. Usmani S, et al. ASH 2022: abstr 361.
Drs. Bianca Hagenaars, wetenschapsjournalist
Congres Up-to-date 2023 vol 8 nummer 1
Commentaar prof. dr. Sonja Zweegman, internist-hematoloog, Amsterdam UMC
Tijdens de 64e ASH Annual Meeting werd interessant onderzoek uit het Erasmus MC gepresenteerd door Davine Hofste op Bruinink, waarin geanalyseerd is of de plasma-cell leukemia-like (PCL-like) status van patiënten met nieuw-gediagnosticeerd multipel myeloom (NDMM) in combinatie met de tweede revisie van het International Staging System (R2-ISS) de inschatting van het risico bij deze patiënten verbetert.1 Hieruit bleek dat de patiënten met een PCL-like status (9% van de totale populatie) een slechtere prognose hadden. Verder werd een heel kleine groep patiënten geïdentificeerd met een PCL-like status en R2-ISS-stadium IV (1%) die een mediane algehele overleving van slechts zeven maanden had. De vraag is of er behandelingen gaan komen die het negatieve effect van PCL-like status teniet kunnen doen.
Daarnaast werden de resultaten besproken van cohort 1 van de fase 1B-MajesTEC-2-studie. Hierin is gekeken naar het B-celmaturatie-antigeen (BCMA)-CD3-bispecifieke antilichaam teclistamab in combinatie met daratumumab en lenalidomide bij patiënten met recidiverend of refractair (RR) MM.2 Er is een interessante biologische rationale voor deze combinatie. Door een behandeling met daratumumab neemt het aantal regulatoire T-cellen af en kunnen klonale cytotoxische T-cellen ontstaan. Deze cellen worden vervolgens geactiveerd door lenalidomide, waarna de geactiveerde T-cellen door teclistamab richting de tumorcellen gedirigeerd worden. Deze combinatie is in potentie zeer effectief, en dat lieten de studieresultaten ook zien. Het objectieve responspercentage (ORR) met deze combinatie was 95%. Het is wel belangrijk te vermelden dat de geïncludeerde patiënten niet heel uitgebreid voorbehandeld waren (één tot drie eerdere behandellijnen). Het is op dit moment lastig te zeggen of deze hoge ORR het resultaat is van de werkzaamheid van de combinatie of van het feit dat het een minder uitgebreid voorbehandelde studiepopulatie betrof. Verder zijn er nog geen data over de duur van de respons. Niettemin zijn het mooie resultaten, waarbij de combinatie ook werkzaam bleek bij patiënten die refractair waren voor daratumumab (35% exposed en 20% refractair) of lenalidomide (100% exposed, 30% refractair). Een belangrijke kanttekening betreft de toxiciteit van het regime: bij 91% van de patiënten was er sprake van infecties (38% graad 3/4). In de MajesTEC-7-studie gaat de combinatie teclistamab/daratumumab/lenalidomide bij ouderen getest worden. Oudere patiënten zijn over het algemeen gevoeliger voor infecties en bij hen is dit toxiciteitsprofiel dan ook iets om zeer goed in de gaten te houden.
In de KarMMa-2-studie is idecabtagene vicleucel (ide-cel) in tweede behandellijn onderzocht bij MM-patiënten met een klinisch hoog risico en een vroeg recidief op eerstelijnstherapie.3 De resultaten lieten een hoge ORR zien van 84%, maar de mediane progressievrije overleving (PFS) leek beperkt; elf maanden. De resultaten van de CARTITUDE-2-studie, die ook tijdens het ASH-congres gepresenteerd werden, toonden in dezelfde populatie patiënten een hogere respons (100%) en in deze studie was na twaalf maanden nog 83% van de patiënten progressievrij. Deze studies ondersteunen een rol voor CAR-T-celtherapie in deze populatie met een functioneel hoog risico.
Tot slot werden er een aantal studies gepresenteerd naar middelen met een nieuw werkingsmechanisme, waaronder modakafusp alfa,4 een immunocytokine dat zodanig geconstrueerd is, dat interferon-alfa richting plasmacellen wordt gebracht door het te koppelen aan de Fc-staart van een CD38-mAb. Interferon-alfa activeert ook natural killer (NK)-cellen, die eveneens voor plasmaceldood zorgen. Biologisch zeer interessant. De resultaten lieten een ORR zien van 43% in de zeer uitgebreid voorbehandelde studiepopulatie. De helft van de patiënten kreeg voorgaande anti-BCMA-therapie, waarvan 20% CAR-T-celtherapie en 15% bispecifieke antistoffen. Deze subgroep toonde een respons van 30%. Bij de patiënten die tevoren geen anti-BCMA-therapie hadden gekregen was de respons 60%. De mediane duur van de respons was ongeveer twaalf maanden en de mediane PFS ongeveer zes maanden. Dat zijn hoopvolle resultaten voor die patiënten die een recidief krijgen na anti-BCMA-therapie.
Referenties
1. Hofste op Bruinink D, et al. ASH 2022: abstr 648.
2. Searle E, et al. ASH 2022: abstr 160.
3. Usmani S, et al. ASH 2022: abstr 361.
4. Vogl DT, et al. ASH 2022: abstr 565.
In een podcast met dr. Jurjen Versluis bespreekt prof. dr. Sonja Zweegman naast bovenstaande studie een onderzoek naar lenalidomide/dexamethason versus daratumumab/lenalidomide bij fragiele patiënten met NDMM, een update van de MAIA-studie, en resultaten van de Myeloma XI- en de OPTIMUM-studie. Ook gaan zij dieper in op studies met bispecifieke antilichamen en CAR-T-celtherapie bij RRMM. Deze podcast is te beluisteren op oncologie.nu/podcasts