Tweedelijnsbehandeling met pembrolizumab en chemotherapie resulteerde in een complete respons bij 95% van de patiënten met recidief of refractair klassiek hodgkinlymfoom, en vormde een efficiënte brug naar stamceltransplantatie. Dat blijkt uit de resultaten van een fase 2-studie die Alison Moskowitz (New York, Verenigde Staten) presenteerde tijdens de virtuele 62ste ASH Annual Meeting.1
Patiënten met recidief of refractair klassiek hodgkinlymfoom (R/R cHL) krijgen in de tweede lijn meestal chemotherapie, gevolgd door een autologe stamceltransplantatie (ASCT). Patiënten met een negatieve PET-scan na chemotherapie hebben een betere uitkomst na ASCT. Combinaties van chemotherapie met brentuximab vedotin of bendamustine in de tweede lijn resulteerden in 66-83% PET-negativiteit. Maar omdat brentuximab vedotin steeds vaker in de eerste lijn wordt gebruikt, zochten Alison Moskowitz en collega’s naar een tweedelijnsbehandelregime zonder dit middel.
In een fase 2-studie evalueerden de onderzoekers de veiligheid en effectiviteit van de PD-1-remmer pembrolizumab in combinatie met gemcitabine, vinorelbine en liposomaal doxorubicine (GVD). Ze includeerden 39 patiënten met cHL die refractair waren of een recidief ontwikkelden na één eerdere behandeling. Patiënten die na twee cycli pembrolizumab + GVD een negatieve PET-scan hadden, gingen door naar ASCT, de anderen kregen in totaal vier cycli pembrolizumab + GVD, gevolgd door ASCT bij PET-negativiteit. De primaire uitkomstmaat was de complete respons (CR) na twee of vier behandelcycli.
Hoge effectiviteit
“Van de 37 evalueerbare patiënten bereikten 34 (92%) CR na twee cycli pembrolizumab + GVD. Zeven patiënten kregen nog eens twee cycli pembrolizumab + GVD, wat resulteerde in één extra CR, waarmee in totaal 95% van de patiënten CR bereikte”, meldde Moskowitz. De twee overige patiënten bereikten een partiële remissie. Twee patiënten die CR bereikten, besloten niet door te gaan naar ASCT. In totaal kregen 35 patiënten ASCT, elf van hen kregen daarna consolidatietherapie met brentuximab vedotin. “Tot nu toe, na een mediane follow-up van 11,2 maanden na de ASCT, is er geen progressie geweest.”
De combinatie werd goed verdragen. De meeste bijwerkingen waren van graad 1-2, waaronder huiduitslag en verhoogde leverwaarden. Bij geen van de patiënten moest de behandeling gestopt worden vanwege bijwerkingen.
Mogelijk zijn de resultaten zo goed door de combinatie van pembrolizumab met dit specifieke chemotherapieregime, denkt Moskowitz. “Uniek voor dit regime is gemcitabine, dat op verschillende manieren het immuunsysteem kan stimuleren, waaronder eliminatie van myeloïdafgeleide suppressorcellen.” De onderzoekers gaan daarom kijken wat er gebeurt met de immuuncellen bij deze patiënten tijdens de behandeling. “De hoge mate van CR met pembrolizumab + GVD maakt een nieuwe benadering mogelijk, waarbij ASCT mogelijk kan worden verschoven naar de derde lijn voor degenen die dat nodig hebben.” In een volgend cohort zullen patiënten daarom vier cycli pembrolizumab + GVD krijgen, gevolgd door onderhoudstherapie met pembrolizumab.
Referentie
1. Moskowitz AJ, et al. ASH 2020; abstr 470.
Dr. Astrid Danen, wetenschapsjournalist
Congres Up-to-date 2021 vol 6 nummer 1
Commentaar prof. dr. Josée Zijlstra, internist-hematoloog, Amsterdam UMC
Een interessante presentatie was die van Olivier Casasnovas, die een update presenteerde van een Franse studie bij gevorderd hodgkinlymfoom (HL), de AHL2011-studie.1 Hij ging daarbij met name in op de toxiciteit van zowel de standaard- als de PET-gestuurde arm. In de standaardarm van deze gerandomiseerde fase 3-studie kregen de patiënten zes kuren BEACOPP-escalated. In de experimentele arm werd PET-gestuurd behandeld: patiënten die na twee kuren BEACOPP-escalated een negatieve PET-scan hadden, kregen vervolgens vier kuren ABVD in plaats van BEACOPP-escalated. In deze langetermijnanalyse is met name gekeken naar de fertiliteit, die zowel bij mannen als vrouwen verminderd is als gevolg van behandeling met BEACOPP-escalated. In de PET-gestuurde arm was subfertiliteit zichtbaar, maar zagen de onderzoekers bij de mannen een beter herstel van oligospermie, en ook meer zwangerschappen (17% versus 12% in de standaardarm). Bij de vrouwen zagen ze in de experimentele arm vermindering van het vijfjaarsrisico op prematuur ovarieel falen. Het aantal patiënten dat een secundaire maligniteit kreeg was in beide armen laag, met een gering verschil ten gunste van de experimentele arm. Een kanttekening is wel dat de huidige standaardarm niet meer dezelfde is als die van destijds. Inmiddels is de HD18-studie gepubliceerd en weten we dat patiënten die na twee kuren PET-negatief zijn, ook doorbehandeld kunnen worden met twee in plaats van vier kuren BEACOPP-escalated.2 Dan is de patiënt na drie maanden klaar, terwijl in de AHL2011-studie het hele behandelregime, ook in de experimentele arm, een stuk langer is. Maar deze studie bevestigt weer dat PET-gestuurd behandelen belangrijk is.
Alison Moskowitz presenteerde een fase 2-studie bij patiënten met recidief of refractair HL die in de tweede lijn gemcitabine, vinorelbine en liposomaal doxorubicine kregen in combinatie met pembrolizumab.3 Dit bleek een heel effectieve combinatie te zijn, waarbij meer dan 90% van de patiënten na twee of vier kuren in een complete metabole remissie was. Deze patiënten gingen door voor een consolidatie met autologe stamceltransplantatie en hadden goede resultaten, al is de follow-up nog kort. Als vervolgstudie gaan de onderzoekers in plaats van een autologe stamceltransplantatie een aantal maanden pembrolizumabmonotherapie geven. Daar zijn nog geen resultaten van, maar het is boeiend om te kijken of je met effectieve therapie, zoals met checkpointremmers, wellicht patiënten met een recidief HL een autologe stamceltransplantatie kunt besparen.
Referenties
1. Casasnovas O, et al. ASH 2020; abstr 475.
2. Borchmann P, et al. Lancet 2018;390:2790-802.
3. Moskowitz AJ, et al. ASH 2020; abstr 470.
Podcasts
In een podcast bespreekt prof. dr. Josée Zijlstra naast bovenstaande studies ook de presentatie over brentuximab vedotin in de eerste lijn bij oudere patiënten met hodgkinlymfoom. De podcast is te beluisteren op het podcastkanaal van oncologie.nu.