Bij patiënten met gevorderd hodgkinlymfoom is inductietherapie met verhoogde-dosis BEACOPP geassocieerd met een aanzienlijke effectiviteit, maar ook forse toxiciteit. Nu laten de langetermijnresultaten van de fase 3-AHL2011-studie zien dat het aan de hand van een vroege PET-analyse mogelijk is om bij vroege responders van BEACOPP te switchen naar het minder toxische ABVD-regime, zonder daarbij aan werkzaamheid te verliezen.1 Deze positieve resultaten werden tijdens de virtuele 62ste ASH Annual Meeting 2020 gepresenteerd door dr. Olivier Casasnovas (Dijon, Frankrijk).
Vergeleken met doxorubicine, bleomycine, vinblastine en dacarbazine (ABVD) verbetert verhoogde dosis bleomycine, etoposide, doxorubicine, cyclofosfamide, vincristine, procarbazine en prednison (BEACOPPesc) de progressievrije overleving (PFS) bij patiënten met gevorderd hodgkinlymfoom (HL).2 Tegelijkertijd is BEACOPPesc geassocieerd met verhoogde hematologische toxiciteit, kans op verminderde vruchtbaarheid en kans op myelodysplasie of leukemie. Daarom onderzocht de gerandomiseerde fase 3-AHL2011-studie of PET-monitoring tijdens de behandeling de-escalatie mogelijk maakt door bij vroege responders op BEACOPPesc naar ABVD te switchen. De resultaten lieten zien dat het inderdaad mogelijk was om aan de hand van de PET-analyse na twee cycli BEACOPP (PET2) responders te switchen naar ABVD, en daarmee de toxiciteit te verminderen en tegelijkertijd de werkzaamheid te behouden.3 Tijdens de virtuele 62ste ASH Annual Meeting 2020 werden de langetermijnresultaten van AHL2011 gepresenteerd.
Minder bijwerkingen
Bij een mediane follow-up van 50,4 maanden was de PFS, de primaire uitkomstmaat van de studie, in de PET-geleide studiearm vergelijkbaar met die in de standaardarm (p=0,66). Ook de algehele overleving was vergelijkbaar in beide studiearmen (p=0,94). “Zoals eerder gerapporteerd was de toxiciteit hoger in de standaardarm dan in de PET-geleide arm, waaronder meer hematologische toxiciteit en sepsis”, vertelt Olivier Casasnovas.
Patiënten in de standaardarm hadden significant meer graad ≥3-anemie (11% versus 2% in de experimentele arm; p<0,0001), -leukopenie (85% versus 74%; p<0,0001), -trombocytopenie (44% versus 15%; p<0,0001) en -sepsis (7% versus 3%); p<0,02). Daarnaast had 27% van de patiënten in de standaardarm ten minste één ernstige bijwerking, vergeleken met 17% in de PET-geleide arm (p<0,002). In deze studie was het percentage patiënten bij wie de behandeling wegens bijwerkingen werd gestopt respectievelijk 7% en 1% (p<0,0001).
Casasnovas: “Secundaire primaire maligniteiten, waaronder acute myeloïde leukemie en diverse soorten solide tumoren, werden geconstateerd bij 3,2% van de patiënten in de standaardarm en 2,2% van de patiënten in de PET-geleide arm. Daarnaast verminderde de PET-geleide behandeling het risico op onvruchtbaarheid bij zowel mannen als vrouwen met gevorderd HL én verbeterde PET-gestuurde behandeling de kans op zwangerschap ná voltooiing van de behandeling.”
Referenties
1. Casasnovas O, et al. ASH 2020; abstr 475.
2. Skoetz N, et al. Cochrane Database Syst Rev 2017;5:CD007941.
3. Casasnovas RO, et al. Lancet Oncol 2019;20:202-15.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer
Congres Up-to-date 2021 vol 6 nummer 1
Commentaar prof. dr. Josée Zijlstra, internist-hematoloog, Amsterdam UMC
Een interessante presentatie was die van Olivier Casasnovas, die een update presenteerde van een Franse studie bij gevorderd hodgkinlymfoom (HL), de AHL2011-studie.1 Hij ging daarbij met name in op de toxiciteit van zowel de standaard- als de PET-gestuurde arm. In de standaardarm van deze gerandomiseerde fase 3-studie kregen de patiënten zes kuren BEACOPP-escalated. In de experimentele arm werd PET-gestuurd behandeld: patiënten die na twee kuren BEACOPP-escalated een negatieve PET-scan hadden, kregen vervolgens vier kuren ABVD in plaats van BEACOPP-escalated. In deze langetermijnanalyse is met name gekeken naar de fertiliteit, die zowel bij mannen als vrouwen verminderd is als gevolg van behandeling met BEACOPP-escalated. In de PET-gestuurde arm was subfertiliteit zichtbaar, maar zagen de onderzoekers bij de mannen een beter herstel van oligospermie, en ook meer zwangerschappen (17% versus 12% in de standaardarm). Bij de vrouwen zagen ze in de experimentele arm vermindering van het vijfjaarsrisico op prematuur ovarieel falen. Het aantal patiënten dat een secundaire maligniteit kreeg was in beide armen laag, met een gering verschil ten gunste van de experimentele arm. Een kanttekening is wel dat de huidige standaardarm niet meer dezelfde is als die van destijds. Inmiddels is de HD18-studie gepubliceerd en weten we dat patiënten die na twee kuren PET-negatief zijn, ook doorbehandeld kunnen worden met twee in plaats van vier kuren BEACOPP-escalated.2 Dan is de patiënt na drie maanden klaar, terwijl in de AHL2011-studie het hele behandelregime, ook in de experimentele arm, een stuk langer is. Maar deze studie bevestigt weer dat PET-gestuurd behandelen belangrijk is.
Alison Moskowitz presenteerde een fase 2-studie bij patiënten met recidief of refractair HL die in de tweede lijn gemcitabine, vinorelbine en liposomaal doxorubicine kregen in combinatie met pembrolizumab.3 Dit bleek een heel effectieve combinatie te zijn, waarbij meer dan 90% van de patiënten na twee of vier kuren in een complete metabole remissie was. Deze patiënten gingen door voor een consolidatie met autologe stamceltransplantatie en hadden goede resultaten, al is de follow-up nog kort. Als vervolgstudie gaan de onderzoekers in plaats van een autologe stamceltransplantatie een aantal maanden pembrolizumabmonotherapie geven. Daar zijn nog geen resultaten van, maar het is boeiend om te kijken of je met effectieve therapie, zoals met checkpointremmers, wellicht patiënten met een recidief HL een autologe stamceltransplantatie kunt besparen.
Referenties
1. Casasnovas O, et al. ASH 2020; abstr 475.
2. Borchmann P, et al. Lancet 2018;390:2790-802.
3. Moskowitz AJ, et al. ASH 2020; abstr 470.
Podcast
In een podcast bespreekt prof. dr. Josée Zijlstra naast bovenstaande studies ook de presentatie over brentuximab vedotin in de eerste lijn bij oudere patiënten met hodgkinlymfoom. De podcast is te beluisteren op het podcastkanaal van oncologie.nu.