HER3-DXd was veilig en vertoonde antitumoractiviteit bij uitgebreid voorbehandelde patiënten met gevorderd, EGFR-gemuteerd niet-kleincellig longcarcinoom die resistent zijn voor EGFR-tyrosinekinaseremmers, onafhankelijk van het resistentiemechanisme. Dat bleek uit de resultaten van een fase 1-studie die dr. Pasi Jänne (Boston, Verenigde Staten) presenteerde tijdens de virtuele 2021 ASCO Annual Meeting.1
EGFR-tyrosinekinaseremmers (TKI’s) zijn effectief gebleken bij de behandeling van patiënten met EGFR-gemuteerd, niet-kleincellig longcarcinoom (EGFRm NSCLC), maar mutaties in EGFR en diverse andere genen kunnen leiden tot resistentie en ziekteprogressie. Patritumab deruxtecan (HER3-DXd) is een antilichaam-geneesmiddelconjugaat bestaande uit een antilichaam tegen HER3 gekoppeld aan de topo-isomerase I-remmer deruxtecan. HER3 komt tot expressie in de meeste NSCLC-tumoren, en mutaties in HER3 zijn niet gevonden als resistentiemechanisme tegen EGFR-TKI’s.
Pasi Jänne en collega’s evalueerden de effectiviteit en veiligheid van HER3-DXd in een fase 1-studie bij patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd, EGFRm NSCLC, die progressie vertoonden na behandeling met een EGFR-TKI. In de dosisescalatiefase werd de aanbevolen dosis voor het expansiecohort vastgesteld op 5,6 mg/kg. Tijdens de ASCO Annual Meeting presenteerde hij de gegevens van in totaal 57 patiënten die met deze dosis werden behandeld in de escalatiefase (n=12) of in het eerste expansiecohort (n=45). Dit waren uitgebreid voorbehandelde patiënten, waarvan de meesten naast een EGFR-TKI ook platinumhoudende chemotherapie hadden gekregen.
Duurzame responsen
HER3-DXd vertoonde duurzame antitumoractiviteit in deze groep patiënten. “Het algehele responspercentage (ORR) was 39%, inclusief één patiënt met een complete respons. Het ziektecontrolepercentage was 72%, en de mediane progressievrije overleving (PFS) was 8,2 maanden”, melde Jänne. De antitumoractiviteit werd gezien bij patiënten met verschillende mutaties die leiden tot EGFR-TKI-resistentie. “Er was niet één bepaalde categorie patiënten die respons vertoonde. Responsen werden gezien bij zowel patiënten met als zonder identificeerbare resistentiemechanismen.” De ORR en PFS waren vergelijkbaar bij patiënten met en zonder hersenmetastasen. Duurzame responsen werden gezien onafhankelijk van de voorafgaande behandelingen of aanwezigheid van hersenmetastasen. “Een aanzienlijk deel van de patiënten vertoonde al vroeg respons, maar er waren ook patiënten die pas na drie maanden respons vertoonden.” In alle evalueerbare tumoren kwam HER3 tot expressie, en er was geen duidelijke relatie tussen hoge of lage expressie en respons.
De behandeling met HER3-DXd was verdraagbaar en de bijwerkingen waren goed te managen, aldus Jänne. De meeste bijwerkingen waren hematologisch van aard, maar ook vermoeidheid en dyspneu kwamen voor. Bijwerkingen leidden niet vaak tot het stopzetten van de behandeling (11%), en bij slechts 7% van de patiënten trad interstitiële longziekte (geen van graad 4 of 5) op als behandelingsgerelateerde bijwerking.
Een fase 2-studie met HER3-DXd bij EGFRm NSCLC is inmiddels van start gegaan (NCT04619004), evenals een fase 1-studie met een combinatie van HER3-DXd en osimertinib (NCT04676477).
Referentie
1. Jänne PA, et al. J Clin Oncol 2021;39(suppl 15): abstr 9007.
Dr. Astrid Danen, wetenschapsjournalist