Patiënten met gevorderd nasofarynxcarcinoom hebben een significant langere ziektevrije overleving na toevoeging van de PD-1-remmer toripalimab aan standaard chemotherapie in de eerste lijn. Dat blijkt uit een fase 3-studie, waarvan dr. Rui-hua Xu (Ghuangzhou, China) de resultaten presenteerde tijdens de virtuele 2021 ASCO Annual Meeting.1
Nasofarynxcarcinoom, wat veel voorkomt in het zuidoosten van China, wordt vaak pas in een laat stadium gediagnosticeerd, en de behandelmogelijkheden zijn dan beperkt. De immuuncheckpointremmer toripalimab is sinds februari 2021 goedgekeurd in China voor gebruik in de derde lijn bij patiënten met gevorderd nasofarynxcarcinoom. De JUPITER-02-studie, uitgevoerd in China, Taiwan en Singapore, laat nu zien dat het klinisch voordeel biedt om toripalimab toe te voegen aan standaard chemotherapie in de eerste lijn.
De onderzoekers includeerden 289 patiënten met primair gemetastaseerd of recidief nasofarynxcarcinoom. Na 1:1 randomisatie kregen de patiënten gemcitabine/cisplatine (GP) in combinatie met ofwel toripalimab, ofwel placebo (elke drie weken, maximaal zes cycli), gevolgd door toripalimab of placebo als onderhoudstherapie. Progressievrije overleving (PFS) volgens RECIST-criteria vormde de primaire uitkomstmaat.
“We zagen een significante verbetering van de PFS in de toripalimab- vergeleken met de placeboarm”, vertelde Rui-hua Xu. De mediane PFS was 11,7 maanden versus 8,0 maanden, een verbetering van 3,7 maanden (HR 0,52; p=0,0003). De eenjaars-PFS was 49,4% met toripalimab en 27,9% met placebo. Hoewel de data wat betreft de algehele overleving (OS) nog niet matuur waren, zagen de onderzoekers bij de interimanalyse dat het risico om te overlijden aanzienlijk lager was in de toripalimab- dan in de placeboarm (HR 0,60; p=0,046). De tweejaarsoverleving was respectievelijk 77,8% versus 63,3%.
“De combinatie was veilig, en er werden geen nieuwe veiligheidssignalen gezien”, aldus Xu. In beide armen kregen evenveel patiënten te maken met bijwerkingen van graad 3 of hoger, infusiereacties of fatale bijwerkingen (respectievelijk 89%, 4% en 2,7%). De meest voorkomende bijwerkingen waren hematologisch van aard en toe te schrijven aan de chemotherapie. Immuungerelateerde bijwerkingen, zoals hypothyreoïdie, kwamen zoals verwacht vaker voor met toripalimab, en waren goed te managen.
“Dit is de eerste internationale fase 3-studie die laat zien dat toevoeging van toripalimab aan gemcitabine/cisplatine als eerstelijnsbehandeling bij gevorderd nasofarynxcarcinoom een betere PFS en OS geeft dan chemotherapie alleen. Deze resultaten ondersteunen het gebruik van toripalimab in combinatie met gemcitabine/cisplatine als de nieuwe standaard in de eerste lijn voor patiënten met recidief of gemetastaseerd nasofarynxcarcinoom”, concludeerde Xu.
Referentie
1. Xu RH, et al. J Clin Oncol 2021;39 (suppl 15): abstr LBA2.
Dr. Astrid Danen, wetenschapsjournalist
Congres Up-to-date 2021 vol 6 nummer 2
Commentaar prof. dr. Carla van Herpen, internist-oncoloog, Radboudumc, Nijmegen
De studies op het gebied van hoofd-halstumoren die deze ASCO Annual Meeting gepresenteerd werden, leiden niet direct tot aanpassingen in ons dagelijks handelen. Maar er zijn wel een aantal interessante bevindingen te melden.
Allereerst werd een fase 2-studie naar de behandeling van het speekselkliercarcinoom met nivolumab plus ipilimumab gepresenteerd.1 Hiervan werden de resultaten gepresenteerd van de groep patiënten die geen adenoïd cysteus carcinoom had. Bij vijf van de 32 patiënten in deze groep leidde de behandeling met nivolumab plus ipilimumab tot een partiële respons. Er werden daarbij indrukwekkende afnames van de targetlaesies gezien van 66% tot wel 100%. De respons hield ook vrij lang aan: tussen zestien en bijna dertig maanden. Dit zijn de beste resultaten die we hebben voor het speekselkliercarcinoom tot nu toe. Het speekselkliercarcinoom kent echter 22 verschillende histologische typen. Het is wel van belang dat er meer duidelijkheid komt over welke patiënten baat kunnen hebben bij deze behandeling.
Deze ASCO was er veel aandacht voor het nasofarynxcarcinoom. Zo zijn er meerdere studies gepresenteerd over de adjuvante behandeling van het nasofarynxcarcinoom met capecitabine. In een van deze studies zijn ruim 400 patiënten behandeld met metronomisch (lage dosering met frequente toediening) capecitabine.2 De primaire uitkomstmaat was ziektevrije overleving. Na drie jaar was 85% van de patiënten die behandeld waren met capecitabine recidiefvrij, ten opzichte van 76% van de patiënten in de controlegroep. De graad 3-toxiciteit viel heel erg mee, wat verwacht mag worden met deze lage dosering. De data wat betreft de algehele overleving (OS) zijn nog niet matuur. En omdat we eigenlijk niet weten of de recidiefvrije overleving in deze setting een goede uitkomstmaat is, zullen we deze OS-data echt moeten afwachten.
Tot slot werd er een studie gepresenteerd waarin patiënten met gerecidiveerd of gemetastaseerd nasofarynxcarcinoom behandeld werden met cisplatine plus gemcitabine met of zonder de PD-1-remmer toripalimab, gevolgd door toripalimab of placebo als onderhoudstherapie.3 In deze studie werd een verbetering in progressievrije overleving (PFS) gezien van 3,7 maanden met toripalimab. Interessant was dat de Kaplan-Meier-curves voor beide behandelregimes in eerste instantie nog over elkaar heen lagen, maar dat een verschil in overleving naar voren kwam - in het voordeel van de behandeling met toripalimab - op het moment dat de onderhoudsbehandeling gestart werd. Ik denk dat er een goede rationale is voor het geven van immunotherapie bij het ongedifferentieerde nasofarynxcarcioom. De tumorsoort kent een hoge PD-L1-expressie en is virusgeassocieerd. Maar ook hierbij zullen we moeten wachten op de OS-data, deze waren nu nog niet matuur. Als we daarin verschillen zien tussen het chemotherapieregime en de combinatie met toripalimab, zou dit wel eens practice changing kunnen worden.
Referenties
1. Burman B, et al. J Clin Oncol 2021;39(suppl 15); abstr 6002.
2. Ma J, et al. J Clin Oncol 2021;39 (suppl 15); abstr 6003.
3. Xu RH, et al. J Clin Oncol 2021;39 (suppl 15): abstr LBA2.
In een podcast met prof. dr. ir. Koos van der Hoeven bespreekt prof. dr. Carla van Herpen naast bovenstaande studies ook de status van immunotherapie bij hoofd-halstumoren, evenals de neoadjuvante behandeling van het plaveiselcelcarcinoom van het hoofd-halsgebied met pembrolizumab. Daarnaast gaan zij in op de adjuvante behandeling van het nasofarynxcarcinoom met de standaarddosering capecitabine na lokale behandeling met chemoradiotherapie, immunotherapie met camrelizumab bij het nasofarynxcarcinoom en HER2-blokkade bij het speekselkliercarcinoom. Deze podcast is te beluisteren op oncologie.nu/podcasts