Nieuwe resultaten van de gerandomiseerde fase 3-RUBY-studie laten zien dat de toevoeging van dostarlimab aan chemotherapie geassocieerd is met een significant betere progressievrije overleving bij patiënten met primair gevorderd of recidiverend endometriumcarcinoom. Dit voordeel van dostarlimab werd geconstateerd door zowel de onderzoekers als door een onafhankelijke review, zo bleek uit de presentatie van dr. Matthew Powell (St. Louis, Verenigde Staten) tijdens de 2023 ASCO Annual Meeting.
In de fase 3-RUBY-studie werden patiënten met primair stadium III- of IV- dan wel recidiverend endometriumcarcinoom 1:1 gerandomiseerd naar de PD-1-remmer dostarlimab of placebo in combinatie met carboplatine en paclitaxel, gevolgd door dostarlimab of placebo gedurende maximaal drie jaar. De coprimaire uitkomstmaten waren de progressievrije overleving (PFS) beoordeeld door de onderzoeker (INV) en de algehele overleving (OS). Uit eerder gepubliceerde resultaten bleek dat dostarlimab plus chemotherapie versus placebo plus chemotherapie geassocieerd was met een significant betere INV-PFS, met name bij patiënten met tumoren met mismatch-repair-deficiëntie (dMMR) en/of hoge microsatellietinstabiliteit (MSI-H).1 In de huidige analyse werden de INV-uitkomsten vergeleken met de uitkomsten bepaald door een geblindeerde, onafhankelijke, centrale review (BICR).2
Overeenkomst
De huidige analyse laat zien dat het PFS-voordeel met dostarlimab vergelijkbaar was na zowel INV- als BICR-bepaling. “In de dMMR/MSI-H-populatie was dostarlimab plus chemotherapie (n=53) vergeleken met placebo plus chemotherapie (n=65) geassocieerd met een vermindering van 72% van het INV-bepaalde risico op progressie of overlijden (HR 0,28; 95% BI 0,16-0,50). Na 24 maanden was de INV-PFS 61,4% in de dostarlimab-arm versus 15,7% in de controlearm. De BICR-bepaalde PFS liet een vergelijkbare uitkomst zien: de toevoeging van dostarlimab aan chemotherapie was geassocieerd met een reductie van 71% van het risico op progressie of overlijden (HR 0,29; 95% BI 0,16-0,54). De BICR-PFS na 24 maanden was 66,3% in de dostarlimab-arm versus 26,0% in de controlearm. Ook in de totale populatie bleek zowel na INV- als BICR-beoordeling dat de toevoeging van dostarlimab aan chemotherapie geassocieerd was met een significant betere PFS. Na 24 maanden was de INV-PFS 36,1% in de dostarlimabarm versus 18,1% in de controlearm (HR 0,64; 95% BI 0,51-0,80; p<0,0001), terwijl de BICR-bepaalde PFS respectievelijk 42,5% en 25,4% was (HR 0,66; 95% BI 0,52-0,85; p<0,0006)”, aldus Matthew Powell.
Secundaire uitkomstmaten
Zowel in de dMMR/MSI-H- als de totale populatie bleek behandeling met dostarlimab plus chemotherapie vergeleken met placebo plus chemotherapie geassocieerd met een hoger INV-bepaald objectief responspercentage (ORR). BICR liet in beide populaties een vergelijkbaar ORR-voordeel zien van dostarlimab plus chemotherapie. Powell: “De verhoging van de ORR door dostarlimab ging samen met een langere responsduur in de dMMR/MSI-H- en de totale populatie. Dit gold voor zowel de INV- als BICR-bepaalde responsduur.”
Behandeling met dostarlimab plus chemotherapie was hanteerbaar en resulteerde niet in nieuwe veiligheidssignalen. “De incidentie van bijwerkingen van graad 3 of hoger en van ernstige bijwerkingen was ongeveer 10% hoger met dostarlimab plus chemotherapie dan met placebo plus chemotherapie. Het percentage patiënten bij wie de chemotherapie wegens bijwerkingen werd gestopt was vergelijkbaar in beide studiearmen”, vertelde Powell.
Referenties
1. Mirza MR, et al. N Engl J Med 2023 Mar 27. doi: 10.1056/NEJMoa2216334. Online ahead of print.
2. Powell MA, et al. J Clin Oncol 2023;41 (suppl 16): abstr 5503.
Dr. Robbert van der Voort, medical writer